Hoge Raad, 23-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:950, 15/05114
Hoge Raad, 23-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:950, 15/05114
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 23 mei 2017
- Datum publicatie
- 23 mei 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:950
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:365, Gevolgd
- Zaaknummer
- 15/05114
Inhoudsindicatie
Falende klachten over het niet beslissen op verzoeken van verdachte tot uitstel van de behandeling van de zaak en het horen van getuigen. HR: art. 81.1 RO. Samenhang met 15/05115.
Uitspraak
23 mei 2017
Strafkamer
nr. S 15/05114
NVE/SA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 16 oktober 2015, nummer 20/001559-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft B.P. de Boer, advocaat te Amsterdam, middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 mei 2017.