Hoge Raad, 19-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:933, 16/06332
Hoge Raad, 19-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:933, 16/06332
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 19 mei 2017
- Datum publicatie
- 19 mei 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:933
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:357, Gevolgd
- Zaaknummer
- 16/06332
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. WSNP. Afwijzing toelatingsverzoek; onvoldoende inzage in schuld belastingdienst; goede trouw ten aanzien van het ontstaan van schulden (art. 288 lid 1, onder b, Fw).
Uitspraak
19 mei 2017
Eerste Kamer
16/06332
LZ/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[verzoeker],wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. J. van Weerden.
Verzoeker zal hierna ook worden aangeduid als [verzoeker].
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak C/16/416383/FT RK 16/1038 van de rechtbank Midden-Nederland van 14 september 2016;
b. het arrest in de zaak 200.199.532 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 22 december 2016.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.