Home

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, 15-05-2017, ECLI:NL:OGEAC:2017:55, AR 78046/2016

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, 15-05-2017, ECLI:NL:OGEAC:2017:55, AR 78046/2016

Gegevens

Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Datum uitspraak
15 mei 2017
Datum publicatie
22 mei 2017
ECLI
ECLI:NL:OGEAC:2017:55
Zaaknummer
AR 78046/2016

Inhoudsindicatie

niet-ontvankelijkheid - gebruiksvergoeding - verdeling nalatenschap

Uitspraak

HET GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Vonnis in de zaak van:

1 [eiser sub 1], wonende in Curaçao,

2. [eiseres sub 2], wonende in Curaçao,

eisers in conventie, gedaagden in reconventie,

gemachtigde: mr. O.A. Martina,

--tegen--

a. [gedaagde sub a], wonende in Nederland,

b. [gedaagde sub b], wonende in Curaçao,

c. [gedaagde sub c], wonende in Curaçao,

d. [gedaagde sub d], wonende in Nederland,

e. [gedaagde sub e], wonende in Curaçao,

f. [gedaagde sub f], wonende in Curaçao,

gedaagden in conventie, eisers in reconventie,

gemachtigde: mr. M. Peelen

Partijen zullen hierna [eisers] c.s. en [gedaagden] c.s. genoemd worden.

In voorkomend geval zullen zij ook worden aangeduid met hun eerste voornaam.

1 Verloop van de procedure

1.1.

Het procesverloop blijkt uit:

- het inleidend verzoekschrift met producties, op 8 maart 2016 ter griffie ingediend;

- de door [gedaagden] c.s. genomen conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie met producties van 12 september 2016;

- de door [eisers] c.s. genomen conclusie van antwoord in reconventie van 14 november 2016;

- de door [gedaagden] c.s. op 11 januari 2017 overgelegde aanvullende producties;

- de comparitie van partijen die plaatsvond op 16 januari 2017.

1.2.

Vonnis is bepaald op heden.

2 De feiten

2.1.

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in de stelling gebrachte producties, staat tussen partijen – voor zover van belang- het volgende vast.

2.2.

Partijen zijn erfgenamen van de echtelieden [naam erflater 1] en [naam erflater 2] (verder: erflater 1 & 2). Dezen waren in algehele gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd. Erflaters 1 & 2 zijn, zonder bij testament over hun nalatenschap te hebben beschikt, in Curaçao op 8 augustus 2001 respectievelijk op 3 juli 2005 overleden.

2.3.

Erflater 1 & 2 hadden drie kinderen:

a. [eiser sub 1];

b. [zoon van erflaters 1 & 2], ab intestaat overleden op 22 november 2011 en;

c. [dochter van erflaters 1 & 2], ab intestaat overleden op 1 november 2008.

2.4. [

Eiser sub 1] is een zoon van erflaters 1 & 2 en [eiseres sub 2] is de enige dochter van [zoon van erflaters 1 & 2], zoon van erflaters 1 & 2. [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] zijn elk op grond van artikel 4:10 lid 1 sub a en lid 2 BW jo artikel 4: 11 BW, gerechtigd tot 1/3 erfdeel van de nalatenschappen (verder: de nalatenschap) van erflater 1 & 2. [gedaagden] c.s. komen als erfgenamen van [dochter van erflaters 1 & 2] gezamenlijk op voor hun erfdeel.

2.5.

De te verdelen nalatenschap bestaat uit het recht van erfpacht op het perceel grond gelegen in het tweede district van Curaçao te “[Kadastraal aanduidingen]”, kadastraal omschreven als [nummer], ter grootte van 1.030m2 en het daarop gebouwde huis gelegen aan [woning nummer] (verder: de woning). De woning inclusief het erfpachtperceel is in 2012 door Caresto Real Estate op een marktwaarde gewaardeerd van NAf 500.000,-.

2.6. [

Eisers] c.s. hebben ter comparitie erkend dat [eiser sub 1] na het overlijden van erflaatster 2 van juli 2005 tot en met 2008 en [zoon van erflaters 1 & 2] van 2008 tot en met 2009 in het huis hebben gewoond. [Gedaagden] c.s. hebben verduidelijkt dat de door hun gevorderde huuropbrengst dan wel gebruiksvergoeding over de jaren 2005 tot en met 2009 wordt beperkt.

3 Het geschil

4 De beoordeling van het geschil

5 De beslissing