Home

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, 07-07-2017, ECLI:NL:OGEABES:2017:15, AR 2017/24 (Statia)

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, 07-07-2017, ECLI:NL:OGEABES:2017:15, AR 2017/24 (Statia)

Gegevens

Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Datum uitspraak
7 juli 2017
Datum publicatie
10 juli 2017
ECLI
ECLI:NL:OGEABES:2017:15
Zaaknummer
AR 2017/24 (Statia)

Inhoudsindicatie

Beslag en procesrecht. Vervolg van ECLI:NL:OGEABES:2017:3. Rechter verleent toestemming om in conservatoir beslag genomen voorraad ruwe olie onderhands te verkopen.

Uitspraak

Beslag en procesrecht. Vervolg van ECLI:NL:OGEABES:2017:3. Rechter verleent toestemming om in conservatoir beslag genomen voorraad ruwe olie onderhands te verkopen.

Vonnis van 7 juli 2017

Zaaknummer: AR 2017/24 (Statia)

Vonnisnr.

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

Zittingsplaats Sint Eustatius

Vonnis in kort geding

inzake

de vennootschappen naar vreemd recht:

  1. SIGMA NAVIGATION CORPORATION,

  2. VITAL SHIPPING CORPORATION,

  3. WATERMARK MARITIME INC,

  4. WATERCOUSE MARITIME,

  5. STRAITS SHIPHOLDING CORPORATION,

  6. ROMANTIC NAVIGATION INC,

  7. NS POINT SHIPPING INC,

  8. GLEFI SHIPPING XXXI COMPANY LIMTED,

  9. GLEFI SHIPPING XXX COMPANY LIMITED,

  10. DAINFORD NAVIGATION INC,

  11. ASTRA SHIPPING LIMITED en

  12. HOMEPORT TANKERS S.A.,

allen gevestigd te Monrovia, Liberia,

eiseressen,

voor allen: gemachtigde: mr. M.R.B. Gorsira en mr. R.B. van Hees,

tegen

de vennootschap naar het recht van Venezuela PDVSA PETROLEO S.A.,

gevestigd te Caracas, Venezuela,

gedaagde,

gemachtigde: mr. H.A. Seferina.

Partijen worden achtereenvolgens aangeduid als “de scheepseigenaren” en “PVDSA”. Eiseres sub 1 wordt hierna aangeduid als “Sigma”. Een en ander geldt tenzij hierna anders is vermeld.

1 Het verloop van de procedure

1.1.

Het Gerecht heeft kennis genomen van de volgende processtukken:

  1. verzoekschrift met producties d.d. 16 juni 2017,

  2. brief d.d. 29 juni 2017 van mr. Seferina met producties,

  3. pleitnota van mr. Van Hees,

  4. pleitnota van mr. Seferina.

1.2.

Met instemming van partijen heeft de zitting plaatsgevonden op Sint Maarten en wordt de uitspraak op Sint Maarten gedaan. Voormelde gemachtigden zijn ter zitting verschenen. De griffier heeft van het verhandelde aantekening gehouden.

1.3.

Vonnis is bepaald op heden.

2 De vaststaande feiten in conventie

2.1.

Bij kort geding vonnis van dit Gerecht d.d. 10 maart 2017 (ECLI:NL:OGEABES:2017:3) zijn de scheepseigenaren 1 tot en met 10 veroordeeld om, nadat door PDVSA en Nustar garanties zijn verstrekt, hun medewerking te verlenen aan het overpompen en opslaan van een lading olie in een bunker van Nustar op Sint Eustatius. Tegen dit vonnis is geen hoger beroep ingesteld.

2.2.

PDVSA huurt van Nustar de bunkeropslag op Sint Eustatius.

2.3.

Door Nustar en PDVSA (de eigenaar van de olie) zijn de in het vonnis voorgeschreven garanties verstrekt waarna de olie op 1 april 2017 vanuit de olietanker NS Columbus van Sigma is overgepompt naar een bunker van Nustar. De conservatoire beslagen die door de scheepseigenaren 1 tot en met 10 zijn gelegd zijn op de scheepsvoorraad olie blijven liggen. Blijkens de door Nustar en PDVSA afgegeven garanties d.d. 23 maart 2017 garanderen zij dat voor zes maanden, zoals in het vonnis is voorgeschreven.

2.4.

Op 1 juni 2017 hebben de scheepseigenaren 11 en 12 conservatoir beslag op de scheepsvoorraad olie gelegd. Ook deze scheepseigenaren hebben een vordering op PDVSA wegens huurpenningen op grond van Tanker Time Charter Parties op basis waarvan zij olietankers aan PDVSA hebben verhuurd. Eerder, in mei 2017, hebben de scheepseigenaren 1 tot en met 10 additionele conservatoire beslagen gelegd op de olievoorraad omdat hun vorderingen op PDVSA zijn toegenomen.

2.5.

Op de Charter Parties is Engels recht van toepassing verklaard. Tevens bevat elke Charter Party een beding inhoudende dat geschillen tussen partijen bij de Charter Party worden berecht door arbitrage in Londen. In de Charter Party met Sigma is verder een “lien” (een zekerheidsrecht naar Engels recht) op de lading opgenomen als zekerheid voor de nakoming door PDVSA van haar contractuele verplichtingen.

2.6.

Tussen de scheepseigenaren en PDVSA zijn inmiddels arbitrage procedures in Londen aanhangig. De scheepseigenaren vorderen daarin, onder andere, de achterstallige huurpenningen.

2.7.

Sigma heeft, na verkregen toestemming van de arbiter, het High Court (Queens Bench Division, Commercial Court) in Londen om een Sales Order betreffende de lading olie gevraagd. Ten tijde van de beslissing in het eerdere kort geding werd de beslissing, op of kort na, 10 april 2017 verwacht. Blijkens een Consent Order d.d. 27 maart 2017 van het High Court zijn partijen overeengekomen dat de beslissing op de Sales Order wordt aangehouden en daarmee heeft het High Court ingestemd.

3 De vorderingen van de scheepseigenaren

3.1.

De scheepseigenaren verzoeken het Gerecht om, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, de volgende beslissingen te nemen:

PRIMAIR:

  1. “te bepalen dat het de Beslagleggers, althans Sigma, zal zijn toegestaan de Lading door tussenkomst van PVM, althans door tussenkomst van een door Uw Gerecht in goede justitie aan te wijzen gerenommeerde oliemakelaar, te verkopen aan een derde tegen de best mogelijke voorwaarden, waaronder een zo hoog mogelijke prijs, waarbij de opbrengst zal worden gestort op een door het Gerecht te bepalen en door een derde te houden escrowrekening onder door het Gerecht te bepalen voorwaarden, totdat in alle tussen de Beslagleggers en PDVSA aanhangige arbitrageprocedures onherroepelijke einduitspraken zijn gegeven, althans totdat alle Beslagleggers voortvloeiend uit de arbitrageprocedures op Sint Eustatius voor tenuitvoerlegging vatbare executoriale titels hebben verkregen, al naar gelang de uitkomst van de arbitrageprocedures de opbrengst onverwijld zal worden overgemaakt op een door de Beslagleggers respectievelijk PDVSA op te geven bankrekening of bankrekeningen en PDVSA te bevelen aan het voorgaande zonder enig voorbehoud of voorwaarde alle nodige medewerking te verlenen, waaronder, maar niet uitsluitend, het verstrekken van alle voor de verkoop, overdracht en transport benodigde documenten; en

  2. te bepalen dat PDVSA een dwangsom verbeurt van USD 500.000 voor elke keer of elke dag of gedeelte daarvan dat zij geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft in de nakoming van het voorgaande onder (1);

SUBSIDIAIR:

(…)

MEER SUBSIDIAIR:

(…)

ZOWEL PRIMAIR, SUBSIDIAIR ALS MEER SUBSIDIAIR:

6. PDVSA te bevelen, voor zolang als de Lading zich bevindt in de bunkers op Sint Eustatius, te zorgen voor een behoorlijke, marktconforme verzekering ter dekking van (in ieder geval) verlies van en/of schade aan de Lading en voor verlies en/of schade aan derden en verontreinigingsschade veroorzaakt door de Lading, in welke verzekering de Beslagleggers zullen worden opgenomen als medeverzekerden, te zorgen voor tijdige betaling van de premie voor die verzekering , en PDVSA te bevelen de gerechtelijk bewaarder van het voorgaande afdoende (Engelstalig) bewijs te verstrekken, waaronder een kopie (en eventueel Engelse vertaling) van de betreffende verzekeringspolis, een en ander binnen twee werkdagen na het wijzen van vonnis in deze zaak;

7. daarbij te bepalen dat, indien PDVSA niet (meer), niet volledig en/of niet tijdig voldoet aan het onder (6) bedoelde:

a. in het geval van toewijzing van het primair onder (1) gevorderde: zij een dwangsom verbeurt van USD 500.000 voor elke keer of elke dag of gedeelte daarvan dat zij geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft in de nakoming van het voorgaande onder (6);

b. (…)

8. PDVSA te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de nakosten ad ANG 250 zonder betekening en ANG 400 in geval van betekening, alle kosten te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis, en, voor het geval voldoening niet binnen die termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten, te rekenen vanaf de vijftiende dag na dat vonnis.”

3.2.

PDVSA verzoekt het Gerecht om de scheepseigenaren in hun vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren dan wel hun vorderingen af te wijzen, met veroordeling van de scheepseigenaren in de proceskosten.

4 De (kort en zakelijk weer te geven) standpunten van partijen

5 De beoordeling

6 De beslissing