Home

Rechtbank Limburg, 12-07-2017, ECLI:NL:RBLIM:2017:6713, 5677333 \ CV EXPL 17-840

Rechtbank Limburg, 12-07-2017, ECLI:NL:RBLIM:2017:6713, 5677333 \ CV EXPL 17-840

Gegevens

Instantie
Rechtbank Limburg
Datum uitspraak
12 juli 2017
Datum publicatie
13 juli 2017
ECLI
ECLI:NL:RBLIM:2017:6713
Zaaknummer
5677333 \ CV EXPL 17-840

Inhoudsindicatie

Gemeente sluit bruikleenovereenkomst van stukje grond met daarop twee Hollandse iepen. Bruiklener

wenst deze te vervangen door ander groen en doet daartoe voorstel. Bruiklener verwijdert iepen.

Gemeente vordert daarom thans schadevergoeding. Bewijsopdracht aan bruiklener ten aanzien van door Gemeente gewekt vertrouwen met instemming verwijdering.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Roermond

Zaaknummer: 5677333 \ CV EXPL 17-840

Vonnis van de kantonrechter van 12 juli 2017

in de zaak van:

de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE ECHT-SUSTEREN,

gevestigd te Echt,

eisende partij,

gemachtigde mr. M.J.H. Verburg,

tegen:

[gedaagde] ,

wonend [adres gedaagde] ,

[woonplaats gedaagde] ,

gedaagde partij,

gemachtigde mr. A. Carli.

Partijen worden hierna de Gemeente en [gedaagde] genoemd.

1 De procedure in conventie en reconventie

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding

-

de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie

-

de rolbeslissing d.d. 31 maart 2017 waarbij een comparitie van partijen is bepaald

-

de zijdens [gedaagde] ingezonden producties

-

de akte houdende vermeerdering van eis tevens houdende producties in conventie en antwoord in reconventie

-

de brief van [gedaagde] d.d. 23 mei 2017

-

de op 1 juni 2017 gehouden comparitie van partijen.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten in conventie en reconventie

2.1.

Op 8 februari 2010 hebben de Gemeente en [gedaagde] een bruikleenovereenkomst gesloten met betrekking tot het bij Gemeente in eigendom zijnde perceel gelegen te [plaats] op de hoek [adres] groot 120 m2. Op het perceel bevonden zich toen twee Hollandse iepen.

2.2.

[gedaagde] is eigenaar van het aangrenzende perceel, gelegen aan de [adres gedaagde] te [woonplaats gedaagde] . In het daarop gelegen pand woont hij en exploiteert hij zijn bedrijf [X] .

2.3.

Als bijzondere voorwaarde is in de overeenkomst het volgende opgenomen:

(..)

“3a. Het is de heer [gedaagde] toegestaan ten behoeve van zijn bedrijfsactiviteiten (exploiteren motorzaak) om op het bruikleenperceel te laden en lossen, twee motoren te stallen met het oog op verkoop en op het perceel incidenteel zaken op te slaan;

(..)

3d. De twee aanwezige bomen op het betreffend bruikleenperceel blijven gehandhaafd. De gemeente is bevoegd om zo nodig onderhoud aan betreffende twee bomen uit te voeren.

(..)

3f. Bruiklener houdt bij het gebruik van het bruikleenperceel in redelijkheid rekening met zijn (over)buren en zorgt dat het bruikleenperceel visueel er verzorgd bijligt (ter beoordeling van bruiklener en bruikleengever gezamenlijk).

(..)

2.4.

Van de bruikleenovereenkomst maken deel uit de “Algemene bruikleenvoorwaarden inzake ongebouwde percelen” zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de Gemeente d.d. 5 augustus 2003.

2.5.

Op 2 mei 2016 heeft [gedaagde] op het gemeentehuis een gesprek gehad met wethouder [wethouder A] , ambtenaar [ambtenaar] (hierna: [ambtenaar] ) en architect [architect] . [gedaagde] heeft toen voorgesteld op zijn kosten de twee iepen te vervangen door het aanplanten van drie lei-lindes (hierna: het “groen-voor-groen-voorstel”).

2.6.

Op 7 juli 2016 is een door [gedaagde] ingeschakeld bedrijf begonnen met de verwijdering van voornoemde twee iepen.

Diezelfde dag zijn vier gemeenteambtenaren ter plekke geweest.

2.7.

Op verzoek van de Gemeente heeft deskundigenbureau Groenvisie Mette een rapport uitgebracht (2016-40 met als datum inspectie 7 juli 2016) waarin de schade terzake de verwijdering van de bomen is getaxeerd op € 17.546,00, exclusief taxatiekosten.

Het rapport vermeldt dat bij de laatst uitgevoerde boomveiligheidscontrole (op 3 september 2014) geen afwijkingen geconstateerd zijn waarbij de stabiliteit of vitaliteit onder druk staan.

2.8.

Bij brief van 18 juli 2016 heeft de Gemeente [gedaagde] aansprakelijk gesteld voor de geleden schade: € 17.546,00 terzake de kosten van vervanging van de bomen (aankoop, herplant en nazorg) alsmede € 460,00 aan taxatiekosten en gesommeerd deze bedragen uiterlijk 19 augustus 2016 te betalen.

2.9.

Op 14 september 2016 heeft [gedaagde] een gesprek gehad over een mogelijke oplossing. Dit gesprek vond plaats met wethouder [wethouder B] die daarbij ambtelijk ondersteund werd.

2.10.

De raadsman van de Gemeente heeft [gedaagde] bij brief van 2 november 2016 gesommeerd het bedrag van € 18.006,00 te betalen.

2.11.

Op 17 januari 2017 is de onderhavige dagvaarding uitgebracht.

2.12.

Op 9 maart 2017 heeft ambtenaar [ambtenaar B] per e-mail aan [gedaagde] bericht:

“(..)

Mijn dank voor uw ontvangst van de heren [Y] (projectleider: reconstructie [adres] ) en [ambtenaar B] namens de gemeente donderdag 9 maart om 11.30 uur.

[Y] heeft u in het bezit gesteld van een voorontwerp van de reconstructie van de Bovenste Eind. In het voorontwerp is een strook voor fietsers opgenomen voor het stoplicht. Dit heeft als consequentie dat ca. 1 meter breed van uw bruikleenperceel afgaat.

Daarnaast is er overlegd over de aanplant van eventuele leilindes. U heeft aangeven dat het uw voorkeur heeft dat de leilindes zo dicht mogelijk bij uw gevel wordt aangeplant zodat u zoveel mogelijk ruimte overhoudt om op het bruikleenperceel te kunnen blijven laden en lossen.

(..)

Betreffend voorontwerp zal verder worden uitgewerkt met maatvoering. Indien deze uitwerking beschikbaar is, zullen [Y] en/of [ambtenaar B] contact met u opnemen om dit met u te bespreken.”

(..).

2.13.

Op 9 maart 2017 heeft EMN op verzoek van [gedaagde] een deskundigenrapport uitgebracht over de schade waarvoor [gedaagde] aansprakelijk is gesteld. De schade wordt door EMN beraamd op € 1.000,00 exclusief btw.

3 Het geschil in conventie en reconventie

3.1.

De Gemeente vordert, na vermeerdering van eis, -samengevat- veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 18.006,00, alsmede € 1.240,00 terzake redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid alsmede tot betaling van € 847,00 aan buitengerechtelijke invorderingskosten, vermeerderd met rente, kosten en nakosten.

3.2.

[gedaagde] voert verweer tegen de vordering van de Gemeente in conventie en

vordert in reconventie de Gemeente te veroordelen tot betaling van € 22.500,00, te vermeerderen met rente en kosten.

3.3.

Op de overige en uitgebreidere stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling in conventie en reconventie

5 De beslissing in conventie en reconventie