Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 03-07-2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:4051, C/02/330238 / KG ZA 17-286

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 03-07-2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:4051, C/02/330238 / KG ZA 17-286

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
3 juli 2017
Datum publicatie
7 juli 2017
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2017:4051
Zaaknummer
C/02/330238 / KG ZA 17-286

Inhoudsindicatie

Aanbestedingsrecht, terecht geen gelegenheid geboden tot herstel omissie in inschrijving

Uitspraak

vonnis

Handelsrecht

Breda

zaaknummer / rolnummer: C/02/330238 / KG ZA 17-286

Vonnis in kort geding van 3 juli 2017

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

KWS INFRA BV,

gevestigd te Vianen,

eiseres,

advocaat mr. S.G. Tichelaar te Rotterdam,

tegen

de publiekrechtelijke rechtspersoon

WATERSCHAP SCHELDESTROMEN,

zetelend te Middelburg,

gedaagde,

advocaat mr. M.C.J. Meeuwsen-Dek,

Partijen zullen hierna KWS en het Waterschap genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding met producties 1 tot en met 7,

-

de brief van het Waterschap van 15 juni 2017 met producties 1 tot en met 5,

-

de mondelinge behandeling op 19 juni 2017,

-

de pleitnota van KWS,

-

de pleitnota van het Waterschap.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 Het geschil

2.1.

KWS vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:

Primair:

het Waterschap gebiedt de Opdracht te gunnen aan KWS, althans verbiedt de Opdracht te gunnen aan ZAO of aan enig ander dan KWS, voor zover het Waterschap de Opdracht nog in de markt wenst te zetten;

Subsidiair:

Het Waterschap verbiedt de Opdracht aan ZAO of enige ander te gunnen en het Waterschap gebiedt KWS alsnog een herstelmogelijkheid te bieden en het Waterschap gebiedt tot een herbeoordeling van de ontvangen inschrijvingen over te gaan, zulks met inachtneming van dit vonnis;

Meer subsidiair:

Het Waterschap verbiedt de Opdracht aan ZAO of enige ander te gunnen en het Waterschap gebiedt tot een herbeoordeling van de ontvangen inschrijvingen over te gaan, zulks met inachtneming van dit vonnis;

Uiterst subsidiair:

Het Waterschap verbiedt de Opdracht aan ZAO of enige ander te gunnen en gebiedt de Aanbestedingsprocedure te staken en gestaakt te houden en voor zover het Waterschap de Opdracht nog in de markt wenst te plaatsen deze opnieuw aan te besteden conform de toepasselijke aanbestedingsregels;

Primair, subsidiair, meer subsidiair en uiterst subsidiair:

Waarbij elk gebod en verbod van dit petitum wordt opgelegd op straffe van verbeurte van een direct opeisbare dwangsom van € 100.000,00;

Het Waterschap veroordeelt in de kosten van deze procedure, een tegemoetkoming in de door KWS gemaakte kosten van juridische bijstand en de nakosten daaronder begrepen.

2.2.

Het Waterschap voert verweer.

2.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3 De feiten

3.1.

De voorzieningenrechter gaat uit van de navolgende feiten:

  1. Het Waterschap heeft op 10 maart 2017 op Negometrix een aanbesteding aangekondigd voor het verbeteren van wegen in het beheergebied van het Waterschap op Schouwen-Duiveland, Tholen, Walcheren, Noord- en Zuid-Beveland en Zeeuws- Vlaanderen, hierna “de Opdracht”. Het gunningscriterium is de laagste prijs. Op de aanbesteding is het ARW 2016 van toepassing verklaard.

  2. In de aanbestedingsstukken van 6 en 9 maart 2017 heeft het Waterschap een inschrijvingsstaat verstrekt waarin per bestekspost verrekenbare hoeveelheden zijn opgenomen. Het Waterschap heeft in de Nota van Inlichtingen nummer 1 van 31 maart 2017 bij een groot aantal besteksposten de verrekenbare hoeveelheden gewijzigd.

  3. KWS heeft tijdig, op 11 april 2017, ingeschreven op perceel 1 en perceel 2.

  4. Het Waterschap heeft bij brief van 19 april aan KWS medegedeeld dat zij de inschrijving van KWS op perceel 2 oorspronkelijk heeft beoordeeld als inschrijving met de laagste prijs, maar zij deze inschrijving terzijde heeft gelegd als ongeldig omdat bij meerdere besteksposten verkeerde hoeveelheden zijn opgenomen.

  5. KWS heeft vervolgens het Waterschap medegedeeld dat zij in haar inschrijving op perceel 2 bij de posten 215010, 215030 en 215090 per abuis de oorspronkelijke hoeveelheden heeft laten staan in plaats van de gewijzigde hoeveelheden die in de Nota van Inlichtingen zijn vermeld. KWS heeft vervolgens het Waterschap verzocht of zij deze omissie mocht herstellen, door wijziging van de hoeveelheden van de navolgende besteksposten:215010 schoonmaken verhardingsoppervlak: te wijzigen van 23.848 naar 24.123 m2.215030 aanbrengen enkelvoudige oppervlaktebehandeling, Morene: te wijzigen van 23.848 naar 24.123 m2.215090 levering bindmiddel te wijzigen van 39 naar 40 ton.

  6. Bij e-mailbericht van 19 april deelde het Waterschap aan KWS mede:

“Onze juriste heeft het volgende antwoord en ziet het op basis van onderstaande als een niet te herstellen fout.

De door KWS aangehaalde jurisprudentie en verwijzing naar documenten op Pianoo maakt voor mij mijn eerdere advies niet anders. De situatie in die uitspraken is zodanig anders dat dit niet één op één is toe te passen op de inschrijving van KWS. In het aanbestedingsrecht komt het erg aan op de omstandigheden van het geval.

In de aangehaalde uitspraak van de rechtbank Rotterdam betrof het één bestekspost die was verwijderd en die de inschrijving niet zou wijzigen. Het betreft daar een verschrijving van twee cijfers, achter de komma Daarvan oordeelde de rechter dat dit een zodanig uitzonderlijke situatie is dat die fout zich leende voor herstel. Belangrijk is dat dit de inschrijfprijs niet zou wijzigen. En dat kan in het geval van KWS niet met zekerheid worden gesteld. Immers, bij KWS betreft het vier besteksposten, en niet slechts één. Daarbij komt dat niet objectief kan worden gezegd dat een juiste hoeveelheid niet zou hebben geleid tot een andere prijs. Het is niet slechts een kennelijke verschrijving achter de komma. Een andere hoeveelheid kan immers van invloed zijn op het aangeboden tarief. De inschrijvingen moeten vergelijkbaar zijn met elkaar. Dat is niet het geval als niet alle inschrijvers uitgaan van dezelfde hoeveelheden. Op die manier kan de aanbestedende dienst niet correct beoordelen. Bovendien zijn enkele andere posten uit de nota van inlichtingen wel goed verwerkt, dus kan niet worden gezegd dat KWS niet van de nota van inlichtingen op de hoogte was. De fout in de vier besteksposten komt daarom naar mijn mening voor rekening van KWS.

Dit betekent dat we overgaan tot de voorlopige gunning en het werk gunnen aan de opvolger.”

4 De beoordeling

5 De beslissing