Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 10-05-2017, ECLI:NL:OGEAA:2017:357, A.R. 1659 van 2016
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 10-05-2017, ECLI:NL:OGEAA:2017:357, A.R. 1659 van 2016
Gegevens
- Instantie
- Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Datum uitspraak
- 10 mei 2017
- Datum publicatie
- 22 mei 2017
- ECLI
- ECLI:NL:OGEAA:2017:357
- Zaaknummer
- A.R. 1659 van 2016
Inhoudsindicatie
Civiel, ontruiming.
Uitspraak
Vonnis van 10 mei 2017
Behorend bij A.R. 1659 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de stichting
FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO,
gevestigd te Aruba,
gemachtigde: de advocaat mr. W.G.T.M. Kloes,
tegen:
Gedaagde,
wonende te Aruba,
procederende in persoon,
1 DE PROCEDURE
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met producties ingediend op 12 juli 2016;
- het mondelinge antwoord;
- de griffiersaantekeningen van de comparitie van partijen die heeft plaatsgevonden op 29 november 2016.
- de akte uitlating zijdens eiseres.
Vonnis is bepaald op heden.
2 DE VASTSTAANDE FEITEN
Partijen zijn op 13 november 2006 een schriftelijke huurovereenkomst aangegaan op grond waarvan eiseres aan gedaagde verhuurt een woning gelegen te [adres] tegen een huurprijs van Afl. 770,- per maand.
Gedaagde is bij brief van 17 juni 2016 gesommeerd om tot betaling van een bedrag van Afl. 13.411,- vermeerderd met incassokosten wegens huurachterstand over te gaan.
3 DE VORDERING
Eiseres vordert, samengevat, dat het gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis de huurovereenkomst ontbindt dan wel ontbonden verklaart en gedaagde veroordeelt om binnen een maand tot ontruiming van de woning over te gaan, alsmede tot betaling van Afl. 14.181,-, vermeerderd met: de wettelijke rente, Afl. 2.127,15 aan buitengerechtelijke incassokosten en Afl. 770,- per maand voor iedere maand dat gedaagde de woning niet zal hebben ontruimd onverminderd tussentijdse huurverhogingen, met veroordeling van gedaagde in de proceskosten.
Eiseres stelt zich op het standpunt dat gedaagde een huurachterstand heeft opgebouwd, ondanks sommatie de huurachterstand niet heeft betaald en daardoor wanprestatie pleegt.
Gedaagde voert verweer. Zij erkent de huurachterstand. Haar stief tante, die inmiddels is overleden, betaalde de huur. Gedaagde had geen inkomen. Zij heeft een bijstandsuitkering aangevraagd.
Op de stellingen van partijen zal in het hiernavolgende, voor zover nodig, nader worden ingegaan.