Home

Rechtbank Noord-Nederland, 31-10-2013, ECLI:NL:RBNNE:2013:6557, 587724 - CV EXPL 13-6008

Rechtbank Noord-Nederland, 31-10-2013, ECLI:NL:RBNNE:2013:6557, 587724 - CV EXPL 13-6008

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
31 oktober 2013
Datum publicatie
1 november 2013
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2013:6557
Zaaknummer
587724 - CV EXPL 13-6008

Inhoudsindicatie

opzegging huurovereenkomst; mondeling; vormvereiste; rechtsgeldige opzegging

Uitspraak

Afdeling privaatrecht

Locatie Groningen

Zaak\rolnummer: 587724 \ CV EXPL 13-6008

Vonnis d.d. 31 oktober 2013

inzake

[naam], h.o.d.n. vennootschap onder firma Tormentil In &Verkoop Gebruikte Goederen,

wonende en zaakdrijvende te [plaatsnaam],

eiser, hierna [eiser] te noemen,

gemachtigde Flanderijn en Van den Borg, gerechtsdeurwaarders

tegen

de besloten vennootschap Meubelhal De Fabriek B.V.,

voorheen gevestigd te Sint Anna Parochie, ten kantore van de vereffenaar de besloten vennootschap [naam] en [naam] Holding B.V. te Zwaagwesteinde,

gedaagde, hierna te noemen Meubelhal,

gemachtigde mr. E.J.Postma (postbus 129, 9230 AC Surhuisterveen).

PROCESGANG

[eiser] heeft bij dagvaarding, op de daarin geformuleerde gronden, gevorderd bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Meubelhal te veroordelen tot betaling van een bedrag aan hoofdsom van € 9.771,17 te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf de dag der dagvaarding en met veroordeling van Meubelhal in de kosten van de procedure.

Meubelhal heeft de vorderingen betwist.

Bij vonnis van 18 juli 2013 is een comparitie van partijen bepaald.

Die comparitie heeft plaatsgehad op 9 oktober 2013. Partijen zijn verschenen in bijzijn van hun raadslieden. [eiser] is daarbij in persoon verschenen, Meubelhal is verschenen bij haar directeur-grootaandeelhouders [A] en [B].

Partijen hebben een nadere toelichting gegeven op hun standpunten.

Tussen partijen is geen regeling tot stand gekomen zodat thans nader dient te worden beslist.

Vonnis is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

1 De feiten

1.1

Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet, althans onvoldoende gemotiveerd weersproken, het volgende vast.

1.2

Partijen zijn ingaande 1 maart 2011 een huurovereenkomst aangegaan met betrekking tot de bedrijfsruimte/showroom/winkelruimte aan [straatnaam] in [plaatsnaam]. In de huurovereenkomst is onder meer bepaald dat zowel voor huurder als verhuurder een opzegtermijn van vier maanden geldt. Voorts is bepaald: "De opzegging zal schriftelijk moeten worden ingediend. " In de huurovereenkomst is een huurprijs vermeld van € 2.000,00 per maand exclusief BTW en exclusief bijkomende energiekosten.

1.3

De heer [B] van Meubelhal heeft op 27 oktober 2012 gebeld met [eiser]. Op de Facebookpagina van [eiser] is op 28 oktober 2012 onder meer vermeld: "Altijd al met de gedachte rondgelopen om iets voor jezelf te beginnen? Dit is misschien je kans!! Op A- locatie meeprofiteren van de drukte op Industrieterrein Lauwerskwartier...!

Binnenkort te huur…! Bedrijfsruimte naast Tormentil "

Voorts heeft [eiser] op zijn website op enig moment onder meer vermeld dat de betreffende locatie vanaf 1 januari 2013 te huur was.

2 Het standpunt van [eiser]

2.1

Meubelhal heeft, aldus bij dagvaarding, op 27 oktober 2012 [eiser] mondeling aangegeven dat zij haar bedrijvigheid "waarschijnlijk" wilde beëindigen. Daarbij is geen datum van beëindiging genoemd. [eiser] heeft Meubelhal daarbij gewezen op de geldende opzegtermijn van vier maanden en tevens gezegd dat de opzegging schriftelijk diende te geschieden. Van een schriftelijke opzegging is geen sprake geweest.

2.2

[eiser] betwist dat sprake is van een bevestiging van de opzegging van de huurovereenkomst middels Facebook. [eiser] is evenmin met Meubelhal overeengekomen dat de huurovereenkomst medio december 2012 is geëindigd. Meubelhal heeft de sleutel in het gehuurde achtergelaten en heeft ook tot op heden niet alle sleutels ingeleverd. Meubelhal heeft nadat zij het pand medio december 2012 had verlaten, aan [eiser] medegedeeld dat zij haar onderneming met ingang van 1 januari 2013 wilde beëindigen. [eiser] heeft daarop het pand in januari 2013 te huur aangeboden.

Zou er een huurovereenkomst met een nieuwe huurder zijn aangegaan, dan hadden de thans gevorderde huurtermijnen over de periode januari tot en met maart 2013 mogelijk beperkt kunnen worden.

2.3

[eiser] maakt aanspraak op de huurpenningen over de periode januari tot en met maart 2013. Uitgaande van een huurprijs van € 2.420,- per maand inclusief BTW is dat een bedrag van € 7.620,-.

2.4

[eiser] maakt voorts aanspraak op betaling van de openstaande factuur van 2 januari 2013 zijnde de afrekening energiekosten over de periode februari 2012 tot en met december 2012. Het gaat om een bedrag van € 2.934,46 minus een al betaald bedrag van € 1.547,22, uitmakend een te betalen bedrag van € 1.387,24.

2.5

Meubelhal heeft ten tijde van de huurovereenkomst een zwaailamp voor inbraakbeveiliging geplaatst en nadien verwijderd. Daardoor is een gat ontstaan in een damwandpaneel. Meubelhal heeft die schade niet hersteld. Blijkens een door [eiser] gevraagde offerte bedragen de kosten van reparatie € 300,00.

3 Het standpunt van Meubelhal

3.1 (

[B] van) Meubelhal heeft telefonisch de huurovereenkomst opgezegd tegen 1 januari 2013. [eiser] heeft daarop aangegeven niet anders te hebben verwacht. [eiser] heeft niet aangegeven dat een langere opzegtermijn gold. Meubelhal verwijst naar de mededeling van [eiser] op de Facebookpagina en de eigen website van [eiser] waarbij het gehuurde te huur wordt aangeboden per 1 januari 2013.

3.2

Meubelhal is vanaf 8 december 2012 met de verhuizing begonnen. Op 14 december 2012 bleek dat [eiser] het gehuurde als opslagruimte in gebruik had genomen voor onder meer meubels zodat Meubelhal het gehuurde niet bezemschoon kon opleveren. [eiser] gaf aan dat hij zich daarmee wel zou redden. Verder heeft [eiser] plakkaten op het gehuurde aangebracht waarop vermeld "te huur ". Met het zelf in gebruik nemen van het gehuurde heeft [eiser] te kennen gegeven dat de huur per die datum is geëindigd. [eiser] heeft op 17 december 2012 van Meubelhal de sleutel in ontvangst genomen.

[eiser] heeft dan ook het gerechtvaardigde vertrouwen van Meubelhal gewekt dat hij akkoord was met het eindigen van de huur per medio december 2012. Eerst in januari 2013 is daar via een schrijven van de deurwaarder op teruggekomen.

In ieder geval heeft Meubelhal niet meer het ongestoorde genot van het gehuurde gehad.

Meubelhal was op grond van die omstandigheden geen huur meer verschuldigd vanaf medio december 2012.

3.3

Meubelhal heeft het nog verschuldigde bedrag aan servicekosten verrekend met het te veel betaalde bedrag aan huur over de maand december 2012.

3.4

Meubelhal betwist subsidiair de hoogte van de vordering aan huurpenningen. Meubelhal heeft ingaande mei 2012 een huur van € 1.500,- exclusief BTW per maand betaald. [eiser] gaat ten onrechte uit van een huurprijs van € 2.0000,- exclusief BTW per maand.

3.5

[eiser] heeft het gehuurde in goede staat opgeleverd gekregen. [eiser] heeeft Meubelhal ook nimmer in gebreke gesteld en ook niet de kans gegeven om eventueel herstel zelf ter hand te nemen.

3.6

Meubelhal betwist de vordering buitengerechtelijke incassokosten.

4 Beoordeling

5 Proceskosten