Home

Rechtbank Oost-Nederland, 20-02-2013, ECLI:NL:RBONE:2013:3209, C-07-198151 - HZ ZA 12-134

Rechtbank Oost-Nederland, 20-02-2013, ECLI:NL:RBONE:2013:3209, C-07-198151 - HZ ZA 12-134

Gegevens

Instantie
Rechtbank Oost-Nederland
Datum uitspraak
20 februari 2013
Datum publicatie
6 mei 2014
ECLI
ECLI:NL:RBONE:2013:3209
Zaaknummer
C-07-198151 - HZ ZA 12-134

Inhoudsindicatie

Makelaar aansprakelijk voor schade die opdrachtgever heeft geleden doordat in de huurwoning door de huurder (die door de makelaar naar voren was geschoven) een hennepplantage is onderhouden.

Uitspraak

vonnis

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Zwolle

zaaknummer / rolnummer: C/07/198151 / HZ ZA 12-134

Vonnis in vrijwaring van 20 februari 2013

in de zaak van

[eiser] ,

wonende te [plaats],

eiser,

advocaat mr. C.P.M. van de Wiel te Utrecht,

tegen

[gedaagde] ,

wonende te Hoorn,

gedaagde,

advocaat mr. E.J. Woud te Hoorn.

Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

het tussenvonnis van 5 september 2012

-

het proces-verbaal van comparitie van 18 oktober 2012.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[eiser] is eigenaar van de woning aan [adres] ([postcode]) te Hoorn. In verband met het in 2007 elders (Zeist) aanvaarden van een dienstbetrekking, heeft [eiser] besloten zijn woning te verkopen. Begin 2008 heeft [eiser] een aantal makelaars benaderd in verband met de verkoop van zijn woning, waaronder [gedaagde], destijds als makelaar werkzaam bij de Hoornse vestiging van Remax.

2.2.

Begin 2008 meldde zich bij [gedaagde] een stel dat op zoek was naar een tijdelijke woning. [gedaagde] heeft daarop bij e-mail d.d. 10 maart 2008 aan [eiser] voorgesteld diens woning te verhuren. [eiser] schrijft – voor zover van belang – in die e-mail:

“(…) Ik weet niet in welk stadium je je bevindt met betrekking tot het verkopen van je woning. Ik ben namelijk benaderd door klanten van mij welke op zoek zijn naar een huurwoning in de omgeving van het Station Kersenboogerd. Er is nieuwbouw gekocht en

zij moeten zsm hun woning verlaten wat deze is verkocht.

Wellicht een overweging om jou woning in te zetten voor de verhuur? Ze willen ongeveer € 750,00 per maand betalen aan huur excl gas, water en elektra ed..

(…)”

2.3.

[eiser] heeft daarop bij e-mail d.d. 10 maart 2008 gereageerd met de vraag “wat zijn de consequenties daarvan, is dit werkelijk zo makkelijk te regelen als je mail suggereert?”. Hierop heeft [gedaagde] als volgt gereageerd (e-mail d.d. 10 maart 2008):

“Tja eigenlijk wel.

Dit behoudens duidelijke afspraken te maken, contractueel. Ik zou, wanneer jij mij de verkoop zou gunnen, kunnen optreden als makelaar voor de verhuurder.

Hiermee kan ik jou volledig ontzorgen en ervoor zorgen dat huurder netjes op tijd zijn huur betaald, een maand borg stelt en het pand netjes bewoond.

Deze mensen komen uit mijn eigen netwerk en maken op mij een nette indruk.

Voordelen;

Maandelijks een extra inkomen, geen lasten meer.

Pand wordt weer netjes bewoond en onderhouden intern.

Nadeel:

Start verkoop wordt opgeschort, in hoeverre dit echt nadelig is met de huidige markt.

De huur kan worden aangegaan voor een termijn van 14 maanden met een maand borg. Het feit dat zij wachten op een andere woning geeft aan dat ze daadwerkelijk de woning tijdig zullen verlaten. In mijn beleving weinig risico voor jou.

Ik hoor wel wat je ervan vindt en welke vragen resteren.”

2.4.

[gedaagde] heeft [eiser] geadviseerd het energiecontract op zijn eigen naam te laten staan.

2.5.

Naar aanleiding van de e-mail d.d. 25 maart 2008 van [gedaagde] aan [eiser], inhoudende dat de potentiële huurders graag wilden weten of de [eiser] wilde verhuren, heeft [eiser] bij e-mail d.d. 26 maart 2008 laten weten te kunnen instemmen met verhuur van zijn woning.

2.6.

Vervolgens heeft [gedaagde] [eiser] bij e-mail d.d. 4 april 2008 – voor zover van belang – als volgt bericht:

“(…)

Ik heb morgen een afspraak met de huurders staan, dit om personalia door te nemen en vervolgens het contract te ondertekenen. Tevens zullen zij contant de borg en eerste huurperiode meenemen.

Ik heb namelijk een extra rekening geopend voor de verhuur van panden en deze rekening is volgende week actief. De volgende huursom wordt dan ook op dat rekeningnummer overgemaakt door de huurders.

Wat ik wil voorstellen is om de te betalen nota aan mij (á € 750,-) weg te strepen voor de eerste maand huur. Als reden dat onze betaling direct vereffend is en ik wanneer de rekening actief is alleen de borg kan storten. De volgende termijnen zullen worden overgemaakt op mijn rekening en ik zal vervolgens deze doorstorten richting jou rekening. Hierdoor houd ik controle op betalingen ed.

(…)”

2.7.

De huurder, de heer [naam], heeft de huurovereenkomst, lopende van 7 april 2008 tot 1 juli 2009, d.d. 5 april 2008 ondertekend.

2.8.

De huurbetalingen werden niet tijdig en onregelmatig door [eiser] ontvangen.

2.9.

Op 25 februari 2009 werd er door opsporingsambtenaren een inval gedaan in de woning aan [adres] waarbij een hennepplantage werd aangetroffen. Ten tijde van de inval was de hennepplantage niet meer actief. Uit onderzoek van de politie bleek dat de huurder, [naam], niet in de Gemeentelijke Basis Administratie voorkomt.

2.10.

[eiser] heeft aangifte gedaan van verduistering en vernieling van zijn spullen in en aan zijn woning. Het Openbaar Ministerie heeft [gedaagde] vervolgd, maar in de strafprocedure is [gedaagde] vrijgesproken omdat er voor een strafrechtelijke veroordeling onvoldoende overtuigend en wettig bewijs was.

2.11.

In de hoofdprocedure is [eiser] door Liander gedagvaard tot betaling van de buiten de meter om afgenomen elektriciteit in verband met de hennepplantage. Bij tussenvonnis van 30 januari 2013 in de hoofdzaak is geoordeeld dat [eiser] gehouden is Liander de schade te vergoeden die het gevolg is van het illegale energieverbruik. De omvang van de schade dient nog te worden vastgesteld.

3 Het geschil

3.1.

[eiser] vordert bij vonnis – voor zoveel mogelijk – uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde]:

I om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te betalen al hetgeen waartoe [eiser] in de hoofdzaak (met zaaknummer 192139/HZ ZA 11-1034) mocht worden veroordeeld, maar waarvoor [gedaagde] in de onderlinge verhoudingen draagplichtig is, inclusief de proceskosten van de hoofdzaak, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, vanaf 14 dagen na het wijzen van het vonnis;

II met betrekking tot de schade aan de woning, [gedaagde] te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te betalen een bedrag van € 37.298,-, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de dag der dagvaarding, althans een datum zoals de rechtbank in goede jusitite zal vaststellen tot aan de dag der algehele voldoening;

III [gedaagde] te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te betalen een bedag van € 289,-, voor de kosten die [eiser] heeft moeten maken ter vaststelling van de aansprakelijkheid en een bedrag van € 5.250,-, ten aanzien van de gederfde huurpenningen, de niet terugontvangen borg en de betaling ten aanzien van de niet verrichte diensten van [gedaagde], althans door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedragen, beide vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de dag der dagvaarding, althans een datum zoals de rechtbank in goede justitie zal vaststellen tot aan de dag der algehele voldoening

IV [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten van dit geding alsmede de kosten van het incident, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, vanaf 14 dagen na het wijzen van het vonnis.

Het verzoek om veroordeling van [gedaagde] is gericht aan de kantonrechter. De rechtbank gaat er van uit dat hier sprake is van een kennelijke verschrijving, aangezien in het petitum zelf de rechtbank wordt genoemd.

3.2.

[gedaagde] voert verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing