Home

Rechtbank Limburg, 23-05-2017, ECLI:NL:RBLIM:2017:4763, C/03/232715 / KG ZA 17-103

Rechtbank Limburg, 23-05-2017, ECLI:NL:RBLIM:2017:4763, C/03/232715 / KG ZA 17-103

Gegevens

Instantie
Rechtbank Limburg
Datum uitspraak
23 mei 2017
Datum publicatie
29 mei 2017
ECLI
ECLI:NL:RBLIM:2017:4763
Zaaknummer
C/03/232715 / KG ZA 17-103

Inhoudsindicatie

Niet aannemelijk dat sprake is van onrechtmatige concurrentie, wel gedeeltelijk recht op inzage en afschrift ex artikel 843a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering nadat bewijsbeslag is gelegd. In verband met concurrentiegevoelige gegevens alleen advocaat recht op volledige inzage de bij het bewijsbeslag beslagen bescheiden.

Uitspraak

vonnis

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Roermond

zaaknummer / rolnummer: C/03/232715 / KG ZA 17-103

Vonnis in kort geding van 23 mei 2017

in de zaak van

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[eiser sub 1] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats eiser sub 1] ,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[eiser sub 2] ACOUNTANTS & ADVISEURS B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats eiser sub 2] ,

eiseressen in conventie,

verweersters in reconventie,

advocaat mr. A.F.J.M. Mulders,

tegen

1 [gedaagde sub 1] ,

wonende te [woonplaats gedaagde sub 1] ,

2. vennootschap onder firma

FINANCIEEL ADVIESBUREAU [A] V.O.F.,

gevestigd te [vestigingsplaats A] ,

3. [gedaagde sub 3],

wonende te [woonplaats gedaagde sub 3] ,

4. [gedaagde sub 4],

wonende te [woonplaats gedaagde sub 4] ,

5. [gedaagde sub 5],

wonende te [woonplaats gedaagde sub 5] ,

gedaagden in conventie,

eisers in reconventie,

advocaat mr. E.A.G. Ulen en mr. M.D. Leenders.

Partijen zullen hierna [eiser sub 1] en [eiser sub 2] enerzijds en [gedaagde sub 1] , [A] , [gedaagde sub 3] , [gedaagde sub 4] en [gedaagde sub 5] anderzijds. Gedaagden zullen gezamenlijk [gedaagden] genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding met producties 1 tot en met 58

-

de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis in reconventie

-

de memorie van antwoord in reconventie, tevens akte inbreng producties 59 tot en met 67

-

de mondelinge behandeling op 19 april 2017

-

de akte inbreng producties 68 tot en met 71 van [eiser sub 1] en [eiser sub 2]

-

de akte inbreng producties 24 tot en met 26

-

de voortzetting mondelinge behandeling op 9 mei 2017

-

de pleitnota van [eiser sub 1] en [eiser sub 2]

-

de pleitnota van [gedaagden]

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[eiser sub 1] is een accountants- en bedrijfsadviesbureau te [vestigingsplaats eiser sub 1] . De belangrijkste bedrijfsactiviteiten zijn per 31 december 2016 gestaakt. [eiser sub 1] heeft haar activa (waaronder de goodwill, het klantenbestand van [eiser sub 1] en de rechten en verplichtingen uit de arbeidsovereenkomsten) en passiva per 1 januari 2017 overgedragen aan [eiser sub 2] .

2.2.

[gedaagde sub 1] was vanaf 1 juli 2003 als assistent in dienst bij [eiser sub 1] . In de arbeidsovereenkomst was geen non-concurrentie- of relatiebeding opgenomen. In artikel 10 van de arbeidsovereenkomst was opgenomen:

“De werknemer is verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hij bij de uitoefening van zijn functie met betrekking tot de zaken en belangen van de werkgever te weten komt.”

2.3.

Deze geheimhoudingsplicht is in het Kantoorhandboek van [eiser sub 1] nader uitgewerkt. In artikel 7 van de arbeidsovereenkomst is daartoe het volgende opgenomen:

“De werknemer verklaart op de hoogte te zijn van en in te stemmen met de bij de werkgever geldende arbeids- en bedrijfsregels.”

2.4.

Per 31 december 2016 is [gedaagde sub 1] uit dienst getreden. [gedaagde sub 1] is per 1 januari 2017 als vennoot toegetreden tot [A] .

2.5.

[gedaagde sub 3] , [gedaagde sub 4] en [gedaagde sub 5] zijn medevennoten van [A] .

2.6. 29

klanten van [eiser sub 1] , waarvan [gedaagde sub 1] relatiemanager was, hebben in de periode tussen 16 december 2016 en 15 februari 2017 hun relatie met [eiser sub 1] opgezegd en zijn naar [A] gegaan (voor zover bekend op 3 maart 2017). Daaronder zijn begrepen [B] BV en de twee grootste klanten van [eiser sub 1] , te weten [C] Services (omzet 2016 € 15.144,95), Modec B.V. (omzet 2016 € 19.739,87). De totale gefactureerde omzet in 2016 van de 29 genoemde relaties betreft € 92.878,92.

2.7.

De totale jaaromzet van [eiser sub 1] in 2016 betrof ongeveer € 750.000,00.

2.8.

Bij beschikking van 13 februari 2017 heeft de voorzieningenrechter op verzoek van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] verlof verleend om conservatoir bewijsbeslag te leggen. Op 23 februari 2017 heeft de deurwaarder, vergezeld door medewerkers van DigiJuris B.V. (hierna DigiJuris) en de politie bewijsbeslag gelegd in de woning van [gedaagde sub 1] en ten kantore van [A] .

3 Het geschil in conventie

4 Het geschil in reconventie

5 De beoordeling in conventie en in reconventie

6 De beslissing