Rechtbank Noord-Holland, 09-12-2015, ECLI:NL:RBNHO:2015:12192, 4572388 / AO VERZ 15-81
Rechtbank Noord-Holland, 09-12-2015, ECLI:NL:RBNHO:2015:12192, 4572388 / AO VERZ 15-81
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 9 december 2015
- Datum publicatie
- 13 juni 2017
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2015:12192
- Zaaknummer
- 4572388 / AO VERZ 15-81
Inhoudsindicatie
Wwz zaak. Ontbindingsverzoek werkgever toegewezen wegens verwijtbaar gedrag werknemer.
Uitspraak
Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 4572388 / AO VERZ 15-81
Uitspraakdatum: 9 december 2015
Beschikking in de zaak van:
de besloten vennootschap GCA Events B.V.,
gevestigd te Amstelveen
verzoekende partij in de zaak van het verzoek, verwerende partij in de zaak van het tegenverzoek
verder te noemen: GCA
gemachtigde: mr. M.C. Zaal
tegen
[verzoekster] ,
wonende te [woonplaats]
verwerende partij in de zaak van het verzoek, verzoekende partij in de zaak van het tegenverzoek
verder te noemen: [verzoekster]
gemachtigde: mr. P.H. Visser
1 Het procesverloop
in de zaak van het verzoek en het tegenverzoek
GCA heeft op 28 oktober 2015 een verzoek gedaan om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. [verzoekster] heeft een verweerschrift en een tegenverzoek ingediend.
Op 25 november 2015 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting hebben partijen bij brieven van 19 november 2015, 20 november 2015 en 24 november 2015 nog stukken toegezonden.
2 De feiten
in de zaak van het verzoek en het tegenverzoek
[verzoekster] , geboren [datum] 1989, is op 20 juli 2009 in dienst getreden bij GCA. De laatste functie die [verzoekster] vervulde, is die van cateringmedewerkster/interieurverzorgster op het object Cargill B.V. (hierna: Cargill) te Wormer, met een salaris van € 11,13 bruto per uur. [verzoekster] werkte gemiddeld 20 uur per week.
[verzoekster] verrichtte haar werkzaamheden bij Cargill van 20 januari 2011 tot 29 juni 2015 via HBM Talent B.V., een payroll-organisatie. Op 29 juni 2015 werd een arbeids- overeenkomst voor de duur van zeven maanden tussen GCA en [verzoekster] overeengekomen. Later is door GCA erkend dat deze overeenkomst, gezien het arbeidsverleden van [verzoekster] bij GCA, een overeenkomst voor onbepaalde tijd is.
In een e-mail van Cargill aan GCA van 2 oktober 2015 is meegedeeld dat Cargill zich genoodzaakt had gezien het vertrouwen in [verzoekster] op te zeggen en geen toekomst meer zag voor [verzoekster] bij Cargill.
Bij e-mail van 6 oktober 2015 en bij brief van 12 oktober 2015 heeft GCA andere werkzaamheden aangeboden aan [verzoekster] , te weten schoonmaakwerkzaamheden op een school en bij de Telegraaf. Daarop is [verzoekster] niet ingegaan.
3 Het verzoek
GCA verzoekt de arbeidsovereenkomst met [verzoekster] te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, van het Burgerlijk Wetboek (BW), in verbinding met artikel 7:669 lid 3, onderdeel e, BW. Verder verzoekt GCA een verklaring voor recht dat geen transitievergoeding verschuldigd is aan [verzoekster] .
Aan dit verzoek legt GCA ten grondslag dat sprake is van verwijtbaar handelen van [verzoekster] . Ter onderbouwing daarvan heeft GCA – samengevat – naar voren gebracht dat Cargill [verzoekster] niet langer tewerk wilde stellen, dat GCA daarom genoodzaakt was om andere werkzaamheden aan te bieden aan [verzoekster] , maar dat [verzoekster] vervolgens heeft geweigerd om die andere passende werkzaamheden te verrichten.