Home

Rechtbank Noord-Holland, 19-04-2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:3172, C/15/245880 / FA RK 16-4198

Rechtbank Noord-Holland, 19-04-2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:3172, C/15/245880 / FA RK 16-4198

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
19 april 2017
Datum publicatie
19 mei 2017
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2017:3172
Zaaknummer
C/15/245880 / FA RK 16-4198

Inhoudsindicatie

De inhoudsopgave luidt: Verzoek verlaging en nihilstelling bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van minderjarigen afgewezen. De man voldoet wel aan de voorwaarden voor toelating tot het vrijwillige schuldhulptraject, maar het staat niet vast dat de man ook daadwerkelijk tot dat traject zal worden toegelaten. Ook is de noodzaak daartoe niet aangetoond, want er is sprake van één schuld (een restschuld na verkoop van de echtelijke woning na echtscheiding), terwijl niet is komen vast te staan dat de bank de man heeft aangesproken om tot aflossing van die schuld te komen.

Uitspraak

Sectie Familie & Jeugd

locatie Alkmaar

zaak-/rekestnr.: C/15/245880 / FA RK 16-4198

beschikking van 19 april 2017 betreffende bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding

in de zaak van:

[de man] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna te noemen: de man,

advocaat mr. W.L. Sieval, kantoorhoudende te Heerhugowaard,

tegen

[de vrouw] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat mr. C. de Bie-Koopman, kantoorhoudende te Alkmaar.

1 Procedure

1.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het verzoekschrift, met bijlagen, van de man, ingekomen op 7 juli 2016;

- het verweerschrift van de vrouw, ingekomen op 9 september 2016;

- de brief, met bijlagen, van de advocaat van de vrouw, ingekomen op 15 februari 2017;

- het aanvullende verzoekschrift, met bijlagen, van de man, ingekomen op 3 maart 2017;

- de brief, met bijlagen, van de advocaat van de man, ingekomen op 7 maart 2017.

1.2

De behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op de zitting van 17 maart 2017 in aanwezigheid van de man bijgestaan door mr. T. Melissen namens mr. W.L. Sieval en de vrouw bijgestaan door mr. C. de Bie-Koopman. De advocaat van de man heeft ter zitting een mailbericht van de gemeente [gemeente] overgelegd. De advocaat van de vrouw heeft ter zitting het woord gevoerd aan de hand van pleitaantekeningen.

2 Feiten en omstandigheden

2.1

Partijen zijn op [huwelijksdatum] in [plaats] met elkaar gehuwd, welk huwelijk op 5 december 2011 is ontbonden door inschrijving in de registers van de burgerlijke stand van de echtscheidingsbeschikking van de rechtbank Alkmaar van 24 november 2011.

2.2

Uit dit huwelijk zijn geboren de minderjarigen [minderjarigen] :

- [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] in [plaats] ,

- [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] in [plaats] .

2.3

In voormelde beschikking is bepaald, voor zover hier van belang, dat de man aan de vrouw een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen (hierna ook: kinderbijdrage) van € 152,-- per maand per kind moet voldoen.

2.4

Ingevolge de wettelijke indexering bedraagt de kinderbijdrage met ingang van 1 januari 2016 € 161,34 per maand per kind.

3 Verzoek

3.1

De man heeft in het op 7 juli 2016 ingekomen verzoekschrift verzocht, uitvoerbaar bij voorraad, voormelde beschikking te wijzigen in die zin, dat de kinderbijdrage wordt verminderd tot € 88,-- per maand per kind met ingang van de datum van indiening van het verzoekschrift.

3.2

Ter onderbouwing van het verzoek heeft de man het volgende gesteld. Ten tijde van de vaststelling van voormelde kinderbijdrage was de man in loondienst. De man ontvangt thans een WAO/WIA-uitkering. De vrouw ontvangt sinds enkele maanden een uitkering krachtens de Participatiewet en de man is door de gemeente aangeschreven inzake verhaal van bijstand. Daarmee is sprake van een wijziging van omstandigheden als gevolg waarvan de kinderbijdrage heeft opgehouden te voldoen aan wettelijke maatstaven.

3.3

De man heeft in het op 3 maart 2017 ingekomen aanvullende verzoekschrift verzocht, met wijziging in zoverre van voormelde beschikking van 24 november 2011 en voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat de door de man aan de vrouw te betalen kinderbijdrage wordt bepaald op nihil met ingang van de datum van indiening van het verzoekschrift, althans een door de rechtbank te bepalen bedrag en ingangsdatum.

3.4

De man heeft ter onderbouwing van het aanvullende verzoekschrift het volgende aangevoerd. Er is wederom sprake van een wijziging van omstandigheden in die zin dat de man zich tot de gemeente heeft gewend voor vrijwillige schuldhulpverlening en dat de gemeente bij brief van 22 november 2016 positief op die aanvraag heeft beslist. Hij ontvangt € 50,-- leefgeld per week.

4 Verweer

5 Beoordeling

6 Beslissing