Home

Rechtbank Noord-Holland, 14-04-2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:3643, 15/800413-16

Rechtbank Noord-Holland, 14-04-2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:3643, 15/800413-16

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
14 april 2017
Datum publicatie
23 mei 2017
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2017:3643
Zaaknummer
15/800413-16

Inhoudsindicatie

Poging tot afpersing in vereniging.

Een enkele foto op zich is geen identificerend persoonsgegeven en valt niet onder het bereik van artikel 231b Wetboek van Strafrecht.

Het zonder toestemming gebruiken van een foto voor een seksadvertentie levert wel dwang op in de zin van artikel 284 Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf

Locatie Alkmaar

Meervoudige strafkamer

Parketnummer: 15/800413-16 (P)

Uitspraakdatum: 14 april 2017

Tegenspraak

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 31 maart 2017 in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,

thans gedetineerd in Justitieel Complex Zaanstad.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. C. van Venrooij en van hetgeen verdachte en zijn raadsman mr. O.E. de Jong, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

1 Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:

Feit 1

hij op of omstreeks 01 oktober 2016 te Landsmeer ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever 1] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [aangever 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, met zijn mededader naar de woning van die [aangever 1] is gegaan, waarna verdachte en/of zijn mededader heeft/hebben geprobeerd een raam van die woning te forceren en/of op het raam/de ramen van die woning heeft/hebben geklopt en/of tegen die [aangever 1] heeft/hebben gezegd dat ze weg zouden gaan als hij zou betalen en/of (met luide stem) heeft/hebben gezegd dat zij de ruiten van de woning van die [aangever 1] eruit zouden gooien en/of die woning in de brand zouden steken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

Feit 2

Primair

hij in of omstreeks de periode van 17 september tot en met 3 oktober 2016 te Amsterdam en/of te Enschede en/of elders in Nederland, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, te weten vijf, althans één of meer, (facebook)foto's, van een ander ( [aangever 2] ) heeft gebruikt met het oogmerk om zijn, verdachtes, identiteit te verhelen of de identiteit van die [aangever 2] te verhelen of misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kon ontstaan en welk gebruik erin bestond

dat hij, verdachte, deze foto's heeft gebruikt voor een (seks)advertentie op de site www.speurders.nl (advertentienummer [nummer] );

Subsidiair

hij in of omstreeks de periode van 17 september 2016 tot en met 3 oktober 2016 te Amsterdam en/of te Enschede en/of elders in Nederland, [aangever 2] , door enige (andere) feitelijkheid, te weten het buiten het weten van en/of zonder toestemming van die [aangever 2] plaatsen van vijf, althans een of meer, (facebook)foto's van die [aangever 2] in een (seks)advertentie op de site www.speurders.nl (advertentienummer [nummer] ), wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden, te weten te dulden dat haar foto's (buiten haar wil en zonder daarvoor toestemming te hebben gegeven), herkenbaar voor derden, op het internet zijn geplaatst in een (seks)advertentie, door voornoemde foto's buiten het weten en/of buiten de wil en/of zonder toestemming van die [aangever 2] te plaatsen in voornoemde (seks)advertentie.

2 Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3 Bewijs

3.1

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 primair ten laste gelegde feiten. De officier van justitie heeft ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit gesteld dat uit het dossier volgt dat het de bedoeling van verdachte en [medeverdachte] was om geld afhandig te maken van aangever. Hiertoe heeft de officier van justitie gewezen op de verklaringen van aangever en [medeverdachte] .

Hoewel aangever als enige heeft verklaard over de geuite bedreigingen volgt uit de omstandigheden en verklaringen dat er een bedreigende situatie is ontstaan. Er is overigens ook geen reden om te twijfelen aan de verklaring van aangever.

Uit de telefoongegevens van de telefoon waarvan verdachte heeft verklaard dat deze van hem is, blijkt dat er contact is geweest tussen aangever en verdachte. Ook staan er berichten in over het innen van geld, die de verklaring van aangever over eerdere incidenten ondersteunen.

Het gegeven dat aangever in paniek zijn buurman heeft opgebeld geeft de ernst van de situatie weer. Als de buurman bij de woning van aangever aankomt staan er twee mannen die de buurman bedreigend vindt en aangever is doodsbang. Gezien voornoemde situatie kan het niet anders zijn dan dat het gedrag van verdachte zeer dreigend was en aangever zich bedreigd met geweld heeft gevoeld.

Verdachte heeft inconsequent en onsamenhangend verklaard over de reden van zijn aanwezigheid bij de woning van aangever en zijn verklaring strookt niet met de andere verklaringen in het dossier.

Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit heeft de officier van justitie naar voren gebracht dat uit onderzoek van de telefoon van verdachte is gebleken dat daarmee advertenties met erotische lading zijn geplaatst op de website ‘Speurders.nl’. Ook is gebleken dat de foto’s van de profielpagina van aangeefster op de telefoon van verdachte zijn opgeslagen. Deze foto’s zijn zonder toestemming van aangeefster gebruikt voor een seksadvertentie. De officier van justitie heeft geconcludeerd dat de identiteit van aangeefster is misbruikt waardoor nadeel is ontstaan.

3.2

Standpunt van de verdediging

Verdachte heeft de hem ten laste gelegde feiten ontkend.

De raadsman heeft vrijspraak bepleit voor de poging tot afpersing en daartoe aangevoerd dat er in het dossier onvoldoende bewijsmiddelen voorhanden zijn voor het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling. Ook voor de ten laste gelegde uitingen is onvoldoende bewijs, nu aangever de enige is die daarover heeft verklaard.

Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit heeft de raadsman bepleit dat het gegeven, dat op een telefoon die bij verdachte in beslag is genomen afbeeldingen zijn gevonden die in een seksadvertentie zijn gebruikt, geen bewijs oplevert dat verdachte de bewuste advertentie heeft geplaatst. Verdachte dient derhalve te worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde feit.

Met betrekking tot het subsidiair ten laste gelegde feit heeft de raadsman gesteld dat, indien kan worden bewezen dat verdachte de advertentie heeft geplaatst, niet kan worden gezegd dat aangeefster daardoor werd gedwongen iets te dulden, nu zij niet op de hoogte was van de geplaatste advertentie.

3.3

Oordeel van de rechtbank

3.3.1

Vrijspraak feit 2 primair Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder 2 primair ten laste is gelegd zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.

Ten laste is gelegd het wederrechtelijk gebruik maken van identificerende persoonsgegevens. In onderhavig geval gaat het om het gebruik van op Facebook gepubliceerde foto’s waarop aangeefster is afgebeeld in een seksadvertentie. In deze seksadvertentie staat de naam ‘ [naam] ’ vermeldt als zijnde de naam van de persoon op de foto. Dit is niet de werkelijke naam van de persoon op de foto. Ook het vermelde telefoonnummer is niet het telefoonnummer van de persoon op de foto. De rechtbank is van oordeel dat onder deze omstandigheden geen sprake is van identificerende persoonsgegevens, nu de identiteit van de afgebeelde persoon niet aan de hand van de foto op zich kan worden vastgesteld.

De rechtbank concludeert derhalve dat een enkele foto op zich niet onder het bereik valt van artikel 231b Wetboek van Strafrecht.

3.3.2

Redengevende feiten en omstandigheden 1 2

De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 subsidiair ten laste gelegde feiten op grond van het volgende.

Op 1 oktober 2016 kreeg de politie de melding om te gaan naar [adres] , alwaar twee mannen voor een woning zouden staan om geld op te halen. De politie kwam ter plaatse en zag dat er twee personen voor de deur stonden, die opgaven te zijn: [verdachte] en [medeverdachte] .3 De bewoner van de [adres] gaf op te zijn: [aangever 1] .4

[aangever 1] heeft aangifte gedaan van afpersing.

Over de gebeurtenissen voorafgaand aan 1 oktober 2016 – en daarmee voorafgaand aan de tenlastegelegde datum – heeft [aangever 1] verklaard dat hij op een zondagavond, waarschijnlijk 11 september, een sms-bericht had gestuurd naar een meisje dat haar diensten aanbood en met haar had afgesproken dat zij op zondag naar hem toe zou komen. Er kwam echter niemand. Rond half twee ’s nachts werd er op het raam geklopt, waardoor [aangever 1] wakker werd. [aangever 1] opende de voordeur en zag een donkere man aan de zijkant van zijn woning staan.5 Deze donkere man zei tegen hem dat hij een dame had gereserveerd en hiervoor moest betalen. De man was intimiderend en dwingend en duldde geen tegenspraak. Hij zei meerdere keren dat [aangever 1] moest betalen.6 [aangever 1] voelde zich niet veilig en wilde niet bij de man in de taxi stappen. Hij reed in zijn eigen auto naar de ABN AMRO en de donkere man reed achter hem aan. Bij de ABN AMRO heeft [aangever 1] geld gepind en aan de donkere man gegeven.

Op 16 september 2016 kreeg [aangever 1] een sms van ene [naam] , waarmee hij een afspraak maakte. Toen [aangever 1] een sms stuurde of de afspraak nog doorging hoorde hij niets meer. Diezelfde dag, omstreeks 17:30 uur, werd hij wakker van geschreeuw komende uit zijn woonkamer. [aangever 1] liep naar zijn woonkamer en trof daar dezelfde donkere man en een onbekende vrouw aan. De donkere man begon gelijk over geld en wilde geld hebben, omdat [aangever 1] een reservering had gemaakt. [aangever 1] was bang en is wederom in zijn auto naar de pinautomaat gereden en heeft geld gepind. De donkere man en de vrouw reden met hem mee in de auto. [aangever 1] heeft het geld aan de donkere man gegeven en nadien geen afspraken meer gemaakt.

Op 1 oktober 2016 was [aangever 1] thuis toen er omstreeks 22:00 uur op de ramen werd geklopt. [aangever 1] zag dat dezelfde donkere man voor de deur stond, dit keer samen met een blanke man. [aangever 1] deed niet open en zei dat hij de politie zou bellen. Beide mannen zeiden dat zij weg zouden gaan als [aangever 1] zou betalen. Volgens de mannen had [aangever 1] weer een afspraak gemaakt en moest hij daarvoor betalen. De mannen begonnen [aangever 1] te bedreigen en zeiden dat ze een rel zouden beginnen door tegen de buren te zeggen dat [aangever 1] ontucht zou plegen met kleine kinderen. De blanke man begon bedreigingen te uiten door met luide stem te zeggen dat ze de ruiten van zijn woning eruit zouden gooien en zijn woning in brand zouden steken. De donkere man bedreigde [aangever 1] ook en zei dat hij tegen de politie zou zeggen dat [aangever 1] ontucht zou plegen met minderjarigen. [aangever 1] voelde zich bedreigd en belde de buurman.7

De buurman van [aangever 1] , [getuige] , heeft als getuige verklaard dat hij op 1 oktober 2016 omstreeks 22:00 uur werd gebeld door [aangever 1] , die in paniek was. [aangever 1] vertelde hem dat er twee mannen voor de deur stonden die hem bedreigden en geld van hem wilden. Toen [getuige] bij de woning van [aangever 1] aankwam zag hij twee mannen voor de woning staan. De mannen waren dreigend. De blanke man zei dat ze nog geld kregen en daarom voor de woning stonden.8 [aangever 1] was doodsbang.9

Verdachte heeft verklaard dat hij samen met [medeverdachte] naar de woning van aangever is gegaan, op de ramen heeft geklopt10 en een rondje heeft gelopen om de woning.11 Hij was boos op aangever.12

[medeverdachte] heeft verklaard dat hij met verdachte naar Landsmeer is gegaan, nadat verdachte hem had gevraagd of hij wat wilde verdienen. Ze zouden een man die niet wilde betalen een beetje onder druk gaan zetten. Verdachte heeft op het raam geklopt en tegen aangever gezegd dat hij een meisje had gereserveerd en dat hij moest betalen. Verdachte heeft gezegd dat zij weg zouden gaan zonder problemen als aangever zou betalen. [medeverdachte] heeft ook tegen aangever gezegd dat hij moest betalen en dat zij dan weg zouden gaan.13 Verdachte bleef zeggen dat de man moest betalen en bleef rondjes lopen om de woning. Verdachte was boos en verhief zijn stem.14

Bij de fouillering van verdachte is een zwarte Apple IPhone 3 in beslag genomen15, waarvan verdachte heeft verklaard dat deze van hem is.16 De IPhone is uitgelezen en op de telefoon zijn (onder meer) de volgende berichten aangetroffen:

- een bericht van 18 september 2016, ontvangen van het aangever, inhoudende: “Ik heb nog nooit iemand zo hard weg zien lopen en probeer je nooit meer om bij vreemde in huis te staan ga werken voor je geld. Probeer niet nog een keer komen met je vrouwen handel. (…)”

- een bericht van 20 september 2016, verzonden aan aangever, inhoudende: ‘Wij komen binnenkort langs meer geld innen voor deze situatie ivm met zieke dames en respect’.17

In de IPhone werden op 3 oktober 2016 ook berichten aangetroffen van de advertentiepagina ‘Speurders.nl’. In de internethistorie stonden diverse hyperlinks van Speurders.nl waaruit viel op te maken dat er met het toestel diverse advertenties met erotische lading waren geplaatst, waaronder een advertentie met [nummer] . Deze advertentie stond sinds 16 dagen online.

Uit de internethistorie bleek dat het profiel van [aangever 2] was bekeken, en dat de foto’s op het profiel waren geraadpleegd. Deze foto’s kwamen overeen met de foto’s op de speurders advertentie met [nummer] .18 [aangever 2] is op de hoogte gesteld van de aangetroffen foto’s bij de advertentie en heeft verklaard dat er vijf foto’s van haar afgeschermde Facebook account ten onrechte en zonder dat zij daarvan wist zijn gebruikt voor een seksadvertentie op de website Speurders.nl.19

Bewijsoverwegingen

De verklaring van verdachte ter terechtzitting dat hij de Apple IPhone 2 à 3 dagen geleden had geleend van ene [naam] acht de rechtbank ongeloofwaardig en onlogisch. Daarbij is deze verklaring niet verifieerbaar nu verdachte enkel heeft verklaard dat deze [naam] in Enschede woont en verder geen informatie over haar heeft kunnen geven. De rechtbank houdt verdachte aan zijn bij de politie afgelegde verklaring dat de betreffende telefoon van hem is.

Ten aanzien van feit 1 overweegt de rechtbank dat de verklaring van aangever dat de daders hebben gedreigd met geweld, in voldoende mate wordt ondersteund door de overige bewijsmiddelen.

3.4

Bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 subsidiair ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:

Feit 1

hij op 1 oktober 2016 te Landsmeer ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [aangever 1] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag, toebehorende aan die [aangever 1] , met zijn mededader naar de woning van die [aangever 1] is gegaan, waarna verdachte en/of zijn mededader op de ramen van die woning hebben geklopt en tegen die [aangever 1] hebben gezegd dat ze weg zouden gaan als hij zou betalen en met luide stem hebben gezegd dat zij de ruiten van de woning van die [aangever 1] eruit zouden gooien en die woning in de brand zouden steken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

Feit 2

Subsidiair

hij in de periode van 17 september 2016 tot en met 3 oktober 2016 in Nederland, [aangever 2] , door enige feitelijkheid, te weten het buiten weten van en zonder toestemming van die [aangever 2] plaatsen van vijf facebookfoto's van die [aangever 2] in een seksadvertentie op de site www.speurders.nl (advertentienummer [nummer] ), wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden, te weten te dulden dat haar foto's (buiten haar wil en zonder daarvoor toestemming te hebben gegeven), herkenbaar voor derden, op het internet zijn geplaatst in een seksadvertentie.

Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4 Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

5 Strafbaarheid van verdachte

6 Motivering van de sanctie

7 Beslissing omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen

8 Toepasselijke wettelijke voorschriften

9 Beslissing