Home

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 23-05-2017, ECLI:NL:OGEAA:2017:414, E.J. 3089 van 2016

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 23-05-2017, ECLI:NL:OGEAA:2017:414, E.J. 3089 van 2016

Gegevens

Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Datum uitspraak
23 mei 2017
Datum publicatie
29 mei 2017
ECLI
ECLI:NL:OGEAA:2017:414
Zaaknummer
E.J. 3089 van 2016

Inhoudsindicatie

nietig ontslag

Uitspraak

Beschikking van 23 mei 2017

Behorend bij E.J. 3089 van 2016

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

BESCHIKKING

in de zaak van:

Verzoekster,

wonende te Aruba,

hierna ook te noemen: [verzoekster],

gemachtigde: de advocaat mr. David G. Kock,

tegen:

de naamloze vennootschap

COSBA N.V. h.o.d.n. CROCS,

gevestigd te Aruba,

hierna ook te noemen: Cosba,

gemachtigde: de advocaat mr. lic. B.M. De Sousa.

1 DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het verzoekschrift;

- het verweerschrift;

- de behandeling ter zitting van 25 april 2017 en de daarvan gemaakte aantekeningen van de griffier.

Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2 DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [

verzoekster] is op 19 mei 2014 in dienst getreden bij Cosba in de functie van verkoopster. Haar laatst verdiende loon bedraagt Afl. 1.800,00 bruto, te vermeerderen met een gemiddelde commissie van Afl. 200,00 per maand.

2.2

Op 20 april 2016 deelt Cosba aan [verzoekster] en de overige personeelsleden mee dat de activiteiten gestaakt worden en de winkel gaat sluiten.

2.3

Bij brief van 5 april 2016 heeft Cosba [verzoekster] ontslag aangezegd per 5 juni 2016.

2.4

Op 5 juni 2016 heeft de winkel in Oranjestad haar deuren gesloten.

2.5

Bij handgeschreven brief van 23 september 2016 deelt [verzoekster] Cosba onder meer het volgende;

‘ahora reclamo mis derechos, mis 2 meses de preaviso, 3.600 florines. Tampoco necesito que me reintegren a ningun trabajo. Si no es asi pasare a demander por danos y prejuicios; tambien es otro de mis derechos’.

2.6

Bij (voorgedrukte) brief van 23 september 2016 beroept [verzoekster] zich op de nietigheid van het ontslag, stelt zij zich beschikbaar voor de bedongen arbeid en maakt zij aanspraak op loondoorbetaling.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [

verzoekster] verzoekt toestemming om gratis te procederen, en bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad Cosba te veroordelen tot betaling van haar salaris vanaf 5 juni 2016 tot de dag dat het dienstverband rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de

vertragingsrente en met veroordeling van Crocs tot vergoeding van de proceskosten.

3.2

Crocs voert hiertegen verweer, dat zo nodig bij de beoordeling aan de orde komt.

4 DE BEOORDELING

4.1

Vast staat dat het dienstverband tussen partijen is opgezegd zonder dat voldaan is aan de wettelijke voorschriften voor het beëindigen van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Immers, Crocs heeft geen ontslagvergunning aangevraagd noch heeft zij ontbinding van de arbeidsovereenkomst aan de rechter verzocht. Indien er sprake is van een beëindiging met wederzijds goedvinden, zijn deze voorwaarden niet van toepassing. Uit de door [verzoekster] aan Cosba geschreven brieven volgt evenwel dat zij niet instemt met het gegeven ontslag.

4.2

Ook staat vast dat [verzoekster] op 23 september 2016 twee brieven heeft geschreven. In de handgeschreven brief lijkt zij te berusten in het ontslag en wenst zij slechts uitbetaling van hetgeen haar rechtens toekomt. In de andere (voorgedrukte) brief doet zij een beroep op de nietigheid, stelt zij zich beschikbaar voor de bedongen arbeid en maakt zij aanspraak op doorbetaling van haar loon.

4.3

Anders dan namens Cosba is bepleit, is het gerecht van oordeel dat [verzoekster] zich wel degelijk beschikbaar heeft gesteld. Hoewel beide brieven van 23 september 2016 innerlijk tegenstrijdig zijn, wordt aan de handgeschreven brief minder waarde toegekend, omdat [verzoekster] op dat moment nog geen juridisch advies had ingewonnen. Direct nadat zij bij de Directie Arbeid is geweest, heeft zij een beroep gedaan op de nietigheid. Deze ‘spoorwissel’ vond echter dezelfde dag plaats en schaadt de belangen van Cosba niet. Aldus wordt ervan uitgegaan dat [verzoekster] zich beschikbaar heeft gesteld op 23 september 2016 en aanspraak maakt op betaling van haar loon.

4.4

Vast staat dat de Crocs winkels van Cosba inmiddels dicht zijn. Voor zo ver Cosba zich op matiging beroept vanwege de bedrijfseconomische omstandigheden, lag het op haar weg om dit verweer feitelijk te onderbouwen. Dit heeft Cosba nagelaten, zodat een beroep op matiging in verband met de bedrijfseconomische omstandigheden verworpen wordt.

4.5

Cosba stelt voorts dat de loonvordering gematigd dient te worden, omdat [verzoekster] zich niet beschikbaar heeft gehouden. Dit verweer wordt eveneens verworpen, zoals reeds volgt uit r.o. 4.3 van deze beschikking.

4.6

Uit het voorgaande volgt dat aan toewijzing van de loonvordering niets in de weg staat. Anders dan in Nederland (zie artikel 7:680a BW) kent de Arubaanse wetgeving geen ambtshalve matigingsbevoegdheid van de rechter. Voor zover er sprake is van matiging dient de werkgever hiervoor voldoende feiten en gronden aan te voeren. Zoals overwogen heeft Cosba dat niet gedaan, zodat voor matiging geen grond bestaat.

De loonvordering vermeerderd met de vertragingsrente wordt dan ook toegewezen vanaf 5 juni 2016 tot aan de dag dat het dienstverband rechtsgeldig zal zijn geëindigd of middels wederzijds goedvinden is beëindigd. Het gebruikelijke salaris wordt vastgesteld op

Afl. 2.000,00 bruto per maand, nu Cosba hiertegen geen verweer heeft gevoerd.

4.7

Cosba wordt nu zij in het ongelijk is gesteld in de kosten van de procedure veroordeeld.

5 DE UITSPRAAK