Home

Rechtbank Rotterdam, 17-05-2017, ECLI:NL:RBROT:2017:4318, C/10/466077 / HA ZA 14-1274

Rechtbank Rotterdam, 17-05-2017, ECLI:NL:RBROT:2017:4318, C/10/466077 / HA ZA 14-1274

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
17 mei 2017
Datum publicatie
9 juni 2017
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2017:4318
Zaaknummer
C/10/466077 / HA ZA 14-1274

Inhoudsindicatie

Verhuur van treinwagons. Frans (overeenkomsten)recht. Defect aan draaistel. Recall voor onderzoek/reparatie. Tekst van de overeenkomst en de algemene voorwaarden leidend. De huurder kan zich met succes op artikel 8.5 van de algemene voorwaarden beroepen zodat zij de huur over de periode dat zij de wagons niet kon gebruiken vanwege de recall niet verschuldigd is. Eventueel door de huurder gemaakte transportkosten in verband met de recall komen op grond van artikel 5 van de huurovereenkomst en artikel 6 van de algemene voorwaarden ten laste van de huurder. De transportkosten in verband met de restitutie van de wagons bij het einde van de huurovereenkomst komen op grond van artikel 5 en 6 van de algemene voorwaarden ten laste van de huurder. Nu niet is komen vast te staan dat wilsovereenstemming is bereikt over restitutie aan de Frans-Belgische grens, blijven de door de huurder gemaakte kosten voor teruglevering op de door de verhuurder aangegeven plaatsen voor haar rekening. Verrekening.

Uitspraak

vonnis

Team haven en handel

zaaknummer / rolnummer: C/10/466077 / HA ZA 14-1274

Vonnis van 17 mei 2017

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

GLENCORE AGRICULTURE B.V.,

gevestigd te Rotterdam,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. V.R. Pool te Rotterdam,

tegen

de vennootschap naar het recht van de plaats van haar vestiging

MILLET SAS,

gevestigd te Parijs, Frankrijk,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. J. Blussé van Oud-Alblas te Rotterdam.

Partijen zullen hierna Glencore en Millet genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding van 1 oktober 2014 met producties;

-

het tussenvonnis van 7 oktober 2015 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken in het bevoegdheidsincident;

-

de conclusie van antwoord tevens van eis in reconventie met producties;

-

het tussenvonnis van 24 februari 2016;

-

de zittingsagenda van 14 april 2016;

-

de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte houdende overlegging producties en akte wijziging van eis in conventie;

-

de brief van mr. Blussé van Oud-Alblas van 29 april 2016 met bezwaar tegen de eiswijziging en tegen overlegging van de producties 17 en 18;

-

het proces-verbaal van comparitie van 10 mei 2016;

-

de brief van de advocaat van Glencore van 26 mei 2016 met de mededeling dat partijen geen schikking hebben getroffen;

-

de brief van de advocaat van Glencore van 7 juni 2016 met opmerkingen over het proces-verbaal;

-

de akte na comparitie van Millet van 6 juli 2016 met producties;

-

de antwoordakte van Glencore van 31 augustus 2016 met productie;

-

de akte uitlaten productie van Millet van 5 oktober 2016.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

Glencore handelt in grondstoffen. De activiteiten van Millet bestaan onder meer uit de verhuur van treinwagons.

2.2.

Op 19 april 2012 hebben partijen het ‘rental contract Glencore no 1’ (hierna: de huurovereenkomst) ondertekend. Deze huurovereenkomst heeft betrekking op ’20 railcars with option for 80 additional railcars‘ van het type ‘new railcar 90 tons total weight Capacity: 101 m³’. Op de huurovereenkomst zijn de algemene voorwaarden voor de verhuur van industriële wagons (AFWP nr 14873), hierna: de algemene voorwaarden, van toepassing.

2.3.

In de huurovereenkomst is de volgende clausule opgenomen:

“5/TRANSPORTATION FEES All transportation costs payable by Glencore”

Onder deze clausule staat met de hand geschreven: “as per appendix”.

2.4.

De algemene voorwaarden luiden, voor zover relevant, als volgt:

4 ARTIKEL IV - ONDERHOUD

4.1

De huurder verplicht zich ertoe om het materieel aan te dienen voor de periodieke inspecties die enerzijds worden opgelegd door alle reglementaire, conventionele en gebruikelijke voorschriften, en anderzijds door de geldende wetgeving, en voor het door de verhuurder erkende en toegepaste onderhoudsschema. (Jaarlijks programma dat wordt doorgegeven in december van het jaar N-1).

Dit aandienen zal plaatsvinden binnen de reglementaire termijnen, volgens een afgesproken programma, en bij een gespecialiseerde werkplaats, gekozen door de verhuurder.

(…)

4.4

Alle andere onderhoudshandelingen worden uitsluitend uitgevoerd op initiatief van de verhuurder, waarbij de huurder zich ertoe verplicht om het materieel aan te dienen voor de uitvoer van deze handelingen op een nader overeen te komen datum en op de door de verhuurder aangegeven plaats.

(…)

4.5

De kosten met betrekking tot de hierboven bepaalde onderhoud van de komen ten laste:

4.5.1

van de verhuurder, voor de werkzaamheden die het gevolg zijn van de normale slijtage van het materieel en die noodzakelijk zijn voor het juiste gebruik en behoud ervan, alsook de werkzaamheden die enerzijds worden opgelegd door de voorschriften en gewoontes, en anderzijds door de geldende wetgeving.

4.5.2

van de huurder, voor alle andere onderhoud van de en in het bijzonder het ontgassen, reinigen, neutraliseren en vernietigen van het product als het materieel wordt verzonden voor reparatie, revisie of restitutie aan de verhuurder.

5 ARTIKEL V – RESTITUTIE

(…)

5.2

Het materieel moet volledig leeg worden gerestitueerd, vrij van alle kosten, op de plaats aangegeven door de verhuurder, in de staat waarin het zich bevond op het moment van tenlasteneming, behalve normale slijtage door het gebruik.

(…)

6 ARTIKEL VI – TRANSPORTKOSTEN

De transportkosten die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling en de restitutie van het materieel, alsook alle andere kosten die worden gemaakt in de loop van de duur van het contract, komen ten laste van de huurder, zoals ook de andere te betalen belastingen in verband met het transport en de opslag van het materieel.

(…)

8 ARTIKEL VIII – VERVALDATUM VAN DE HUUR

(…)

8.1

De huur begint te lopen op de datum van terbeschikkingstelling van het materieel.

(…)

In het geval dat het onderzoek op tegenspraak, dat wordt uitgevoerd bij de terbeschikkingstelling, zou uitwijzen dat er een noodzaak bestaat om bepaalde werkzaamheden uit te voeren voor het opnieuw in staat brengen van het materieel, begint de huur pas te lopen na voltooiing van deze werkzaamheden.

8.2

De huur loopt tot op de datum waarop het materieel effectief wordt gerestitueerd aan de verhuurder, onder de voorwaarden bepaald in artikel V. Hetzelfde geldt tijdens de uitvoer van de werkzaamheden bedoeld in paragraaf 5.6

8.3

De huur blijft lopen tijdens de werkzaamheden in werkplaatsen, bepaald in artikel IV, paragrafen 4.1 en 4.4.

Wanneer de huurder het programma en de data overeengekomen in artikel IV in acht heeft genomen, is de huur niet langer verschuldigd over de periodes langer dan die zijn aangegeven in de tabel van bijlage A.

8.4

De huur blijft lopen gedurende de tijd dat het materieel stilligt als gevolg van schade.

8.5

De huur is niet verschuldigd als de huurder het bewijs kan aandragen dat de stillegging het gevolg is van één van de uitzonderingsbepalingen vastgelegd in 10.1.2, of van verlies, averij of schade waarvan het Enterprise Ferroviaire (spoorwegbedrijf) (EF) en/of de Gestionnaire d’Infrastructure (beheerder van infrastructuur) (GI) de aansprakelijkheid aanvaardt volgens artikel 10.1.3.1.

8.6

De huur wordt opgeschort in de gevallen bepaald in 10.1.3.2. tot aan de minnelijke of gerechtelijke vaststelling van de aansprakelijkheden.

(…)

10 ARTIKEL X – AANSPRAKELIJKHEID

10.1

SCHADE AAN HET MATERIEEL

10.1.1.

De huurder is vergoeding verschuldigd van ieder verlies, iedere averij of schade aan het gehuurde materieel, onder voorbehoud van de beschikking hierna onder 10.1.2 en 10.1.3.

10.1.2.

De huurder kan zich enkel ontheffen van zijn verplichting van vergoeding door het bewijs aan te dragen dat het verlies, de averij of de schade te wijten zijn:

 aan een gebrek eigen aan het materieel,

 aan een geval van overmacht,

 aan een fout van de verhuurder, zijn personeel of zijn rechthebbenden,

 aan een derde,

 aan oorlog.

(…)”

2.5.

In mei/juni 2013 wordt bekend dat er een gebrek/afwijking (défauts/anomalie), hierna: het defect, is geconstateerd aan het draaistel (bogie) van het type AFR 22 en besluit de fabrikant Titagarh Wagon AFR (hierna: Titagarh) om de wagons die zijn uitgerust met dit type draaistel terug te halen voor onderzoek/reparatie, hierna: de recall.

2.6.

Glencore heeft de huurovereenkomst bij mail van 10 januari 2014 tegen 15 mei 2014 opgezegd.

2.7.

Millet heeft bij brief van 23 januari 2014 aan Totalcare/Glencore laten weten dat de wagons niet meer gebruikt mogen worden: “It’s from now forbidden loading any of these hopper cars after the next unloading”.

3 Het geschil

4 De beoordeling

5 De beslissing