Home

Rechtbank Noord-Nederland, 04-04-2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:1905, 5701818 AR VERZ 17-15

Rechtbank Noord-Nederland, 04-04-2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:1905, 5701818 AR VERZ 17-15

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
4 april 2017
Datum publicatie
24 mei 2017
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2017:1905
Zaaknummer
5701818 AR VERZ 17-15

Inhoudsindicatie

Verzoek tot ontbinding arbeidsovereenkomst verpleegkundige op grond van artikel 7:669 lid 3 onderdeel e BW (verwijtbaar handelen of nalaten) toegewezen onder toekenning transitievergoeding

Uitspraak

Afdeling Privaatrecht

Locatie Groningen

zaak-/rolnummer: 5701818 AR VERZ 17-15

beschikking van de kantonrechter van 4 april 2017

inzake

de stichting

Stichting Lentis Maatschappelijke Onderneming,

gevestigd te (9471 KA) Zuidlaren, E 6,

verzoekende partij,

gemachtigde: mr. A. Baas, advocaat te Groningen (Guyotplein 5-1, 9712 NX),

tegen

[naam] ,

wonende te [woonplaats] , [adres] ,

verwerende partij,

gemachtigde: mr. T.J. Hidding, advocaat te Groningen (Oosterweg 62, 9724 CK).

Partijen zullen hierna de werkgever en de werknemer worden genoemd.

PROCESGANG

De werkgever heeft een verzoek gedaan om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden, ingekomen ter griffie op 6 februari 2017. De werknemer heeft op 7 maart 2017 een verweerschrift ingediend.

Op 20 maart 2017 heeft een zitting plaatsgevonden, in aanwezigheid van partijen (de werkgever deugdelijk vertegenwoordigd) en hun gemachtigden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen en hun gemachtigden, mede aan de hand van pleitaantekeningen, ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

Ten slotte is bepaald dat uitspraak zal worden gedaan op heden.

OVERWEGINGEN

1 De feiten

1.1.

Het volgende staat tussen partijen vast en acht de kantonrechter van belang.

1.2.

De werknemer, geboren [geboortedatum] , is op 1 februari 2001 in dienst getreden bij de werkgever. De laatste functie die de werknemer vervulde, is die van verpleegkundige, met een salaris van € 2.706,70 bruto. Op de arbeidsovereenkomst is de Collectieve Arbeidsovereenkomst GGZ van toepassing (hierna: de CAO).

1.3.

De werkgever biedt geestelijke gezondheidszorg aan mensen die bekend zijn met psychiatrische dan wel psychische problematiek en die al dan niet opname nodig hebben.

De werkgever werkt vanuit verschillende locaties met elk hun eigen achtergrond en doelgroep in hoofdzakelijk de provincies Groningen en Drenthe.

1.4.

De werknemer is als verpleegkundige verbonden aan de locatie Beschermd Wonen in Stadskanaal. De problematiek van de bewoners van de woonvorm is psychiatrisch dusdanig complex dat ze (nog) in een beschermde woonvorm verblijven.

1.5.

De bewoners krijgen behandeling van een behandelteam. De woonbegeleiding wordt uitgevoerd door woonbegeleiders. De woonbegeleiders zijn verpleegkundigen met een mbo- of hbo-opleidingsniveau en agogische begeleiders. Het accent ligt op het persoonlijk begeleiderschap in de richting van herstelgerichte zorg. Elke bewoner heeft een persoonlijk begeleider.

1.6.

De werknemer was de persoonlijk begeleider van een mannelijke bewoner.

1.7.

In juni 2016 heeft zij deze bewoner voorgesteld om de rug te wassen van een andere vrouwelijke bewoner, met wie hij al enige tijd een relatie heeft. Zowel de mannelijke als de vrouwelijke bewoner hebben met dit voorstel ingestemd, waarna de mannelijke bewoner de rug van de vrouwelijke bewoner heeft gewassen.

1.8.

Van het gesprek dat beiden tijdens het wassen hadden heeft de werknemer zonder toestemming en medeweten van de bewoners geluidsopnamen gemaakt. Deze geluidsopnamen heeft zij aan meerdere collega’s laten horen.

1.9.

Omdat een van de collega’s haar daarop aansprak, heeft de werknemer de geluidsopnamen gewist.

1.10.

Nadat de werkgever op 12 september 2016 op de hoogte raakte van hetgeen was voorgevallen, heeft een gesprek plaatsgevonden tussen partijen. Vervolgens is de directie van de werkgever ingelicht. De directie heeft aangegeven een nader onderzoek te willen instellen en op 13 september 2016 is de werknemer op non-actief gesteld.

1.11.

De onderzoekscommissie die de directie heeft ingesteld heeft na onderzoek geoordeeld dat de werknemer zich bij herhaling grensoverschrijdend heeft gedragen in verschillende situaties bij verschillende kwetsbare bewoners.

1.12.

Op 29 december 2016 heeft de werkgever de werknemer meegedeeld dat zij de kantonrechter zal verzoeken om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden.

2 Het verzoek

De werkgever verzoekt de arbeidsovereenkomst met de werknemer te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, van het Burgerlijk Wetboek (BW), in verbinding met artikel 7:669 lid 3, onderdeel e BW. Aan dit verzoek legt de werkgever ten grondslag dat sprake is van – kort gezegd – verwijtbaar handelen dan wel nalaten van de werknemer dat zodanig is dat van de werkgever redelijkerwijs niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De werkgever is van mening dat de werknemer daarbij geen transitievergoeding of een billijke vergoeding toekomt.

3 Het verweer

De werknemer verweert zich tegen het verzoek en stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen. Zij voert daartoe – samengevat – aan dat zij niet zodanig verwijtbaar heeft gehandeld dan wel nagelaten dat de arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden. Mocht de kantonrechter de arbeidsovereenkomst toch ontbinden, dan heeft zij volgens haar recht op een transitievergoeding en een billijke vergoeding.

4 De beoordeling