Vragen van het lid Franken (CDA) op 30 april 2014 medegedeeld aan de Minister van Veiligheid en Justitie inzake het arrest van de Hoge Raad van 28 maart 2014 (ECLI:NL:HR:2014:699), waarin het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam betreffende naheffingsaanslagen in de loonbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven boetebeschikkingen ongegrond is verklaard.
Vragen van het lid Franken (CDA) op 30 april 2014 medegedeeld aan de Minister van Veiligheid en Justitie inzake het arrest van de Hoge Raad van 28 maart 2014 (ECLI:NL:HR:2014:699), waarin het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam betreffende naheffingsaanslagen in de loonbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven boetebeschikkingen ongegrond is verklaard.
Kenmerken