Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 02-06-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:2501, 15/01243

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 02-06-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:2501, 15/01243

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
2 juni 2017
Datum publicatie
6 juli 2017
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2017:2501
Zaaknummer
15/01243

Inhoudsindicatie

Leges. Uitleg begrip bouwkosten in de Verordening. Gedeeltelijke zelfwerkzaamheid leidt er toe dat de bouwkosten dienen te worden bepaald op de prijs die in het economische verkeer aan een derde zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk. Anders dan de Heffingsambtenaar betoogt is het ROEB-overzicht niet van toepassing. Belanghebbende heeft de door haar bepleite bouwkosten aannemelijk gemaakt.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 15/01243

Uitspraak op het hoger beroep van

De heffingsambtenaar van de gemeente Someren,

hierna: de Heffingsambtenaar,

en het incidenteel hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant (hierna: de Rechtbank) van 9 oktober 2015, nummer SHE 15/420 in het geding tussen

belanghebbende,

en

de Heffingsambtenaar,

betreffende na te noemen van belanghebbende geheven leges.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende zijn bij factuur van 19 mei 2014 leges tot een bedrag van € 1.188,90 in rekening gebracht in verband met een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning. Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de Heffingsambtenaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.2.

Belanghebbende is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 45. De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de door belanghebbende verschuldigde leges vastgesteld op € 609,50.

1.3.

Tegen deze uitspraak heeft de Heffingsambtenaar hoger beroep ingesteld bij het Hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.

Belanghebbende heeft incidenteel hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de Rechtbank. De Heffingsambtenaar heeft het incidentele hoger beroep niet beantwoord, ook niet nadat het Hof de Heffingsambtenaar op de mogelijkheid van beantwoorden heeft gewezen.

1.5.

De zitting heeft plaatsgehad op 6 april 2017 te ‘s-Hertogenbosch. Aldaar is toen verschenen en gehoord belanghebbende. De Heffingsambtenaar heeft op 6 april 2017 telefonisch aan de griffier te kennen gegeven dat hij de zittingsdatum onjuist in de agenda had genoteerd en om die reden namens de Heffingsambtenaar niemand ter zitting zal verschijnen.

1.6.

Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.7.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift aan partijen is verzonden.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan.

Verordening

2.1.

Op 18 december 2013 is door de raad van de gemeente Someren de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2014 (hierna: de Verordening) vastgesteld.

2.2.

In artikel 2 van de Verordening is bepaald dat onder de naam `leges´ rechten worden geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in de Verordening en de daarbij behorende tarieventabel (hierna: de Tarieventabel). In artikel 3 van de Verordening is bepaald dat belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend. In artikel 5 daarvan is voorts geregeld dat de leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de Tarieventabel.

2.3.

In de Tarieventabel betreft titel 2 `Dienstverlening in het kader van de fysieke leefomgeving invoering van de WABO´. In hoofdstuk 1 daarvan, ‘Begripsomschrijvingen’, zijn onder 2.1.1.2 ‘bouwkosten’ als volgt gedefinieerd:

“2.1.1.2 bouwkosten:

Bij het bepalen van de hoogte van de bouwkosten wordt uitgegaan van de actuele prijzen per eenheid zoals die jaarlijks worden vastgesteld door het ROEB (Regionaal Overleg Eindhoven Bouwtoezicht) en bij deze tarieventabel als bijlage zijn opgenomen.

Indien de bouwkosten niet kunnen worden bepaald aan de hand van het hiervoor genoemde ROEB-overzicht, wordt onder bouwkosten verstaan: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals die normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.”

Feiten

2.4.

Belanghebbende heeft een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het vergroten van een woning aan de [adres] 21 te [plaats] . Op het aanvraagformulier heeft belanghebbende vermeld dat de bouwkosten € 22.000 bedragen.

2.5.

De Heffingsambtenaar heeft bij factuur van 19 mei 2014 voor het in behandeling nemen van de hiervoor genoemde aanvraag leges geheven tot een bedrag van € 1.188,90. De Heffingsambtenaar is bij de vaststelling van de leges uitgegaan van bouwkosten van in totaal € 50.676,75. De hoogte van de bouwkosten heeft de Heffingsambtenaar gebaseerd op de prijzen per m² zoals deze zijn vastgesteld door het Regionaal Overleg Eindhoven Bouwtoezicht (hierna: het ROEB-overzicht).

2.6.

Belanghebbende heeft facturen overgelegd van [A] (hierna: [A] ) voor verrichte werkzaamheden en materiaalkosten van in totaal € 16.700,14 exclusief BTW. De verrichte werkzaamheden zijn omschreven als ‘fundering’, ‘metselwerk’ en ‘timmerwerk’. Voorts heeft belanghebbende facturen overgelegd van aangeschafte materialen van in totaal € 4.331,42 exclusief BTW en een factuur van Brabantwater van € 481 exclusief BTW voor het wijzigen van een bestaande aansluiting.

2.7.

De bouwwerkzaamheden zijn gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschied. Belanghebbende heeft zelf de dakbedekking en het plafond van gipsplaten aangebracht. Zij heeft de door haar hieraan bestede tijd berekend op 48 uren.

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de leges tot een juist bedrag zijn geheven. Belanghebbende is van mening dat deze vraag ontkennend moet worden beantwoord. De Heffingsambtenaar is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.

3.2.

Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt. Voor hetgeen hieraan ter zitting is toegevoegd, wordt verwezen naar het van deze zitting opgemaakte proces-verbaal.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vermindering van de leges tot € 529,85, gebaseerd op bouwkosten van € 22.288. De Heffingsambtenaar concludeert tot gegrondverklaring van het hoger beroep en vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing