Home

Rechtbank Noord-Holland, 20-04-2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:4934, 5768165

Rechtbank Noord-Holland, 20-04-2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:4934, 5768165

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
20 april 2017
Datum publicatie
10 juli 2017
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2017:4934
Zaaknummer
5768165

Inhoudsindicatie

Verzoek ontbinding arbeidsovereenkomst op d, g en h grond afgewezen

Uitspraak

Afdeling Privaatrecht

Sectie Kanton - locatie Alkmaar

Zaaknr./rolnr.: 5768165 \ AO VERZ 17-20 (NE)

Uitspraakdatum: 20 april 2017

Beschikking in de zaak van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Koedooder B.V.,

gevestigd te Blokker

verzoekende partij

verder te noemen: Koedooder

gemachtigde: mr. J.E. Hoetink

tegen

[naam verweerder] ,

wonende te [woonplaats]

verwerende partij

verder te noemen: [verweerder]

gemachtigde: mr. A.G.C.B. van der Weijden

1 Het procesverloop

1.1.

Koedooder heeft een verzoek gedaan om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. [verweerder] heeft een verweerschrift en een tegenverzoek ingediend.

1.2.

Op 21 maart 2017 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft Koedooder bij brieven van 13, 16 en 17 maart 2017 nadere producties toegezonden en verzocht de behandeling achter gesloten deuren te laten plaatsvinden. [verweerder] heeft bij brieven van 14 en 15 maart 2017 nog producties toegezonden.

2 De feiten

2.1.

Koedooder is een gespecialiseerd bouwbedrijf op het gebied van onderhouden, renoveren en restaureren van gevels. Koedooder is een familiebedrijf en wordt geleid door de heer [X 1] .

2.2.

Koedooder heeft een personeelsbestand van 60 medewerkers, waarvan 45 uitvoerende vaklieden en 15 medewerkers op het kantoor gevestigd in Blokker. Daarnaast werkt Koedooder op regelmatige basis in opdracht samen met onderaannemers en ZZP-ers. Deze groep bestaat uit 45 personen.

2.3.

[verweerder] , geboren 12 december 1974, is op 1 mei 2011 in dienst getreden bij Koedooder, eerst op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en vanaf 6 mei 2012 op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De functie die [verweerder] vervulde, is die van hoofd Financiële Administratie, met een salaris van laatstelijk € 3.590,45 bruto per vier weken exclusief overige emolumenten. Op de arbeidsovereenkomst is de Collectieve Arbeidsovereenkomst Bouw & Infra van toepassing.

2.4.

[verweerder] vormt samen met de directeur, de directeur P&O/KAM (Kwaliteit, Arbeidsomstandigheden, Milieu), het hoofd Verkoop en het hoofd Productie het managementteam van Koedooder. [verweerder] geeft leiding aan een administratief medewerker.

2.5.

In januari 2015 is Koedooder gestart met de implementatie van een nieuw softwareprogramma, genaamd: Bouwvision. [verweerder] was betrokken bij de implementatie van dat programma, dat de mogelijkheid geeft om de gehele administratie rondom bouwprojecten te administreren. Koedooder werd hierbij ondersteund door de softwareleverancier Herke ICT.

2.6.

In het najaar van 2015 heeft Koedooder de heer S. [Y] van S.K.B. B.V. Interim Management & Advies (hierna: [Y] ) aangetrokken voor een bedrijfsonderzoek. Dat heeft geleid tot een doorlichting van de organisatie. In dat kader zijn er in november 2015 ontwikkel-assessments afgenomen bij het personeel van Koedooder, waaronder [verweerder] . De conclusie van zijn assessment was dat [verweerder] uitermate geschikt was voor zijn functie.

2.7.

[Y] vervult naast zijn rol als extern adviseur de functie van hoofd Productie binnen Koedooder.

2.8.

Bij het functioneringsgesprek in 2014 is [verweerder] gemiddeld beoordeeld met een ‘goed’. Bij het functioneringsgesprek van 10 oktober 2016 is [verweerder] gemiddeld beoordeeld met een ‘voldoende’. Als verbeterpunten van [verweerder] worden genoemd: “1. Je zit nog te dicht op “de materie”. Houd overzicht anders kun je zaken missen. 2. Treasury management, maakt van heden betrouwbare inschatting van geldstromen. Actief debiteurenbeheer.” De gemaakte afspraken betreffen de afwikkeling van Bouwvision en het plannen van stafoverleg ook als er geen cijfers zijn. Als aanvullende afspraak wordt genoemd het systeem in de organisatie “ingebed te krijgen”. [verweerder] en [Y] gaan daar naar kijken.

2.9.

Op 21 november 2016 heeft [verweerder] een e-mail verstuurd naar zijn zus, [naam zus] die eveneens voor Koedooder werkzaam was, waarin hij zich negatief uitlaat over Koedooder.

2.10.

Op 13 januari 2017 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [verweerder] , [Y] en [X 1] waarbij aan [verweerder] is medegedeeld dat Koedooder het dienstverband wil beëindigen en dat er een nieuwe hoofd Administratie is aangenomen.

2.11.

Op 25 januari 2017 is door Koedooder aan [verweerder] een concept vaststellingsovereenkomst toegestuurd ter beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De gemachtigde van [verweerder] heeft dit voorstel bij brief van 29 januari 2017 afgewezen en tevens een tegenvoorstel gedaan.

2.12.

Bij brief van 2 februari 2017 is dit tegenvoorstel door de gemachtigde van Koedooder afgewezen en heeft hij voorts een hoger tegenbod gedaan. Daarbij staat in de brief dat [verweerder] , gelet op de positie die hij bekleedt bij Koedooder en de inmiddels ontstane situatie, met ingang van 3 februari 2017 wordt vrijgesteld van zijn werkzaamheden. Het aanbod van Koedooder is door [verweerder] onder een tegenbod afgewezen op 7 februari 2017.

2.13.

Bij brief van 9 februari 2017 heeft Koedooder een laatste voorstel gedaan. De gemachtigde van [verweerder] heeft daarop aan Koedooder per e-mail van 13 februari 2017 bericht dat [verweerder] niet akkoord gaat met het voorstel.

2.14.

Op 14 februari 2017 heeft Koedooder aan de gemachtigde van [verweerder] laten weten dat er een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst zal worden voorbereid en ingediend.

2.15.

[Y] heeft op 15 februari 2017, voor zover van belang, als volgt verklaard:

“(…) Vanaf februari 2016 is SKB (aanvulling kantonrechter: [Y] ) op diverse onderdelen gestart met de verbeterpunten. Voor wat betreft de administratie bestonden deze uit:

- Het begeleiden van de Hoofd Administratie bij het opzetten van een periodieke vastgestelde informatiecyclus; - Het begeleiden van de Hoofd Administratie bij het opzetten van periodiek resultaat verslaglegging; - De automatisering was niet gebruiksvriendelijk, er was geen instructie voor de gebruikers en ook output en rechtenstructuur was niet bekend;

(…)

De heer [verweerder] is gedurende een jaar wekelijks gecoacht om zijn functioneren te verbeteren. SKB heeft met de directie van Koedooder moeten constateren dat dit niet is geslaagd. (…) Het ontbreekt hem aan de noodzakelijke kennis en ervaring om zijn rol goed uit te oefenen en dit is hem niet (snel) aan te leren. Daarbij komt dat hij wel ziet wat er beter zou kunnen, echter het ontbreekt aan de vaardigheden dit zelf op te kunnen lossen.(…)”

2.16.

De heer [accountant] van Flynth, de accountant van Koedoorder, heeft op 15 februari 2017, voor zover van belang, als volgt verklaard:

“T/m 3e kwartaal heeft Flynth per kwartaal periode cijfers opgesteld. (…) Na het 3e kwartaal 2015 zijn deze werkzaamheden door ons gestaakt met de reden dat jullie deze cijfers zelf gingen opstellen. Na de cijfers van het 3e kwartaal hebben wij geen tussentijdse cijfers meer ontvangen en heeft er ook geen bespreking meer hierover plaatsgevonden.

Tijdens de bespreking van de jaarrekening 2015 hebben wij aandacht gevraagd voor de tussentijdse cijfers en de uitsplitsing per bedrijfsonderdeel, een wezenlijk benodigd inzicht voor jou. Dit inzicht was er (nog) niet waardoor in onze ogen sturing te kort schiet. (…) (...)”

2.17.

[verweerder] heeft op 23 februari 2017 een kort geding-procedure tot weder te werkstelling aanhangig gemaakt. De voorzieningenrechter heeft op 14 maart 2017 beslist dat er voldoende grond is om in afwachting van de beslissing van de kantonrechter op het verzoekschrift tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst het verlangde verzoek tot wedertewerkstelling af te wijzen.

3 Het verzoek

3.1.

Koedooder verzoekt de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden op de kortst mogelijke termijn op grond van artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, van het Burgerlijk Wetboek (BW), in verbinding met artikel 7:669 lid 3, onderdeel d/g/h BW onder toekenning van een transitievergoeding.

3.2.

Aan dit verzoek legt Koedooder ten grondslag dat sprake is van – kort gezegd – disfunctioneren en/of een verstoorde arbeidsverhouding en/of omstandigheden die zodanig zijn dat van Koedooder redelijkerwijs niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Ter onderbouwing daarvan heeft Koedooder het volgende naar voren gebracht. [verweerder] bekleedt een spilfunctie binnen Koedooder op het gebied van financiën en administratie. De directie, aan wie [verweerder] rapporteert, dient 100% te kunnen vertrouwen op het inzicht van [verweerder] in de financiële situatie van het bedrijf, zodat de directie daarop kan sturen. Het gebrek aan financiële controle binnen het bedrijf heeft de directie doen besluiten extern advies in te winnen en ondersteuning te zoeken. Hiertoe is [Y] in het najaar van 2015 aangetrokken. [Y] heeft diverse probleempunten gesignaleerd en aanbevelingen gedaan. [verweerder] was hiervan op de hoogte. [Y] heeft [verweerder] vanaf februari 2016 twee tot drie dagen per week begeleid. Gaandeweg 2016 werd duidelijk dat [verweerder] er, ondanks de geboden ondersteuning, niet in slaagde de gewenste grip en controle te krijgen op de financiële administratie. [verweerder] werd hierop aangesproken door de directie en collega’s en werd daarnaast door [Y] gecoacht. Dit leidde niet tot verbetering van het functioneren. [verweerder] is dan ook ongeschikt zijn functie uit te oefenen. [verweerder] vermeldt in de beoordeling van 2016 dat hij matig/voldoende motivatie voor zijn werk kan opbrengen vanwege “een haperend computersysteem” en “chaos in de organisatie”. De implementatie van het computersysteem en de financiële wanorde waren echter de taken van [verweerder] en hiervoor had hij ondersteuning gekregen. Het kan van Koedooder niet langer worden verlangd deze situatie te laten voortbestaan. [verweerder] verrichtte bovendien werkzaamheden voor derden (Ooijevaar Holding B.V.) tijdens werktijd. Voor het verrichten van deze werkzaamheden heeft hij wel toestemming gekregen, maar uiteraard niet om dit tijdens werktijd te doen. Nadat [verweerder] is vrijgesteld van werk is Koedooder erachter gekomen dat [verweerder] op 21 november 2016 een e-mail aan zijn zus, tevens werkneemster van Koedooder, heeft geschreven waarin staat dat hij geen vertrouwen heeft in het beleid van Koedooder. Ook het heimelijk opnemen van gesprekken door [verweerder] met de andere leden van het MT draagt bij aan de vertrouwensbreuk.

4 Het verweer en het voorwaardelijk tegenverzoek

5 De beoordeling

6 De beslissing