Home

Rechtbank Gelderland, 26-04-2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:2383, 05/740012-17

Rechtbank Gelderland, 26-04-2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:2383, 05/740012-17

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
26 april 2017
Datum publicatie
26 april 2017
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2017:2383
Zaaknummer
05/740012-17

Inhoudsindicatie

De rechtbank heeft een man uit Ewijk veroordeeld tot 30 maanden gevangenisstraf waarvan 15 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren met daaraan verbonden bijzondere voorwaarden voor

het plegen van twee brandstichtingen en meerdere vermogensdelicten.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Arnhem

Parketnummer : 05/740012-17

Datum uitspraak : 26 april 2017

Tegenspraak

vonnis van de meervoudige kamer

in de zaak van

de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland

tegen

[verdachte]

geboren op [geboortedag] 1966 te [geboorteplaats] ,

wonende aan de [adres]

thans gedetineerd in de P.I. Arnhem - HvB Arnhem Zuid te Arnhem

raadsvrouw: mr. F.A.G.M. Landerloo, advocaat te Maastricht.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting

van 12 april 2017.

1 De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

1.

hij, op of omstreeks 22 december 2016 te Ewijk, gemeente Beuningen, opzettelijk brand heeft gesticht in een campinggebouw door opzettelijk (open) vuur in aanraking te brengen met een (papieren) luier, in elk geval met een brandbare stof, ten gevolge waarvan een droogtrommel en/of een wasmachine en/of een wasserette geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor de in voornoemde campinggebouw aanwezige inventaris en/of één of meer nabijgelegen en/of bovenliggende pand(en), in

elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was;

2.

Primair

hij, op of omstreeks 19 november 2016 te Winssen, gemeente Beuningen, opzettelijk brand heeft gesticht in een kerk en/of kapel door opzettelijk (open) vuur in aanraking te brengen met een (kunststof) kleed, in elk geval met een brandbare stof, ten gevolge waarvan voornoemd kleed en/of een Mariabeeld en/of een (antieke) voetsteun/console geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor de in voornoemde kerk en/of kapel aanwezige inventaris en/of één of meer nabijgelegen pand(en), in elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was;

Subsidiair

hij, op of omstreeks 19 november 2016 te Winssen, gemeente Beuningen, grovelijk, althans aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onoplettend en/of

onachtzaam in een kerk en/of kapel een brandende sigaar, in elk geval (open)

vuur in aanraking heeft gebracht met een (kunststof) kleed, in elk geval met

een brandbare stof, (mede) ten gevolge waarvan het aan zijn schuld te wijten is geweest, dat voornoemd kleed en/of een Mariabeeld en/of een (antieke) voetsteun/console

geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval dat er brand is ontstaan,

en daardoor gemeen gevaar voor de in voornoemde kerk en/of kapel aanwezige

inventaris en/of één of meer nabijgelegen pand(en), in elk geval gemeen gevaar

voor goederen, ontstond;

3.

hij, op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 juni 2016 tot en met 14 december 2016 in de provincie Gelderland, althans in het arrondissement Oost-Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (telkens) heeft weggenomen

- te Beuningen, gemeente Beuningen, een scootmobiel (merk [naam 1] ), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of

- te Beuningen, gemeente Beuningen, een rolstoel/scootmobiel, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of

- te Ewijk, gemeente Beuningen, een scootmobiel (merk [naam 1] ) en/of een rolstoel, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of

- te Ewijk, gemeente Beuningen, 2 (twee) rolstoelen (merk [naam 2] ), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] en/of

- te Ewijk, gemeente Beuningen, een rolstoel (merk [naam 2] ), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] en/of

- te Beuningen, gemeente Beuningen, een scootmobiel (merk [naam 3] ), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6] en/of gemeente Beuningen,

in elk geval (telkens) (een) goed(eren) dat aan een ander of anderen toebehoort dan aan verdachte;

4.

hij, op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november 2016

tot en met 31 december 2016 te Beuningen, gemeente Beuningen, met het oogmerk

van wederrechtelijke toe-eigening (telkens) heeft weggenomen een (metalen) kistje en/of een hoeveelheid geld (van in totaal ongeveer 40 euro), in elk geval (telkens) enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft

verschaft en/of dat weg te nemen goed en/of geld onder zijn bereik heeft

gebracht door middel van braak en/of verbreking;

2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs 1

Ten aanzien van feit 1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte het onder feit 1 tenlastegelegde heeft begaan.

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft aangegeven dat zij zich refereert aan het oordeel van de rechtbank.

Beoordeling door de rechtbank

Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

Bewijsmiddelen:

- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , p. 91;

- het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] p. 94;

- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 april 2017.

Ten aanzien van feit 2

Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.

Op 19 november 2016 is er brand geweest in een kapelletje van de kerk in Winssen waarbij een kunststof kleedje, een Mariabeeld en een antieke console zijn verbrand. 2 De verdachte was op 19 november 2016 in de kapel van de kerk in Winssen.3

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde.

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft aangegeven dat het primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde refereert zij zich aan het oordeel van de rechtbank.

De beoordeling door de rechtbank

De rechtbank ziet zich gesteld voor de vraag of er sprake is van opzettelijke dan wel culpose brandstichting. De rechtbank overweegt als volgt:

De verdachte heeft verklaard dat hij op de bewuste dag in de kapel van de kerk in Winssen is geweest en gezien heeft dat er een brand ontstond. Verdachte heeft daarover verklaard: “En toen viel mijn sigaar uit mijn handen en toen vloog het tafelkleed in de fik. En Jozef en Maria stoelen, die vlogen in de fik”. De rechtbank begrijpt uit de verklaring van verdachte dat er binnen enkele ogenblikken vlammen oplaaide. De rechtbank vindt het niet aannemelijk dat een vallende brandende sigaar binnen enkele ogenblikken tot een brand van een plastic tafelkleed en een houten console kan leiden. Dit geldt te meer omdat verdachte, toen hij hiermee werd geconfronteerd, verschillende verklaringen aflegde over het tijdsverloop tussen het vallen van de sigaar en het ontstaan van de brand.

Verdachte was in de kapel aanwezig was en heeft verklaard dat hij onder andere het tafelkleed in de fik heeft zien vliegen. Omdat verdachte daarvoor geen aannemelijke verklaring heeft gegeven, houdt de rechtbank het ervoor dat verdachte degene is geweest die de brand met open vuur heeft aangestoken. Door het in de brand steken van het tafelkleed heeft verdachte gemeen gevaar voor de inventaris van de kapel en/of de kerk veroorzaakt.

Ten aanzien van feit 3

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte het onder feit 3 tenlastegelegde heeft begaan

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft aangegeven dat zij zich refereert aan het oordeel van de rechtbank.

Beoordeling door de rechtbank

Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

Bewijsmiddelen:

- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] , p. 47;

- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] , p. 10;

- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] , p. 19;

- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 4] , p. 34;

- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 5] , p. 41;

- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 april 2017;

Ten aanzien van feit 4

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte het onder feit 4 tenlastegelegde heeft begaan.

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft aangegeven dat zij zich refereert aan het oordeel van de rechtbank.

Beoordeling door de rechtbank

Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

Bewijsmiddelen:

- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 6] , p. 86;

- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 april 2017.

3 Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 1, 2 primair, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:

1.

hij, op of omstreeks 22 december 2016 te Ewijk, gemeente Beuningen, opzettelijk brand heeft gesticht in een campinggebouw door opzettelijk (open) vuur in

aanraking te brengen met een (papieren) luier, in elk geval met een brandbare stof, ten gevolge waarvan een droogtrommel en een wasmachine en een wasserette geheel of gedeeltelijk zijn verbrand, en daarvan gemeen gevaar voor de in voornoemde campinggebouw aanwezige

inventaris en/of één of meer nabijgelegen en/of bovenliggende pand(en), in

elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was;

2.

Primair

hij, op of omstreeks 19 november 2016 te Winssen, gemeente Beuningen, opzettelijk brand heeft gesticht in een kerk en/of kapel door opzettelijk (open) vuur in

aanraking te brengen met een (kunststof) kleed, in elk geval met een brandbare stof, ten gevolge waarvan voornoemd kleed en/of een Mariabeeld en/of een (antieke)

voetsteun/console geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor de in voornoemde kerk en/of kapel aanwezige

inventaris en/of één of meer nabijgelegen pand(en), in elk geval gemeen gevaar

voor goederen te duchten was;

3.

hij, op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 juni 2016

tot en met 14 december 2016 in de provincie Gelderland, althans in het

arrondissement Oost-Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (telkens) heeft weggenomen

- te Beuningen, gemeente Beuningen, een scootmobiel (merk [naam 1] ), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of

- te Beuningen, gemeente Beuningen, een rolstoel/scootmobiel, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of

- te Ewijk, gemeente Beuningen, een scootmobiel (merk [naam 1] ) en/of een rolstoel, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of

- te Ewijk, gemeente Beuningen, 2 (twee) rolstoelen (merk [naam 2] ), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] en/of

- te Ewijk, gemeente Beuningen, een rolstoel (merk [naam 2] ), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] en/of

- te Beuningen, gemeente Beuningen, een scootmobiel (merk [naam 3] ),

geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6] en/of gemeente Beuningen., in elk geval (telkens) (een) goed(eren) dat aan een ander of anderen

toebehoort dan aan verdachte;

4.

hij, op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november 2016

tot en met 31 december 2016 te Beuningen, gemeente Beuningen, met het oogmerk

van wederrechtelijke toe-eigening (telkens) heeft weggenomen een (metalen) kistje en/of een hoeveelheid geld (van in totaal ongeveer 40 euro), in elk geval (telkens) enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft

verschaft en/of dat weg te nemen goed en/of geld onder zijn bereik heeft

gebracht door middel van braak en/of verbreking;

Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.

Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4 De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

Ten aanzien van feit 1 en feit 2 primair, telkens:

Opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is.

Ten aanzien van feit 3:

Diefstal, meermalen gepleegd

Ten aanzien van feit 4:

Diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking, meermalen gepleegd.

5 De strafbaarheid van het feit

6 De strafbaarheid van de verdachte

7 Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

8 De toegepaste wettelijke bepalingen

9 De beslissing