Home

Rechtbank Gelderland, 27-06-2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:3684, C/05/321705 / KG ZA 17-285

Rechtbank Gelderland, 27-06-2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:3684, C/05/321705 / KG ZA 17-285

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
27 juni 2017
Datum publicatie
14 juli 2017
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2017:3684
Zaaknummer
C/05/321705 / KG ZA 17-285

Inhoudsindicatie

De vader heeft de reeds verleende toestemming voor het paspoort van de minderjarige ingetrokken. Gemeente Arnhem lijkt in strijd met het bepaalde in artikel 48 lid 2 sub a van de Paspoortwet lijkt te hebben gehandeld door direct het paspoort van de minderjarige vervallen te verklaren en dit in de basisregistratie personen op te nemen. De gemeente heeft namelijk niet de in dat artikelonderdeel voorgeschreven termijn van vier weken afgewacht, waarbinnen de moeder het verzoek om een vervangende verklaring van toestemming bij de rechtbank kon doen en heeft gedaan.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team jeugdrecht

Zittingsplaats Arnhem

Zaakgegevens: C/05/321705 / KG ZA 17-285

Datum uitspraak: 6 juli 2017

vonnis in kort geding

in de zaak van

[naam]

wonende te [woonplaats],

eisende partij

advocaat mr. A.P. van Stralen te Utrecht

tegen

[naam 2]

wonende te [woonplaats],

gedaagde partij

advocaat mr. M.L.E. Storm van 's Gravesande te Ede.

Partijen worden hierna de moeder en de vader genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding van 19 juni 2017;

- de akte vermeerdering van eis van 23 juni 2017;

- de mondelinge behandeling van 27 juni 2017 en de daarbij overgelegde stukken van beide partijen.

2 De feiten

2.1.

Partijen zijn op 22 april 1991 te Arnhem met elkaar gehuwd. Uit het huwelijk van partijen is onder meer geboren de minderjarige:

- [naam 3], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats].

2.2.

Bij beschikking van deze rechtbank van 11 februari 2016 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. Ook is bij die beschikking de hoofdverblijfplaats van [naam 3] bij de moeder vastgesteld en is als regeling ter verdeling van de zorg- en opvoedingstaken tussen partijen vastgesteld dat [naam 3] eenmaal per twee weken van vrijdag tot zondag bij de man zal verblijven alsmede de helft van de gebruikelijke feestdagen en drie weken in de zomervakantie.

2.3.

Bij de echtscheidingsbeschikking is geen gezagsvoorziening getroffen, waardoor partijen het gezag over [naam 3] gezamenlijk uitoefenen.

2.4.

De gemeente Arnhem heeft de moeder een op 19 juni 2017 gedateerde brief verzonden, waarin de gemeente schrijft dat de vader een eerder verleende toestemming voor het op 16 december 2015 afgegeven paspoort van [naam 3] heeft ingetrokken. De gemeente schrijft verder dat de moeder het paspoort direct moet inleveren, nu het paspoort inmiddels als vervallen is geregistreerd in de basisregistratie personen. Dit heeft - kort gezegd - het gevolg dat het paspoort niet langer kan worden gebruikt. De moeder heeft vervolgens op 22 juni 2017 het paspoort bij de gemeente ingeleverd.

3 De vordering en het verweer

3.1.

De moeder verzoekt de voorzieningenrechter, na de akte van vermeerdering eis en vervolgens vermindering van eis ter zitting, bij vonnis, voor zover rechtens mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te bepalen:

I. dat het vonnis van de rechtbank in de plaats komt van de toestemming van de vader voor de aanvraag van het internationale paspoort voor [naam 3], geboren op [geboortedatum] in de gemeente Arnhem;

II. dat het vonnis van de rechtbank in plaats komt van de toestemming van de vader voor de vakantie van de moeder en kinderen naar Marokko van woensdag [de rechtbank leest: vrijdag] 21 juli 2017 tot en met zondag [de rechtbank leest: vrijdag] 4 augustus 2017.

III. De vader te veroordelen in de kosten van een nieuw aan te vragen paspoort € 51,46

en in de kosten van deze procedure aan de zijde van de moeder.

3.2.

De moeder legt het volgende aan haar vorderingen ten grondslag. De moeder heeft tijdens het huwelijk geregeld met één of meer kinderen naar Marokko gereisd en daarvoor gaf de vader altijd toestemming. Hierbij hebben zich geen problemen voorgedaan. In 2014 heeft zich een discussie voorgedaan omtrent de toestemming voor de vakantie van de moeder en de destijds twee minderjarige kinderen. Dat is onderling opgelost. In 2015 heeft de

moeder om vervangende toestemming moeten vragen aan de rechtbank, omdat de vader toen

ook weigerde om toestemming te geven voor de vakantie. De rechter heeft bij beschikking

van 18 juni 2015 de moeder vervangende toestemming verleend om op vakantie te gaan naar

Marokko. De vader legt niet uit waarom hij niet wil dat de moeder [naam 3] meeneemt naar

Marokko. Ook in 2016 was er een dreiging met een kort geding nodig om (via de advocaten van partijen) toestemming van vader te krijgen voor vakantie. Die vakantie is ook in 2016 goed verlopen. Het is dan ook onduidelijk waarom de vader er van afziet om zijn toestemming te geven. Het is in het belang van [naam 3] dat zij met de moeder mee kan reizen naar Marokko voor vakantie en familiebezoek. De vader heeft echter ook zijn eerder verleende toestemming voor het paspoort van [naam 3] ingetrokken. De moeder heeft het paspoort van [naam 3] direct moeten inleveren, nu de gemeente Arnhem dat bij brief van 19 juni 2017 heeft gevorderd. Op dat moment was het paspoort al door de gemeente Arnhem als vervallen in de basisregistratie personen geregistreerd. De moeder is van mening dat de vader met zijn aantijgingen [naam 3] tegen zich in het harnas jaagt en dat dit invloed heeft op hun contact.

3.3.

De vader voert verweer tegen het gevorderde. Hij legt daaraan ten grondslag dat hij, hoewel de moeder tot op heden telkens met [naam 3] is teruggekeerd van Marokko, nu vreest dat dat niet het geval zal zijn. In het jaar 2016 is de moeder reeds te laat met [naam 3] teruggekeerd uit Marokko. Tijdens de mediation zijn de ouders op veel punten tot overeenstemming gekomen, maar niet over de verdeling van de zomervakantie van 2017. De omgang tussen de vader en [naam 3] loopt slecht en de moeder weet haar niet te stimuleren tot contact met de vader. Tijdens het begin en het einde van de Ramadan is [naam 3] niet het weekend bij de vader gekomen. Ook heeft zij de vader gevraagd wat hij ervan zou vinden als zij een hoofddoek zou dragen. De vader heeft het gevoel dat hij [naam 3] kwijt raakt en dat ze steeds Islamitischer wordt. De moeder heeft omgang met een man met een salafistische achtergrond. De vader stelt dat er door hem 7 tot 8 meldingen bij de politie zijn gedaan in verband met incidenten die samenhangen met de omgang tussen hem en [naam 3]. Ook heeft hij contact opgenomen met Centrum Internationale Kinderontvoering (nader te noemen het IKO). Het IKO heeft de vader geadviseerd via de politie het paspoort van [naam 3] in te laten trekken. Dit heeft de vader gedaan. Het gaat niet goed met [naam 3]. Voorts is er op 20 juli 2017 een zitting bij het Gerechtshof in een andere procedure tussen de ouders, waardoor een verdeling van de zomervakantie van 2017 bij helfte ongunstig uitpakt voor de ouder waar [naam 3] in de eerste helft van de vakantie is. Immers, doordat beide ouders bij die zitting aanwezig moeten zijn, kan die ouder dan niet drie weken lang aaneengesloten elders vakantie genieten met [naam 3].

4 De beoordeling

5 De beslissing