Home

Raad van State, 24-05-2017, ECLI:NL:RVS:2017:1337, 201307092/1/A3

Raad van State, 24-05-2017, ECLI:NL:RVS:2017:1337, 201307092/1/A3

Gegevens

Instantie
Raad van State
Datum uitspraak
24 mei 2017
Datum publicatie
24 mei 2017
ECLI
ECLI:NL:RVS:2017:1337
Formele relaties
Zaaknummer
201307092/1/A3

Inhoudsindicatie

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 11 juli 2013 in zaak nr. 12/1833.

Uitspraak

201307092/1/A3.

Datum uitspraak: 24 mei 2017

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het verzoek van:

[verzoeker], wonend te [woonplaats],

om proceskostenveroordeling in geval van intrekking van het hoger beroep.

Procesverloop

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 11 juli 2013 in zaak nr. 12/1833.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 april 2017, waar de staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. R.P.H. Rozenbrand, en [verzoeker], vertegenwoordigd door drs. M.S.J. Hoorntje, rechtsbijstandverlener te Oosterhout, zijn verschenen.

De staatssecretaris heeft het hoger beroep ingetrokken.

[verzoeker] heeft de Afdeling verzocht het college te veroordelen in de bij hem in verband met de behandeling van het hoger beroep opgekomen proceskosten, zijnde de kosten voor het indienen van een verweerschrift.

Overwegingen

1.    Artikel 8:118, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht luidt:

"In geval van intrekking van het hoger beroep door het bestuursorgaan kan het bestuursorgaan op verzoek van een partij bij afzonderlijke uitspraak met overeenkomstige toepassing van artikel 8:75 in de kosten worden veroordeeld."

2.    De staatssecretaris heeft het hoger beroep ingetrokken, nadat [verzoeker] kosten heeft gemaakt voor het indienen van het verweerschrift. De Afdeling ziet hierin aanleiding het verzoek als gegrond toe te wijzen. Hetgeen de staatssecretaris als verweer heeft aangevoerd noopt niet tot een ander oordeel.

3.    De staatssecretaris dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

veroordeelt de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu tot vergoeding van bij [verzoeker] in verband met de behandeling van het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 495,00 (zegge: vierhonderdvijfennegentig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.

Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, voorzitter, en mr. A.B.M. Hent en mr. G.M.H. Hoogvliet, leden, in tegenwoordigheid van mr. C.C.J. de Wilde, griffier.

w.g. Slump    w.g. De Wilde

voorzitter    griffier

Uitgesproken in het openbaar op 24 mei 2017

598.