Home

Rechtbank Noord-Holland, 31-05-2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:4395, 5766974

Rechtbank Noord-Holland, 31-05-2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:4395, 5766974

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
31 mei 2017
Datum publicatie
20 juni 2017
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2017:4395
Zaaknummer
5766974

Inhoudsindicatie

Vordering herstel dienstbetrekking na ontslag met toestemming UWV afgewezen. Er is sprake van bedrijfseconomische omstandigheden die opzegging rechtvaardigen

Uitspraak

Afdeling Privaatrecht

Sectie Kanton - locatie Alkmaar

Zaaknr./rolnr.: 5766974 \ AO VERZ 17-18 (PA)

Uitspraakdatum: 31 mei 2017

Beschikking in de zaak van:

[naam verzoeker] ,

wonende te [woonplaats] (NH)

verzoekende partij

verder te noemen: [verzoeker]

gemachtigde: mr. T.A. van Meer

tegen

de besloten vennootschap Oilily World BV

gevestigd te Alkmaar

verwerende partij

verder te noemen: Oilily

gemachtigde: mr. W.J.F. Nieuwenhuis

1 Het procesverloop

1.1.

[verzoeker] heeft een verzoek gedaan, primair om voor recht te verklaren dat de arbeidsovereenkomst van kracht is, subsidiair om de werkgever te veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen en meer subsidiair om de werkgever te veroordelen om het loon over de maand januari 2017 te betalen. Oilily heeft een verweerschrift en een voorwaardelijk tegenverzoek ingediend.

1.2.

Op 19 april 2017 heeft een zitting plaatsgevonden. Partijen hebben hun standpunt ter zitting toegelicht, [verzoeker] mede aan de hand van pleitnotities. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft [verzoeker] bij brief van 18 april 2017 nog een stuk toegezonden.

2 De feiten

2.1.

[Verzoeker] , geboren [geboortedatum] , is op 1 januari 2010 in dienst getreden bij Oilily. Het salaris van [verzoeker] is € 9.295,44 bruto per maand, exclusief 8% vakantietoeslag.

2.2.

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft bij besluit van 29 november 2016 aan Oilily toestemming gegeven voor opzegging van de arbeidsovereenkomst tussen partijen. Oilily heeft de arbeidsovereenkomst bij ongedateerde brief opgezegd met ingang van 1 januari 2017.

3 Het verzoek

3.1.

[verzoeker] verzoekt, kort samengevat, primair een verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst van [verzoeker] onverminderd van kracht is gebleven en Oilily te veroordelen tot betaling van het salaris. Aan dit verzoek legt [verzoeker] ten grondslag – kort gezegd – dat Oilily de arbeidsovereenkomst niet geldig heeft opgezegd, omdat in de opzeggingsbrief geen reden voor de opzegging is vermeld, terwijl dat wel is vereist.

3.2.

[verzoeker] heeft subsidiair een verzoek gedaan om de arbeidsovereenkomst te herstellen, op grond van artikel 7:682 lid 1, onderdeel a, van het Burgerlijk Wetboek (BW). Aan dit verzoek legt [verzoeker] ten grondslag – kort gezegd – dat de opzegging door Oilily in strijd is met artikel 7:669 lid 3, onderdeel a, BW en dat geen sprake is van een situatie waarin ontslag wegens een bedrijfseconomische reden gerechtvaardigd is. In dat kader heeft [verzoeker] onder meer het volgende aangevoerd. [verzoeker] stelt dat er geen bedrijfseconomische, maar persoonlijke redenen zijn om tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst te komen. De verhoudingen tussen [voorletters] [Verzoeker] (hierna: [Verzoeker] ) enerzijds en [verzoeker] en zijn echtgenote anderzijds zijn niet goed. Daarnaast stelt [verzoeker] dat Oilily in de ontslagprocedure bij het UWV niet heeft aangetoond of onderbouwd dat sprake is van een slechte of slechter wordende financiële situatie. Ook is bij de presentatie en beoordeling van de financiële gegevens onvoldoende in aanmerking genomen dat sprake is van een concernverhouding en zijn de jaarcijfers niet opgesteld door een onafhankelijke accountant. [verzoeker] stelt verder dat Oilily haar jaarcijfers heeft gemanipuleerd en de beschikbare liquide middelen cosmetisch heeft gehalveerd. Daarnaast heeft Oilily geweigerd inzicht te geven in de beschikbare resultaten over 2016. Er is sprake van een positief werkkapitaal, een positief eigen vermogen en een positieve cashflow. De functie van [verzoeker] is niet vervallen maar gewijzigd met als aanduiding Studio & Marketing Manager.

3.3.

[verzoeker] heeft meer subsidiair een verzoek gedaan om Oilily te veroordelen tot betaling van het salaris over de maand januari 2017. [verzoeker] stelt daartoe dat Oilily in strijd met artikel 7:672 lid 1 BW niet heeft opgezegd tegen het einde van de maand, althans niet met de juiste toepassing van artikel 7:672 lid 4 BW.

4 Het verweer

6 De beslissing