Rechtbank Overijssel, 11-07-2017, ECLI:NL:RBOVE:2017:2756, 08/960078-15 (LP) (P)
Rechtbank Overijssel, 11-07-2017, ECLI:NL:RBOVE:2017:2756, 08/960078-15 (LP) (P)
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Overijssel
- Datum uitspraak
- 11 juli 2017
- Datum publicatie
- 11 juli 2017
- ECLI
- ECLI:NL:RBOVE:2017:2756
- Zaaknummer
- 08/960078-15 (LP) (P)
Inhoudsindicatie
Een 42-jarige man uit Assendelft is vrijgesproken van witwassen van bijna 2 miljoen euro en het hebben of gebruiken van een vervalst huurcontract. Zie ook uitspraak ECLI:NL:RBOVE:2017:2758 voor vrijgesproken medeverdachte.
Uitspraak
Afdeling Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/960078-15 (LP) (P)
Datum vonnis: 11 juli 2017
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1975 in [geboorteplaats] (Joegoslavië),
wonende te [woonplaats] .
1 Het onderzoek op de terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 29 maart 2016, 29 september 2016 en 27 juni 2017.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. E. van Doorn en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. S.V. Ramdihal, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.
2 De tenlastelegging
De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging van 29 september 2016, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan:
feit 1: (medeplegen) van gewoontewitwassen c.q. (schuld)witwassen;
feit 2: (medeplegen) van valsheid in geschrift c.q. opzettelijk gebruik maken van een vals/vervalst huurcontract dan wel opzettelijk een dergelijk huurcontract voorhanden hebben.
Voluit luidt de tenlastelegging - na wijziging van de tenlastelegging van 29 september 2016 - aan verdachte, dat:
1.
hij, in of omstreeks de periode van 01 augustus 2014 tot en met 11 augustus 2015,
te Amsterdam, althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans zich schuldig
heeft gemaakt aan (schuld)witwassen,
immers heeft hij, verdachte en/of (één of meer van) zijn mededader(s),
meerdere grote (contante) geldbedragen, waaronder:
- EUR 1.990.400 van 28 maart 2015 tot en met 30 maart 2015 en/of
- EUR 24.000 van 01 augustus 2014 tot en met 11 augustus 2015, althans van enig(e) (contante) geldbedrag(en),
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding
en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld en/of verborgen en/of verhuld
wie de rechthebbende is
en/of enig(e) geldbedrag(en) en/of goed(eren) verworven en/of voorhanden gehad
en/of overgedragen en/of omgezet, terwijl hij, verdachte, wist, althans
redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit/deze (contante) geldbedragen
- onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
2.
hij, in of omstreeks de periode van 01 augustus 2014 tot en met 11 augustus 2015,
te Amsterdam (althans elders in Nederland), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een huurcontract betreffende het perceel aan de [adres] te
Amsterdam, zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen,
valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst,
met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen
te doen gebruiken,
doordat hij en/of zijn mededader(s) opzettelijk valselijk en/of in strijd met de waarheid – zakelijk weergegeven - voormeld huurcontract op schrift hebben gesteld en/of hebben opgemaakt met als naam van de huurder ' [naam 1] ' niet zijnde de huurder van
voornoemd perceel en/of van een valse handtekening hebben voorzien,
en/of opzettelijk gebruik heeft gemaakt van voornoemd huurcontract als ware
het echt en onvervalst dan wel opzettelijk voornoemd huurcontract voorhanden
heeft gehad, terwijl hij wist althans redelijkerwijs moest vermoeden dat
voornoemd huurcontract bestemd is voor zodanig gebruik.
3 De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.