Home

Rechtbank Overijssel, 06-06-2017, ECLI:NL:RBOVE:2017:2313, 5960000 \ CV EXPL 17-1681

Rechtbank Overijssel, 06-06-2017, ECLI:NL:RBOVE:2017:2313, 5960000 \ CV EXPL 17-1681

Gegevens

Instantie
Rechtbank Overijssel
Datum uitspraak
6 juni 2017
Datum publicatie
7 juni 2017
ECLI
ECLI:NL:RBOVE:2017:2313
Zaaknummer
5960000 \ CV EXPL 17-1681

Inhoudsindicatie

Loondoorbetaling. Aangeboden werkzaamheden kunnen niet als 'passend' worden beschouwd.

Uitspraak

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Almelo

Zaaknummer : 5960000 \ CV EXPL 17-1681

Vonnis in kort geding van 6 juni 2017

in de zaak van

[eiseres] ,wonende te [woonplaats] ,

eisende partij, hierna te noemen [eiseres] ,

gemachtigde: mr. E.C. de Bie, werkzaam bij ARAG Legal Services, te Leusden,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid EAZY HAIR HOLLAND B.V.,gevestigd en kantoorhoudende te 's-Hertogenbosch,

gedaagde partij, hierna te noemen Eazy Hair,

gemachtigde: mr. R.H.G. Hartman, advocaat te Rotterdam.

1 De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

1.1.

De namens [eiseres] betekende dagvaarding van 12 mei 2017, waarbij [eiseres] een vordering heeft ingesteld tot het treffen van een voorlopige voorziening en Eazy Hair heeft opgeroepen ter zitting in kort geding te verschijnen. De namens Eazy Hair ingebrachte conclusie van antwoord.

1.2.

Partijen hebben ter voorbereiding van de mondelinge behandeling nog producties in het geding gebracht.

1.3.

De vordering is behandeld ter zitting van 29 mei 2017.

[eiseres] is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde.

Eazy Hair, vertegenwoordigd door mevrouw [A] , regiomanager, is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde.

1.4.

[eiseres] heeft haar standpunt laten toelichten door haar gemachtigde.

De gemachtigde van Eazy Hair heeft tegen de vordering verweer gevoerd en daarbij gebruik gemaakt van pleitaantekeningen.

1.5.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[eiseres] , geboren [1985] , is met ingang van 1 november 2009 werkzaam bij Eazy Hair, laatstelijk in de functie van salonleidster, tegen een salaris van € 2.014,49 bruto per maand, exclusief 8% vakantietoeslag. [eiseres] heeft een dienstverband van 32 uur per week.

[eiseres] heeft zich met ingang van 13 december 2016 ziek gemeld.

3 Het geschil

3.1.

De vordering

3.1.1.

[eiseres] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

I. Eazy Hair te veroordelen haar verplichtingen uit hoofde van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst naar behoren na te komen, in het bijzonder;

a. Eazy Hair te veroordelen onder overlegging van een deugdelijke specificatie aan [eiseres] te betalen het achterstallige loon van 24 april 2017 tot en met 30 april 2017 ad € 470,07 te vermeerderen met 8% vakantietoeslag;

b. Eazy Hair te veroordelen het salaris van € 2.014,49 bruto, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag, te blijven voldoen vanaf 1 mei 2017 totdat de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze is beëindigd;

c. Eazy Hair te veroordelen tot het betalen aan [eiseres] van de wettelijke verhoging wegens vertraging over het achterstallige salaris op grond van artikel 7:625 BW vanaf de datum van opeisbaarheid van die bedragen tot aan de dag der algehele voldoening;

d. Eazy Hair te veroordelen tot het betalen aan [eiseres] de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de som van het achterstallige salaris vanaf de datum van opeisbaarheid van die bedragen tot aan de dag der algehele voldoening;

II. Eazy Hair te veroordelen tot het betalen van de buitengerechtelijke kosten ad € 70,51 ter zake buitengerechtelijke kosten;

III. Eazy Hair te veroordelen tot betaling van de kosten van deze procedure waaronder mede begrepen een bedrag aan salaris van de gemachtigde van [eiseres] .

IV. Eazy Hair te veroordelen in de nakosten met bepaling dat indien deze kosten niet binnen twee weken na betekening van het vonnis zijn betaald, Eazy Hair daarover de wettelijke rente is/zijn verschuldigd vanaf dat moment tot aan de dag van algehele voldoening. De nakosten worden begroot op een bedrag van € 131,00.

3.1.2.

[eiseres] legt, samengevat, het navolgende aan haar vordering ten grondslag.

3.1.3.

Eazy Hair heeft ten onrechte met ingang van 24 april 2017 een loonstop toegepast. Eazy Hair heeft zich ten onrechte op het standpunt gesteld dat [eiseres] geweigerd heeft passende arbeid te verrichten. Voor [eiseres] is bij Eazy Hair geen passende arbeid beschikbaar. Dit blijkt met name uit het deskundigenbericht van 18 mei 2017 van verzekeringsarts in opleiding D.J. van Nus, werkzaam bij het UWV, vestiging Hengelo. Hierin staat te lezen dat voor [eiseres] geen passend werk is bij Eazy Hair.

Einddoel van re-integratie van [eiseres] dient te zijn terugkeer in de eigen functie en er zijn geen (blijvende) medische belemmeringen die dit beletten. Eazy Hair heeft ten onrechte [eiseres] in een andere functie willen plaatsen.

Ten onrechte heeft mr. Hartman contact gezocht met de bedrijfsarts in de hoedanigheid van casemanager. Dit terwijl hij de advocaat van Eazy Hair is.

3.2.

Het verweer

3.2.1.

Eazy Hair concludeert tot afwijzing van de vordering. De loonstop is terecht, want [eiseres] is passende arbeid aangeboden en zij heeft geweigerd deze te verrichten. Van haar kon redelijkerwijs worden gevergd haar werkzaamheden te hervatten. [eiseres] is arbeidsgeschikt. Er is geen sprake van arbeidsongeschiktheid, maar er is sprake van een arbeidsgeschil. [eiseres] verzet zich tegen een functiewijziging. Echter tussen partijen is een eenzijdig wijzigingsbeding overeengekomen. [eiseres] had aannemelijk moeten maken dat met het oog op (de dreiging van) psychische of lichamelijke klachten van haar redelijkerwijs niet kon worden gevergd dat zij haar werkzaamheden zou verrichten (HR 27 juni 2008 Mak/SGBO).

3.2.2.

Het deskundigenoordeel voldoet niet aan de eisen die daaraan gesteld dienen te worden. Het medisch oordeel is uitgebracht door een verzekeringsarts in opleiding. Nu het oordeel van de verzekeringsarts in opleiding afwijkt van het oordeel van de bedrijfsarts had hij in overleg dienen te treden met de bedrijfsarts en moeten motiveren waarom hij afwijkt. Dit is niet gebeurd. De verzekeringsarts in opleiding heeft [eiseres] niet gezien en niet duidelijk is of alle stukken zijn meegewogen bij het deskundigenoordeel. Onduidelijk is of de verzekeringsarts de rapporten van de bedrijfsarts heeft gezien.

3.2.3.

Eazy Hair wijst op de berichten van de bedrijfsarts waarin het volgende is te lezen:

De bedrijfsarts heeft op 11 april 2017 het navolgende vastgesteld:

“…en het verslag van de mediation gelezen. Ik begrijp daaruit dat de werkneemster zeker wil werken liefst in eigen werk en dat de werkgever terugkeer in eigen salon niet haalbaar acht (vertrouwensbreuk? En hij biedt haar wel werk in een andere salon (lees ik) ik acht haar niet arbeidsongeschikt voor het verrichten van arbeid. Ze kan wel werken en dat betekent dat ze wel arbeidsgeschikt is voor het verrichten van arbeid of in een andere salon of bij een andere werkgever.”

En op 18 april 2017:

Ze kan arbeid verrichten en er moet wel duidelijk zijn dat het een passende functie en

passende werkomgeving is, maar dat valt buiten mijn beoordeling als bedrijfsarts.”

3.2.4.

Het aanbod van Eazy Hair aan [eiseres] om de re-integratie op te pakken in de functie van haarstylist 2 te [plaats] kan worden aangemerkt als het aanbieden van passende arbeid. [eiseres] zou in [plaats] ook geen last hebben van contact met [A] . [eiseres] functioneert niet goed in de functie van salonleidster. Dat is onder meer naar voren gekomen in de observatie d.d. 9 februari 2017. Ook leden van haar team hebben zich in deze zin uitgelaten.

3.2.5.

Eazy Hair heeft aangevoerd dat Hartman de bedrijfsarts kenbaar heeft gemaakt dat hij advocaat is.

4 De beoordeling

5 De beslissing in kort geding