Home

Rechtbank Amsterdam, 14-06-2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:3765, C/13/612798 / HA ZA 16-761

Rechtbank Amsterdam, 14-06-2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:3765, C/13/612798 / HA ZA 16-761

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
14 juni 2017
Datum publicatie
16 juni 2017
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2017:3765
Zaaknummer
C/13/612798 / HA ZA 16-761

Inhoudsindicatie

Bank- en effectenrecht, geen ongerechtvaardigde verrijking. Voor zover sprake is van verrijking dan vindt die zijn grondslag in de overeenkomsten.

Uitspraak

vonnis

Afdeling privaatrecht

zaaknummer / rolnummer: C/13/612798 / HA ZA 16-761

Vonnis van 14 juni 2017

in de zaak van

[eiser] ,

wonende te [plaats] ,

eiser,

advocaat: mr. M.J. Meijer te Haarlem,

tegen

de naamloze vennootschap

ABN AMRO BANK N.V.,

gevestigd te Amsterdam,

gedaagde,

advocaat: mr. X.D. van Leeuwen te Amsterdam.

Partijen zullen hierna [eiser] en ABN Amro worden genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding van 20 juli 2016, met producties;

-

de conclusie van antwoord, met producties;

-

het tussenvonnis van 30 november 2016, waarbij een comparitie van partijen is gelast;

-

het proces-verbaal van comparitie van 1 mei 2017, met de daarin genoemde (proces)stukken.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

ABN Amro is de rechtsopvolger van Fortis Bank (Nederland) N.V. Hierna zal steeds worden gesproken over ABN Amro, ook wanneer daarmee Fortis Bank (Nederland) N.V. wordt bedoeld.

2.2.

[eiser] heeft zich in 2007 tot ABN Amro gewend voor het verkrijgen van een financiering voor de aankoop van een garage, gelegen aan de [straat] te [plaats] (hierna: de garage). Volgens het bestemmingsplan van de gemeente [plaats] heeft de garage de bestemming “bedrijf”.

2.3.

ABN Amro heeft [eiser] bij brief van 29 oktober 2007 een offerte gedaan voor een twintigjarige hypothecaire geldlening van EUR 176.000,-- en voor een twintigjarige hypothecaire geldlening van EUR 144.000,--. In de offerte werd een aantal mogelijkheden vermeld met betrekking tot de te betalen rente en de looptijd van die rente. Voor de geldlening van EUR 176.000,-- is een rentepercentage van 5,10% per jaar vast met een looptijd tot 1 januari 2013 aangekruist. Voor de geldlening van EUR 144.00,-- is geen rentepercentage aangekruist. [eiser] heeft met de offerte ingestemd.

2.4.

ABN Amro heeft de gevraagde financiering aan [eiser] verstrekt. [eiser] en ABN Amro hebben daartoe op 6 november 2007 twee leningovereenkomsten gesloten. De eerste leningovereenkomst bestond uit een lening van EUR 176.000,--, met een looptijd tot 1 oktober 2027, tegen een door [eiser] aan ABN Amro te betalen jaarlijkse rente van 5,10%, die voor vijf jaar is vastgesteld. De tweede leningovereenkomst bestond uit een lening van EUR 144.000,--, met een looptijd tot 1 december 2027, eveneens tegen een door [eiser] aan ABN Amro te betalen jaarlijkse rente van 5,10%, die voor vijf jaar is vastgesteld.

2.5.

Aflossing van de leningen vond plaats vanaf het privébankrekeningnummer van [eiser] .

2.6.

Proper Makelaardij o.g. heeft in opdracht van [eiser] een taxatierapport betreffende de garage opgesteld. Het taxatierapport, gedateerd 31 juli 2014, vermeldt voor zover hier van belang:

Omschrijving onroerende zaak:

Circa 295 m2 bedrijfsruimte met grote overheaddeur en loopdeur, twee verzonken bruggen, 9 bruggen met plaats voor 2 auto’s, toiletruimte, voorterrein van circa 150 m2 met daarop een opslagcontainer.

De bedrijfsruimte is voorzien van diverse technische installaties zoals perslucht, afzuiginstallatie t.b.v. uitlaatgassen, mechanische ventilatie, luchtbehandeling, verwarming, alarminstallatie. Ook is er afsluitbare roldeur in de ruimte aanwezig waardoor circa 40 m2 separaat verhuurd kan worden.”

3 Het geschil

3.1.

[eiser] vordert – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

1. voor recht verklaart dat ABN Amro zich tegenover [eiser] ongerechtvaardigd heeft verrijkt, waarbij zij gehouden is het te veel ontvangen bedrag aan [eiser] terug te betalen, te vermeerderen met wettelijke rente daarover en voor recht verklaart dat ABN Amro tegenover [eiser] schadeplichtig is geworden en veroordeeld moet worden het hierdoor door [eiser] geleden vermogensverlies te vergoeden, op te maken bij staat en met veroordeling van ABN Amro op voorhand in de kosten van de schadestaatprocedure;

2. ABN Amro veroordeelt in de (na)kosten van deze procedure, met bepaling dat ABN Amro wettelijke rente over de (na)kosten verschuldigd zal zijn indien zij niet binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis zal hebben betaald.

3.2.

[eiser] legt – onder verwijzing naar de door hem gestelde feiten en in het geding gebrachte stukken – aan zijn vordering ten grondslag dat ABN Amro ten onrechte een te betalen renteverschil heeft gecreëerd tussen een directe en indirecte woonhuisfinanciering. In beide gevallen wordt de rente betaald van het privébankrekeningnummer van [eiser] . Het onderpand is een garage voor eigen gebruik, net zoals een woonhuis. De gegevens die [eiser] ter beoordeling van zijn risico moest verstrekken verschilden niet van zijn woonhuisfinanciering. ABN Amro hanteert niet de door haar genoemde criteria om tot een redelijk rentetarief te komen. In plaats van een feitelijke toetsing, vindt slechts een administratieve toetsing plaats die geen recht doet aan de door ABN Amro gestelde koppeling tussen het risico van een concrete lening en renteopslag. Er is sprake van ongerechtvaardigde verrijking aan de zijde van ABN Amro. Er is ook sprake van een wilsgebrek aan de zijde van [eiser] . De als gevolg van de ongerechtvaardigde verrijking door [eiser] geleden schade, moet bij schadestaat worden vastgesteld. ABN Amro dient deze schade aan hem te vergoeden. Aldus steeds [eiser] .

3.3.

ABN Amro voert verweer. Zij heeft onder meer aangevoerd dat er geen sprake is van een ongerechtvaardigde verrijking. De verrijking wordt gerechtvaardigd door de leningovereenkomsten. [eiser] heeft bewust ingestemd met het door ABN Amro voorgestelde rentetarief. Aangenomen mag worden dat [eiser] de rentetarieven van verschillende aanbieders met elkaar heeft vergelijken. Het kon hem ook niet zijn ontgaan welk rentetarief hij zou betalen, de leningovereenkomsten bestonden uit niet meer dan drie pagina’s. Verder heeft ABN Amro een beroep gedaan op het voltooid zijn van de verjaringstermijn, schending van zijn wettelijke klachtplicht en op rechtsverwerking.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover voor de beoordeling van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing