Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 02-06-2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:3349, 02/801428-06

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 02-06-2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:3349, 02/801428-06

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
2 juni 2017
Datum publicatie
2 juni 2017
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2017:3349
Zaaknummer
02/801428-06

Inhoudsindicatie

Betrokkene is veroordeeld voor doodslag van een 8-jarige jongen in zijn klaslokaal op een basisschool in Hoogerheide tot een gevangenisstraf van 11 jaar en 7 maanden en TBS met verpleging van overheidswege. Beslissing op het eerste verzoek tot verlenging van de TBS.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht

Zittingsplaats: Breda

Parketnummer: 02/801428-06

beslissing van de meervoudige kamer d.d. 2 juni 2017

op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van

[naam TBS gestelde]

geboren op [naam TBS gestelde] te [naam TBS gestelde]

verblijvende in het Forensisch Psychiatrisch Centrum [naam kliniek]

1 Destukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:

- de vordering van de officier van justitie d.d. 21 april 2017, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna TBS) met twee jaar;

- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [naam TBS gestelde];

- het rapport van het Forensisch Psychiatrisch Centrum [naam kliniek] d.d. 23 maart 2017, waarin het advies van de inrichting is vermeld;

- de eigen bijdrage van [naam TBS gestelde], met bijlagen;

- de overige stukken.

2 Deprocesgang

Bij beslissing van het gerechtshof te Arnhem van 18 mei 2011 is [naam TBS gestelde], wegens overtreding van artikel 287 van het Wetboek van Strafrecht, veroordeeld tot 11 jaar en 7 maanden gevangenisstraf en TBS met verpleging van overheidswege.

Het gerechtshof heeft bepaald dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.

De TBS is op 24 mei 2015 aangevangen.

Tijdens het onderzoek in de openbare raadkamer van de rechtbank van 22 mei 2017 is de officier van justitie, mr. Simpelaar, gehoord.

Tevens is [naam TBS gestelde] gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. D.N. de Jonge, advocaat te Rotterdam.

Voorts is de deskundige [naam deskundige], GZ-psycholoog en behandelcoördinator, gehoord.

3 Het advies van de TBS-instelling

De TBS-instelling heeft geadviseerd de TBS met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaar.

De TBS-instelling heeft daartoe aangevoerd dat bij [naam TBS gestelde] een autismespectrumstoornis (ASS) is gediagnosticeerd, meer specifiek de stoornis van Asperger. Hij heeft, hieraan gelieerd, een beperkt inzicht in andermans gevoelsleven en intenties en is daardoor niet goed in staat zich in complexere sociale situaties goed af te stemmen op de ander. Hij kan met zijn intelligentie de problemen passend bij de stoornis in het autisme spectrum enigszins compenseren en camoufleren. Hij heeft genoeg vaardigheden en kennis verworven om in het contact de indruk te wekken dat hij een adequaat inzicht in andermans gevoelsleven en intenties heeft.

Traumatische ervaringen in de kindertijd in combinatie met de ASS hebben ertoe geleid dat zijn persoonlijkheid zich niet goed heeft kunnen ontwikkelen en is uitgemond in persoonlijkheidsproblematiek met antisociale en narcistische trekken.

De persoonlijkheidsstructuur van [naam TBS gestelde] wordt beschouwd als kwetsbaar. Er is sprake van een beperkte impulscontrole, weinig subjectief ervaren lijdensdruk en kwetsbaarheid, en weinig controlemechanismen. Er is weinig voeling met de eigen dynamiek, waardoor negatieve affecten niet worden waargenomen. Dit kan in tijden van stress leiden tot plotselinge doorbraken van agressie of in psychotische decompensatie.

Wanneer [naam TBS gestelde] thans zou terugkeren in de maatschappij wordt de kans als groot

ingeschat dat het hem opnieuw niet zou lukken zich een voor hem bevredigende plek in de

maatschappij te verwerven. [naam TBS gestelde] wordt door zijn op het eerste oog goede presentatie

gemakkelijk overschat, waardoor de omgeving te weinig rekening zal houden met zijn

kwetsbaarheden. Dit wordt nog versterkt doordat [naam TBS gestelde] zelf ook geneigd is zijn

mogelijkheden te overschatten. Bovendien is hij nog onvoldoende in staat zich af te

stemmen op zijn sociale omgeving.

[naam TBS gestelde] functioneert thans stabiel. Het verblijf in een structurerende, overzichtelijke

omgeving, waarbinnen hij een voldoende bevredigende daginvulling heeft en de nodige

contacten met behandelaars onderhoudt, draagt volgens het de instelling hieraan ongetwijfeld bij. [naam TBS gestelde] profiteert van de behandeling en laat ontwikkeling zien. Deze ontwikkeling wordt als bevredigend, maar ook als pril beschouwd.

(Begeleide) verloven vormen een belangrijk onderdeel van de behandeling. [naam TBS gestelde] is hier recent mee gestart. Samenwerking met zijn begeleiders is voor hem hierin een belangrijk punt vanaandacht. Verder zal in de verloven worden bekeken in hoeverre hij nog vaardigheden te leren heeft die hem kunnen ondersteunen in een terugkeer in de maatschappij.

Naar verwachting zal de intramurale behandeling nog enige tijd in beslag nemen en kan in

het laatste kwartaal van 2018, indien de ontwikkelingen zich voortzetten, besproken worden

of het aanvragen van onbegeleid verlof aan de orde is.

De instelling concludeert in het rapport dat [naam TBS gestelde] op een positieve wijze met zijn behandeling bezig is. Hij heeft soms behoorlijk stellige ideeën over hoe dingen zijn of zouden moeten zijn, hetgeen de samenwerking kan bemoeilijken. Wanneer zaken anders gaan dan hij goed vindt, kan de lading oplopen. [naam TBS gestelde] geeft blijk van een te optimistische visie op zijn mogelijkheden een bestaan in de maatschappij op te pakken. Al met al worden de ontwikkelingen nog als pril beschouwd, wat maakt dat voortzetting van de behandeling binnen het FPC geïndiceerd wordt geacht. Een voorwaardelijke beëindiging brengt op dit moment volgens de instelling een matig tot hoog risico op recidive met zich mee.

Ter zitting heeft de deskundige [naam deskundige] daaraan toegevoegd dat ze hebben gemerkt dat [naam TBS gestelde] binnen de kliniek vrij weinig nieuwe stappen zet op het gebied van werk. De reden hiervoor is gelegen in het feit dat hetgeen kan worden aangeboden in de omgeving van de kliniek van een lager niveau is dan hetgeen [naam TBS gestelde] in de toekomst wil gaan doen. Er zal met [naam TBS gestelde] overlegd worden wat de mogelijkheden zijn om hem binnen de kliniek meer uitdaging te geven aangezien het in de praktijk brengen van de doorlopen behandelingen eerst binnen de kliniek dient plaats te vinden en daarna pas naar buiten kan worden gegaan.

De lopende behandelingen, onder meer tot het verkrijgen van inzicht in zichzelf en in het delict, zullen naar verwachting in september worden afgerond. Het is mogelijk dat uit die behandelingen nieuwe behandeling voortvloeien. Het belangrijkste behandeldoel is het leren toepassen van de vaardigheden en het toewerken naar inbedding in het gewone maatschappelijke leven.

4 Het standpunt van de officier van justitie

5 Het standpunt van de verdediging

6 Het oordeel van de rechtbank

7 De toepasselijke wetsartikelen

8 De beslissing