Niet aan hoorplicht voldaan

Niet aan hoorplicht voldaan

Gegevens

Nummer
2017/189
Publicatiedatum
12 september 2017
Rubriek
Uitspraak

Door een hoorgesprek te voeren met de adviseur in eerdere vergelijkbare zaken van andere belastingplichtigen, heeft de inspecteur niet voldaan aan de hoorplicht in de zaak van belastingplichtige.

Een ondernemer heeft zich in een geschil over een bedrag aan verschuldigde BPM op het standpunt gesteld dat de hoorplicht geschonden is doordat hij voor de uitspraak op bezwaar niet is gehoord. Anders dan de inspecteur meent, is de ondernemer van oordeel dat het onvoldoende is dat zijn adviseur is gehoord in eerdere procedures van andere belastingplichtigen, waarvan de geschilpunten (deels) gelijk zijn aan die van hem. Hof Den Bosch is het met de ondernemer eens dat de inspecteur in dit geval niet heeft voldaan aan de hoorplicht uit artikel 7:2 van de Awb. Het is onvoldoende dat de inspecteur in eerdere procedures van andere belastingplichtigen een hoorgesprek heeft gevoerd met de adviseur van belanghebbende. Het hof gaat echter met toepassing van artikel 6:22 van de Awb aan dit verzuim voorbij, omdat ondernemer niet is benadeeld door het feit dat hij niet is gehoord. De inspecteur was voor wat betreft de verschuldigde BPM volledig aan het bezwaar van de ondernemer tegemoetgekomen. De verleende vermindering werd ook niet meer bestreden. Nu er geen verschil van mening meer was over de hoogte van de vermindering, was er volgens het hof geen sprake van dat de ondernemer benadeeld was door schending van de hoorplicht. De ondernemer voerde nog aan dat ook van belang is dat de inspecteur niet was tegemoetgekomen aan het verzoek om vergoeding van de werkelijke kosten die in bezwaar door hem waren gemaakt. Dit leidde volgens het hof echter niet tot een ander oordeel. De kostenvergoeding die de inspecteur hem toekende was in lijn met het forfaitaire stelsel zoals opgenomen in het Besluit proceskosten bestuursrecht. Ook de door de rechtbank toegekende immateriële schadevergoeding was terecht. Het hof verklaart het hoger beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Bron: Hof Den Bosch 24-08-2107, nr. 16/03495 (ECLI:NL:GHSHE:2017:3760)
Wet: art. 6:22, art. 7:2 Awb