Home

Rechtbank Amsterdam, 24-05-2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:3728, 5864029 KK EXPL 17-351 (hoofdzaak) en 5907103 KK EXPL 17-409 (vrijwaringszaak)

Rechtbank Amsterdam, 24-05-2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:3728, 5864029 KK EXPL 17-351 (hoofdzaak) en 5907103 KK EXPL 17-409 (vrijwaringszaak)

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
24 mei 2017
Datum publicatie
30 mei 2017
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2017:3728
Zaaknummer
5864029 KK EXPL 17-351 (hoofdzaak) en 5907103 KK EXPL 17-409 (vrijwaringszaak)

Inhoudsindicatie

Verhuurder verhuurt een pand aan huurder, waarbij zich op de begane grond van het pand een café bevindt. Naar aanleiding van de vondst van een handgranaat bij de ingang van het café heeft de burgemeester van de gemeente Amsterdam het café met onmiddellijke ingang gesloten. Na enige maanden is de sluiting van het café opgeheven. De verhuurder wenst het verhuurde te ontruimen, maar de huurder verzet zich hier tegen. De vordering tot ontruiming wordt in kort geding afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht

zaaknummers: 5864029 KK EXPL 17-351 (hoofdzaak) en 5907103 KK EXPL 17-409 (vrijwaringszaak)

vonnis van: 24 mei 2017

vonnis van de kantonrechter kort geding

in de hoofdzaak

[eiser]

wonende te [woonplaats]

eiser

nader te noemen: [eiser]

gemachtigde: mr. D.P. van den Bergh

t e g e n

de besloten vennootschap Heineken Nederland N.V.

gevestigd te Amsterdam

gedaagde

nader te noemen: Heineken

gemachtigde: mr. Ch.Y.M. Moons

en

de besloten vennootschap BO&T Productions B.V.

de besloten vennootschap BO&T BlinQ B.V.

beide gevestigd te Amsterdam

gevoegde partijen ex artikel 217 Rv

nader te noemen: respectievelijk BO&T Productions en BO&T BlinQ en gezamenlijk BO&T

gemachtigde: mr. R. Ridder

en

in de vrijwaringszaak

de besloten vennootschap Heineken Nederland N.V.

gevestigd te Amsterdam

eiseres

nader te noemen: Heineken

gemachtigde: mr. Ch.Y.M. Moons

t e g e n

de besloten vennootschap BO&T Productions B.V.

gevestigd te Amsterdam

gedaagde

nader te noemen: BO&T Productions

gemachtigde: mr. R. Ridder

1 De procedure in de hoofdzaak en in de vrijwaring

In de hoofdzaak heeft [eiser] bij dagvaarding van 6 april 2017, met producties, voorzieningen gevorderd. Bij incidentele conclusie tot voeging, met producties, heeft BO&T verzocht zich te mogen voegen aan de zijde van Heineken. Per brief van 9 mei 2017 heeft mr. Moons verzocht de door BO&T overgelegde producties tevens aan te merken als producties van Heineken en is voorts een aanvullende productie 1 overgelegd. Per fax van 10 mei 2017 heeft mr. Van den Bergh de producties 17, 18 en 19 overgelegd.

In de vrijwaring heeft Heineken bij dagvaarding van 19 april 2017, met producties, voorzieningen gevorderd.

Ter terechtzitting van 11 mei 2017 heeft gelijktijdig de mondelinge behandeling in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak plaatsgevonden. In de hoofdzaak is het verzoek tot voeging van BO&T toegestaan. [eiser] heeft aan de hand van pleitnotities zijn standpunt toegelicht. Heineken en BO&T hebben aan de hand van pleitnotities, die zowel in de hoofdzaak als in de vrijwaring in het geding zijn gebracht, verweer gevoerd. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.

Ter zitting waren onder meer aanwezig:

- [eiser] , vergezeld door mr. Van den Bergh en mr. R.G. Meester

- namens Heineken de heer [naam bedrijfsjurist] (bedrijfsjurist) en de heer [naam ] (werkzaam op de afdeling vastgoed), vergezeld door mr. Moons

-namens BO&T de heren [naam aandeelhouder 1] , [naam aandeelhouder 2] en [naam aandeelhouder 3] ((indirecte) aandeelhouders), vergezeld door mr. Ridder

2 De uitgangspunten in de hoofdzaak en in de vrijwaring

2.1.

[eiser] verhuurt sinds 1 maart 2003 aan Heineken de bedrijfsruimte staande en gelegen op de begane grond en vier bovengelegen verdiepingen aan het [adres] Amsterdam (hierna: het gehuurde). Partijen hebben daartoe op 28 april 2003 een huurovereenkomst gesloten. Op deze huurovereenkomst zijn de Algemene bepalingen huurovereenkomst winkelruimte en andere bedrijfsruimte ex artikel 7A:1624 BW (hierna: Algemene bepalingen) van toepassing.

2.2.

Het gehuurde wordt door Heineken onderverhuurd aan BO&T Productions. Heineken en BO&T Productions zijn daartoe een huurovereenkomst aangegaan op 28 april 2003. Op deze huurovereenkomst zijn de Algemene bepalingen eveneens van toepassing. BO&T Productions is 100% aandeelhouder van BO&T BlinQ.

2.3.

Bij brief van 14 juli 2016 aan Heineken heeft [eiser] de huurovereenkomst tegen 31 mei 2018 opgezegd wegens slecht huurderschap, dringend eigen gebruik en de algemene belangenafweging.

2.4.

Op de begane grond van het gehuurde wordt Café [naam café] (hierna: het café) geëxploiteerd. Op 8 februari 2017 is een handgranaat bij de ingang van het café aangetroffen. Ten tijde van het aantreffen van de handgranaat was er naar schatting een tiental klanten binnen. Op diezelfde dag heeft de burgemeester van de gemeente Amsterdam op grond van artikel 2.10 eerste lid onder d en onder e van de Algemene Plaatselijke Verordening het café met onmiddellijke ingang gesloten voor onbepaalde tijd vanwege een ernstige aantasting van de openbare orde. Het schriftelijke besluit tot sluiting dateert van 9 februari 2017.

2.5

Bij brief van 14 februari 2017 heeft [eiser] de huurovereenkomst met Heineken per direct buitengerechtelijk ontbonden op grond van artikel 7:231 lid 2 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Gelet op deze ontbinding heeft Heineken per brief van 15 februari 2017 de huurovereenkomst met BO&T Productions per direct ontbonden.

2.6.

In zijn besluit van 8 mei 2017 heeft de burgemeester van de Amsterdam de sluiting van het café opgeheven. In het besluit is onder meer opgenomen:

“De gemeente heeft haar onderzoek afgerond en heeft geen indicaties van schijnbeheer aangetroffen. Tevens komt uit het onderzoek van de politie niet naar voren dat er een directe link is tussen de handgranaat en de exploitanten van de horecazaak.”

2.7.

BO&T heeft tegen het bevel tot sluiting van 8 februari 2017 bezwaar gemaakt. De bezwaarprocedure is nog niet afgerond. BO&T heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam verzocht om tijdens de bezwaarprocedure een spoedmaatregel te treffen, maar dit verzoek is bij vonnis van 30 maart 2017 afgewezen.

3 Het geschil in de hoofdzaak

3.1.

[eiser] vordert - samengevat – ontruiming van het gehuurde met veroordeling van Heineken in de proceskosten.

3.2.

[eiser] legt aan zijn vordering – samengevat – het navolgende ten grondslag. Primair was [eiser] gerechtigd de huurovereenkomst te ontbinden op grond van artikel 7:231 lid 2 BW nu de burgemeester van Amsterdam het café gedurende drie maanden heeft gesloten vanwege een ernstige verstoring van de openbare orde. Subsidiair is een ontbinding van de huurovereenkomst in een nog te entameren bodemprocedure gerechtvaardigd, omdat sprake is van slecht huurderschap, althans diverse tekortkomingen gelet op de navolgende omstandigheden:

a- het aantreffen van de handgranaat, hetgeen de veiligheid van klanten, bewoners en voorbijgangers ernstig in gevaar heeft gebracht en de openbare orde ernstig heeft aangetast,

b- de sluiting van het café door de gemeente Amsterdam,

c- betrokkenheid [naam aandeelhouder 1] bij de exploitatie van het café in strijd met de vergunningsvoorschriften van de gemeente Amsterdam en artikel 2.2 van de Algemene bepalingen,

d- betrokkenheid van [naam 1] bij de exploitatie van het café in strijd met de vergunningsvoorschriften van de gemeente Amsterdam en artikel 2.2 van de Algemene bepalingen,

e- verboden onderhuur dan wel ingebruikgeving aan anderen dan BO&T (exploitatiewissel) in strijd met het bepaalde in artikel 6.1 en 18 van de huurovereenkomst,

f- verboden verhuur en gebruik van de bovengelegen verdiepingen als woonruimte in strijd met het bepaalde in artikel 12 van de huurovereenkomst,

g- veroorzaken van overlast aan omwonenden en buren in strijd met het bepaalde in artikel 17 van de huurovereenkomst,

h- verbouwing zonder medeweten en toestemming van verhuurder in strijd met het bepaalde in artikel 21 van de huurovereenkomst,

i- BO&T beschikt niet over een veiligheidsplan, wat normaliter binnen de gemeente Amsterdam gekoppeld dient te zijn aan de exploitatievergunning.

De handelingen van BO&T Productions als onderhuurder dienen aan Heineken als hoofhuurder te worden toegerekend, zodat Heineken toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst.

3.3.

Heineken en BO&T voeren verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 Het geschil in de vrijwaringszaak

5 Beoordeling in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak

5 De beslissing