Home

Rechtbank Amsterdam, 12-12-2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:8403, C-13-553343 - KG ZA 13-1367

Rechtbank Amsterdam, 12-12-2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:8403, C-13-553343 - KG ZA 13-1367

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
12 december 2013
Datum publicatie
13 december 2013
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2013:8403
Zaaknummer
C-13-553343 - KG ZA 13-1367

Inhoudsindicatie

Een huurder van een woning van Ymere dient zijn woning binnen acht dagen te ontruimen. Ymere had ontdekt dat de huurder zijn woning op het internet aanbood aan onderhuurders, terwijl in de huurvoorwaarden uitdrukkelijk is bepaald dat onderhuur niet is toegestaan. Nadien bleek dat de huurder een kandidaat-onderhuurder heeft opgelicht. De voorzieningenrechter heeft het de huurder zwaar aangerekend dat hij een sociale huurwoning heeft ingezet als middel tot oplichting. Hiermee heeft de huurder in strijd gehandeld met zijn verplichting zich als goed huurder te gedragen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel

zaaknummer / rolnummer: C/13/553343 / KG ZA 13-1367 SP/MV

Vonnis in kort geding van 12 december 2013

in de zaak van

de stichting

STICHTING YMERE,

gevestigd te Amsterdam,

eiseres bij dagvaarding van 13 november 2013,

advocaat mr. H.M.G. Brunklaus te Amsterdam,

tegen

1 [gedaagde 1],

2. [gedaagde 2],

beiden wonende te [plaats],

advocaat mr. J.F.A. van der Maes te Amsterdam,

3. HEN DIE VERBLIJVEN IN DE ONROERENDE ZAAK OF EEN GEDEELTE DAARVAN AAN [adres 1] TE ([postcode]) [plaats],

niet verschenen,

gedaagden.

De verschenen partijen zullen hierna ook Ymere, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] worden genoemd.

1 De procedure

1.1.

Ter terechtzitting van 28 november 2013 heeft Ymere gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Ymere en [gedaagde 2] hebben verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.Ter zitting waren aanwezig:

aan de zijde van Ymere: [persoon 1] en [persoon 2] met mr. Brunklaus;

aan de zijde van gedaagden: [gedaagde 1] en [gedaagde 2] met mr. Van der Maes. Tegen de niet verschenen gedaagden sub 3 is verstek verleend. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.

1.2.

Ter zitting heeft Ymere kenbaar gemaakt te beschikken over whatsappberichten die haar stelling ondersteunen dat [gedaagde 1] ernstig is tekort geschoten. Desgevraagd heeft [gedaagde 1] verklaard de desbetreffende whatsappcorrespondentie te hebben gevoerd. De raadsman van [gedaagde 1] heeft met een beroep op het Procesreglement – dat voorschrijft dat producties tenminste 24 uur vóór aanvang van de zitting aan de wederpartij moeten worden toegezonden – bezwaar gemaakt tegen het in het geding brengen de whatsappberichten. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de berichten als productie worden toegelaten. Wel is de zitting in verband met de goede procesorde en het beginsel van hoor en wederhoor enige tijd geschorst om [gedaagde 1] en zijn raadsman in de gelegenheid te stellen de berichten te bestuderen.

2 De feiten

2.1.

Met ingang van 27 september 2010 huurt [gedaagde 1] de woning aan het adres [adres 1] te [plaats] (hierna de woning) van Ymere. De thans geldende huurprijs bedraagt € 475,78 netto per maand (inclusief stookkosten € 615,14 per maand). Bij de schriftelijke huurovereenkomst behoren Algemene Huurvoorwaarden Woningen. In artikel 5.4 van die voorwaarden is – kort gezegd – opgenomen dat het de huurder niet is toegestaan de woning geheel of gedeeltelijk onder te verhuren of aan derden in gebruik te geven. In de zogenaamde Tarievenlijst, die onderdeel uitmaakt van de huurovereenkomst, is het volgende opgenomen:Algemene huurvoorwaarden woningen(…)Artikel 5.4Boete bij verboden onderverhuur - bij constatering € 2.500,00 - per dag € 50,00

2.2.

Begin maart 2012 heeft Ymere geconstateerd dat de woning op internet (www.kamertje.nl) te huur wordt aangeboden voor € 700,- per maand voor onbepaalde tijd.

2.3.

Op 8 mei 2012 heeft een medewerker van Ymere een bezoek gebracht aan de woning en de heer [persoon 4] aangetroffen. Op 18 december 2012 heeft dezelfde medewerker van Ymere opnieuw een bezoek aan de woning gebracht en daar de heer [persoon 3] aangetroffen.

2.4.

In een proces-verbaal van politie van 29 juli 2013 is onder meer het volgende opgenomen:Op 29 februari 2013 (bedoeld is 29 juli 2013, vzr.) vervoegde zich een vrouw (naam bekend bij verbalisant) aan het politiebureau [locatie] die melding maakte van een onderhuursituatie/conflict op het adres [adres 1] te [plaats]. Deze vrouw verklaarde dat zij 1250 euro aan dhr. [gedaagde 1] had betaald voor de huur van de woning op het adres [adres 1] te [plaats]. Bij de sleuteloverdracht bleek dat er nog twee mensen in de woning aanwezig waren. Deze personen verlieten de woning op het moment dat de vrouw de woning betrad.Vrijwel onmiddellijk daarna ontstond er een heftig conflict tussen dhr [gedaagde 1] en een van de personen die de woning hadden verlaten. Dit conflict was zo hevig dat politieassistentie werd ingeroepen . De vrouw besloot toen niet meer in deze woning te gaan wonen en vroeg haar geld terug. Dit werd door dhr. [gedaagde 1] geweigerd. De volgende dag had hij de sloten van de woning veranderd.

De vrouw had geen huurcontract met dhr. [gedaagde 1] opgemaakt. De huurovereenkomst was mondeling besproken. Overige van belang zijnde informatie: Verbalisant is sinds 2010 werkzaam als wijkagent in de wijk Plan en Gool, waar [adres 1] deel van uit maakt. In deze periode zijn mij meerdere meldingen bekend geworden van onderverhuur van de woning [adres 1].

2.5.

Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de raadsvrouw van Ymere [gedaagde 1] – kort gezegd – gesommeerd de huurovereenkomst op te zeggen. [gedaagde 1] heeft niet op deze brief gereageerd.

2.6.

Sinds 1 november 2013 staat ook [gedaagde 2] ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het adres van de woning. Eerder heeft [gedaagde 2] van 5 september 2012 tot 17 september 2012 op dit adres ingeschreven gestaan.

3 Het geschil

4 De beoordeling

5 De beslissing