Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 04-05-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:1931, 16/00440

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 04-05-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:1931, 16/00440

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
4 mei 2017
Datum publicatie
29 juni 2017
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2017:1931
Formele relaties
Zaaknummer
16/00440
Relevante informatie
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 8

Inhoudsindicatie

Uit de tekst van de naheffingsaanslag valt in combinatie met het controlerapport onmiskenbaar af te leiden wanneer en in welke vorm zich belastbare feiten hebben voorgedaan. Het niet vermelden van het tijdvak op de naheffingsaanslag leidt daarom niet tot vernietiging van de naheffingsaanslag.

De faciliteit voor handelaren opgenomen in artikel 8 van de Wet BPM 1992 brengt niet mee dat tussen BPM-heffingen, die materieel door verschillende personen verschuldigd zijn, maar formeel door dezelfde handelaar voldaan worden, interne compensatie plaats kan vinden.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 16/00440

Uitspraak op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de Inspecteur,

tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 april 2016, nummer BRE 14/1395, in het geding tussen

[belanghebbende] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

hierna: belanghebbende,

en

de Inspecteur,

betreffende na te noemen naheffingsaanslag en beschikking belastingrente.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is met dagtekening 31 oktober 2013 onder aanslagnummer [aanslagnummer] een naheffingsaanslag belasting van personenauto's en motorrijwielen (hierna: BPM) (hierna: de naheffingsaanslag) opgelegd van € 8.429 en gelijktijdig een beschikking belastingrente (hierna: de beschikking belastingrente) van € 401 afgegeven. Belanghebbende heeft tegen de naheffingsaanslag en de beschikking belastingrente bezwaar gemaakt. Bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur het bezwaar ongegrond verklaard.

1.2.

Belanghebbende is van deze uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 328. De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar en de naheffingsaanslag vernietigd, de Minister van Veiligheid en Justitie veroordeeld tot vergoeding aan belanghebbende van immateriële schade tot een bedrag van € 500, de Inspecteur veroordeeld in de kosten van het bezwaar en van het geding bij de Rechtbank aan de zijde van belanghebbende vastgesteld op een bedrag van, in totaal, € 1.005 en gelast dat de Inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 328 aan haar vergoedt.

1.3.

Tegen deze uitspraak heeft de Inspecteur hoger beroep ingesteld bij het Hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.

Op grond van artikel 8:58 van de Algemene wet bestuursrecht heeft de Inspecteur vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

1.5.

De zitting heeft plaatsgehad op 22 februari 2017 te ‘s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbendes gemachtigde de heer [A] , adviseur te [B] , tot bijstand vergezeld van de heren [C] en [D] (taxateur), alsmede namens de Inspecteur de heren [E] , [F] en [G] .

1.6.

Het Hof heeft vervolgens het onderzoek gesloten.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan:

2.1.

Belanghebbende is vergunninghouder in de zin van artikel 8 van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (hierna: Wet BPM 1992). Dientengevolge kan belanghebbende per tijdvak de door haar, ter zake van de inschrijving in het kentekenregister van voertuigen die op naam van een ander worden gesteld, verschuldigde BPM per tijdvak voldoen.

2.2.

Voor zover in hoger beroep relevant, heeft belanghebbende de volgende meldingen voor de BPM (hierna: de melding) gedaan:

Identificatienummer

Kenteken

Dagtekening melding

[nummer 1]

[kenteken 1]

08-07-2011

[nummer 2]

[kenteken 2]

27-7-2011

[nummer 3]

[kenteken 3]

29-8-2011

[nummer 4]

[kenteken 4]

29-8-2011

[nummer 5]

[kenteken 5]

22-11-2011

[nummer 6]

[kenteken 6]

17-1-2012

2.3.

In de melding ter zake van de auto met identificatienummer [nummer 1] (hierna: de auto met identificatienummer [nummer 1] ) heeft belanghebbende een bedrag aan te betalen BPM van € 1.719 vermeld. Voor de berekening van de verschuldigde BPM heeft belanghebbende deze auto laten taxeren door de heer [H] , verbonden aan [J] (hierna: de heer [H] ). Het taxatierapport is gedagtekend 8 juli 2011. Blijkens het taxatierapport is de handelswaarde van deze auto in onbeschadigde staat aan de hand van de XRAY koerslijst bepaald op € 16.243, de waardevermindering in verband met schade middels een schadecalculatie op € 5.745, de “correctie i.v.m. extra klant korting (nieuw model op komst)” op € 2.195 en de handelswaarde in huidige staat op € 8.303.

2.4.

In de melding ter zake van de auto met identificatienummer [nummer 2] (hierna: de auto met identificatienummer [nummer 2] ) heeft belanghebbende een bedrag aan te betalen BPM van € 2.368 vermeld. Voor de berekening van de verschuldigde BPM heeft belanghebbende deze auto laten taxeren door de heer [H] . Het taxatierapport is gedagtekend 27 juli 2011. Blijkens het taxatierapport is de handelswaarde van deze auto in onbeschadigde staat aan de hand van de XRAY koerslijst bepaald op € 16.789, de waardevermindering in verband met schade middels een schadecalculatie op € 5.279 en de handelswaarde in huidige staat op € 11.510.

2.5.

In de melding ter zake van de auto met identificatienummer [nummer 3] (hierna: de auto met identificatienummer [nummer 3] ) heeft belanghebbende een bedrag aan te betalen BPM van € 8.857 vermeld. Voor de berekening van de verschuldigde BPM heeft belanghebbende deze auto laten taxeren door de heer [H] . Het taxatierapport is gedagtekend 29 augustus 2011. Blijkens het taxatierapport is de handelswaarde in onbeschadigde staat aan de hand van de XRAY koerslijst bepaald op € 42.217, de waardevermindering in verband met schade middels een schadecalculatie op € 6.214 en de handelswaarde in huidige staat op € 36.003.

2.6.

In de melding ter zake van de auto met identificatienummer [nummer 4] (hierna: de auto met identificatienummer [nummer 4] ) heeft belanghebbende een bedrag aan te betalen BPM van € 2.982 vermeld. Voor de berekening van de verschuldigde BPM heeft belanghebbende deze auto laten taxeren door de heer [H] . Het taxatierapport is gedagtekend 29 augustus 2011. Blijkens het taxatierapport is de handelswaarde van de auto in onbeschadigde staat aan de hand van de XRAY koerslijst bepaald op € 21.402, de waardevermindering in verband met schade middels een schadecalculatie op € 6.427 en de handelswaarde in huidige staat op € 14.975.

2.7.

In de melding ter zake van de auto met identificatienummer [nummer 5] (hierna: de auto met identificatienummer [nummer 5] ) heeft belanghebbende een bedrag aan te betalen BPM van € 4.911 vermeld. Voor de berekening van de verschuldigde BPM heeft belanghebbende deze auto laten taxeren door de heer [K] , verbonden aan [J] (hierna: de heer [K] ). Het taxatierapport is gedagtekend 21 november 2011. Blijkens het taxatierapport is de handelswaarde van de auto in onbeschadigde staat aan de hand van de XRAY koerslijst bepaald op € 28.397, de waardevermindering in verband met schade middels een schadecalculatie op € 8.546 en de handelswaarde in huidige staat op € 19.851.

2.8.

In de melding ter zake van de auto met identificatienummer [nummer 6] (hierna: de auto met identificatienummer [nummer 6] ) heeft belanghebbende een bedrag aan te betalen BPM van € 10.824 vermeld. Voor de berekening van de verschuldigde BPM heeft belanghebbende deze auto laten taxeren door de heer [K] . Het taxatierapport is gedagtekend 16 januari 2012. Blijkens het taxatierapport is de handelswaarde van de auto in onbeschadigde staat aan de hand van de Eurotaxglass’s koerslijst bepaald op € 47.739, de waardevermindering in verband met schade middels een schadecalculatie op € 5.063 en de handelswaarde in huidige staat op € 42.676.

2.9.

Aan belanghebbende is met dagtekening 31 oktober 2013 de onderhavige naheffingsaanslag opgelegd van € 8.429 en gelijktijdig de beschikking belastingrente van € 401 afgegeven. In de naheffingsaanslag wordt voor de motivering verwezen naar “de bevindingen uit het bijgevoegde rapport”.

2.10.

Dit rapport betreft het “Rapport inzake een ingesteld deelonderzoek bij [L] B.V.” met dagtekening 31 oktober 2013 (hierna: het rapport van 31 oktober 2013). Het aan het rapport van 31 oktober 2013 ten grondslag liggende deelonderzoek is aangekondigd op 6 april 2012. Voor zover in hoger beroep relevant, is in het rapport het volgende opgenomen:

Verantwoording

Ten behoeve van de belastingheffing hebben wij een deelonderzoek ingesteld bij de entiteit [L] B.V. De controle heeft betrekking op de aangiften BPM. Het onderzoek beperkt zich tot een 23-tal auto’s die van te voren zijn aangekondigd.

Dit controlerapport geeft de uitkomsten weer van het uitgevoerde onderzoek en vermeldt de standpunten van de Belastingdienst. De opgenomen informatie heeft slecht tot doel de heffing en inning van belastingen te ondersteunen. Het rapport is slechts met dit oogmerk geschreven en is niet bedoeld voor andere doeleinden.

1.2

Activiteiten

(…)

Naast in- en verkoop van auto’s is er ook een reparatie werkplaats. Het bedrijf beschikt niet over een eigen spuitinstallatie; spuitwerk voor schades wordt dan ook uitbesteed.

(…)

1.4

Werkwijze parallelimport [L] B.V.

(…)

Aangezien het tweedehands auto’s betreft hebben de meeste auto’s gebruikssporen. Deze gebruikssporen zijn soms ook onderdeel van de onderhandelingen met de kopende partij.

(…)

De volgende voertuigen zijn in het onderzoek betrokken

Kenteken

VIN-nr

Datum Melding

(…)

(…)

(…)

(…)

4

[kenteken 6]

[nummer 6]

18-01-2012

(…)

(…)

(…)

(…)

15

[kenteken 5]

[nummer 5]

23-11-2011

(…)

(…)

(…)

(…)

20

[kenteken 4]

[nummer 4]

31-08-2011

21

[kenteken 3]

[nummer 3]

31-08-2011

22

[kenteken 1]

[nummer 1]

14-07-2011

23

[kenteken 2]

[nummer 2]

29-07-2011

2 Bevindingen

2.1

Algemeen

De werkwijze van de taxateur [J] is als volgt:

Op basis van de koerslijst Xray wordt de waarde van betreffende auto bepaald. Het aan de koerslijst ontleende bedrag, zijnde de inkoop door de handel, wordt verminderd met een bedrag aan schade dat door de taxateur wordt gecalculeerd. Het saldo wordt gepresenteerd als getaxeerde waarde (inkoopwaarde door de handel) van de auto. Deze waarde wordt gebruikt om het afschrijvingspercentage te bepalen waarmee de bruto BPM wordt verminderd.

Bij de opname op de front office constateert de medewerker gebruikssporen die overeenstemmen met kilometerstanden en de leeftijd van de aangeboden auto’s. In de taxatie wordt dit steevast vertaald naar schade met de bijbehorende herstelkosten.

2.2.

Autogegevens

Met betrekking tot de geselecteerde auto’s zijn de volgende gegevens verzameld:

Kenteken

Taxatiewaarde zonder schade

Schade taxatie

Taxatiewaarde incl. schade

Inkoopprijs

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

[kenteken 6]

42.676

5.063

47.739

57.885

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

[kenteken 5]

19.851

8.546

28.397

40.337

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

[kenteken 4]

14.975

6.427

21.402

27.177

[kenteken 3]

36.003

6.214

42.217

56.678

[kenteken 1]

8.303

7.940

16.243

25.132

[kenteken 2]

11.510

5.279

16.789

25.784

kenteken

Hertaxatie zonder schade

Bruto schade hertaxatie

Hertaxatie Incl. schade

Werkelijke Herstelkosten

Verkoopprijs

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

[kenteken 6]

53.125

0

53.125

0

60.000

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

[kenteken 5]

40.000

0

40.000

0

45.750

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

[kenteken 4]

28.000

0

28.000

0

34.500

[kenteken 3]

51.500

0

51.500

0

64.500

[kenteken 1]

27.500

0

27.500

0

32.500

[kenteken 2]

27.625

0

27.625

0

36.000

(…)

4. De gemiddelde schade per auto opgetekend door de taxateur [J] is ± € 6.000.

De gemiddelde schade per auto opgetekend door de hertaxateur is ± € 600.

(…)

7. De hertaxateur neemt niet alle geconstateerde schade voor de volle 100% in aftrek.

8. De geconstateerde schade van de taxateur [J] wordt nagenoeg niet hersteld en is gemiddeld € 76 per auto. De term gebruikssporen lijken beter op zijn plaats dan schade.

(…)

3 Recapitulatie

3.1

Naheffing

Op basis van de ingestelde hertaxaties, de geraadpleegde dossiers alsmede de overige bevindingen uit het ingestelde onderzoek, leggen wij een naheffingsaanslag BPM op voor de volgende voertuigen:

kenteken

afgedragen BPM

Af te dragen (1)

correctie

[kenteken 6]

10.824

11.875

1.051

[kenteken 5]

4.911

7.181

2.270

[kenteken 4]

2.982

4.229

1.247

[kenteken 3]

8.857

10.068

1.211

[kenteken 1]

1.719

3.335

1.616

[kenteken 2]

2.368

3.402

1.034

Totaal

31.661

40.090

8.429

De af te dragen BPM (1) is gebaseerd op de constateringen uit de ingestelde hertaxaties.”

2.11.

De namens de Belastingdienst uitgevoerde hertaxaties, waarnaar verwezen wordt in het rapport van 31 oktober 2013, betreffen hertaxaties uitgevoerd door [M] B.V. (hierna: [M] ), respectievelijk [N] B.V. (hierna: [N] ).

2.12.

De auto met identificatienummer [nummer 1] is op 27 juli 2011 door [M] geïnspecteerd. Dit heeft geresulteerd in een hertaxatierapport met dagtekening 2 augustus 2011. In dit hertaxatierapport concludeert [M] tot een handelswaarde van € 27.500. [M] past geen extra correctie in verband met schade toe. Met betrekking tot de bij de inspectie geconstateerde schade aan de auto staat in dit hertaxatierapport het volgende opgenomen:

“Tijdens de inspectie stelden wij vast dat het voertuig (behoudens de aanwezige schade), in goede staat verkeerde.

Het voertuig vertoont lichte gebruiksschade’s die ten tijde van onze inspectie nagenoeg geheel hersteld waren.”

2.13.

De auto met identificatienummer [nummer 2] is op 3 augustus 2011 door [N] geïnspecteerd. Dit heeft geresulteerd in een hertaxatierapport met dagtekening 7 september 2011. In dit hertaxatierapport concludeert [N] tot een handelswaarde inclusief BPM en BTW van € 27.625. [N] past geen extra correctie in verband met schade toe, aangezien, haars inziens, slechts sprake is van lichte gebruiksschade aan de auto.

2.14.

De auto met identificatienummer [nummer 3] is op 6 september 2011 door [N] geïnspecteerd. Dit heeft geresulteerd in een hertaxatierapport met dagtekening 30 september 2011. In dit hertaxatierapport concludeert [N] tot een handelswaarde inclusief BPM en BTW van € 51.500. [N] past geen extra correctie in verband met schade toe. Met betrekking tot de bij de inspectie geconstateerde schade aan de auto staat in dit hertaxatierapport het volgende opgenomen:

“Aan het voertuig werd geen schade geconstateerd. Het voertuig bevond zich ten tijde van onze inspectie in de showroom en de schade zou reeds hersteld zijn.”

2.15.

De auto met identificatienummer [nummer 4] is op 7 september 2011 door [N] geïnspecteerd. Dit heeft geresulteerd in een hertaxatierapport met dagtekening 3 oktober 2011. In dit hertaxatierapport concludeert [N] tot een handelswaarde inclusief BPM en BTW van € 28.000. [N] past geen extra correctie in verband met schade toe. In het hertaxatierapport wordt hiertoe als reden gegeven dat aan de auto geen schade werd geconstateerd.

2.16.

De auto met identificatienummer [nummer 5] is op 25 november 2011 door [M] geïnspecteerd. Dit heeft geresulteerd in een hertaxatierapport met dagtekening 2 december 2011. In dit hertaxatierapport concludeert [M] tot een handelswaarde van € 40.000, uitgaande van “de inkoopwaarde tussen particulier en wederverkoper”. [M] past geen extra correctie in verband met schade toe.

2.17.

De auto met identificatienummer [nummer 6] is op 20 januari 2012 door [N] geïnspecteerd. Dit heeft geresulteerd in een hertaxatierapport met dagtekening 31 januari 2012. In dit hertaxatierapport concludeert [N] tot een handelswaarde inclusief BPM en BTW van € 53.125. [N] past geen extra correctie in verband met schade toe en geeft daartoe als reden dat aan de auto slechts (lichte) gebruikssporen werden geconstateerd.

2.18.

Naar aanleiding van de conclusies uit voornoemde hertaxaties heeft de Inspecteur aan belanghebbende de naheffingsaanslag opgelegd en de beschikking belastingrente afgegeven. De Inspecteur heeft de naheffingsaanslag gebaseerd op de navolgende handelswaarden, die overeenkomen met de handelswaarden in onbeschadigde staat zoals opgenomen in de door belanghebbende overgelegde taxatierapporten (zie de onderdelen 2.3. tot en met 2.8.):

Auto met identificatienummer:

Handelswaarde

[nummer 1]

€ 16.243

[nummer 2]

€ 16.789

[nummer 3]

€ 42.217

[nummer 4]

€ 21.402

[nummer 5]

€ 28.397

[nummer 6]

€ 47.739

2.19.

Voorts is de Inspecteur bij het opleggen van de naheffingsaanslag uitgegaan van de in de hertaxatierapporten opgenomen netto-catalogusprijzen, hetgeen tot gevolg heeft dat uitgegaan is van historische bruto BPM-bedragen die afwijken van de in de meldingen van belanghebbende opgenomen bruto BPM bedragen.

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:

1. Dienen de naheffingsaanslag en de beschikking belastingrente vernietigd te worden, omdat daarop geen tijdvak van naheffing is vermeld?

2. Bij ontkennende beantwoording van de eerste vraag: zijn de naheffingsaanslag en de beschikking belastingrente terecht en tot het juiste bedrag opgelegd, waarbij de vraag dient te worden beantwoord of het beroep van de Inspecteur op interne compensatie slaagt.

3.2.

Belanghebbende is primair van mening dat de eerste vraag bevestigend beantwoord dient te worden en subsidiair dat zowel de eerste als de tweede vraag ontkennend beantwoord moeten worden.

De Inspecteur is van mening dat de eerste vraag ontkennend moet worden beantwoord en de tweede vraag – mede gelet op zijn beroep op interne compensatie – bevestigend moet worden beantwoord.

3.3.

Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden, die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, waarvan de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt.

3.4.

Ter zitting hebben partijen daaraan het volgende toegevoegd:

De Inspecteur ziet geen mogelijkheid tot het sluiten van een compromis met belanghebbende, aangezien hij, in tegenstelling tot belanghebbende, van mening is dat de onderhavige auto’s slechts normale gebruikssporen, maar geen echte schade vertonen. Voorts stemt de Inspecteur in principe in met verlaging van de naheffingsaanslag met een bedrag van € 912 in verband met toepassing van de extra leeftijdskorting voor vergunninghouders en met een bedrag van € 201 in verband met toepassing van het meest voordelige tussenliggende BPM-tarief bij de auto met identificatienummer [nummer 1] . De Inspecteur heeft vervolgens echter verklaard dat dit zijn inziens geen reden is voor vermindering van de naheffingsaanslag, aangezien hij zich op het standpunt stelt dat hij een geslaagd beroep op interne compensatie kan doen. Voor het geval het Hof van oordeel zou zijn dat de onderhavige auto’s meer schade dan normale gebruiksschade vertonen, doet de Inspecteur een beroep op toepassing van de, vanaf 2015, geldende 72%-regeling.

De gemachtigde van belanghebbende heeft bevestigd dat dit ook zijn subsidiaire standpunt is. Vanwege het feit dat de naheffingsaanslag geen tijdvak vermeldt, wordt belanghebbende een beroep op interne compensatie binnen dit tijdvak ontnomen. Hij heeft er in dat kader op gewezen dat belanghebbende nog andere auto’s in het betreffende tijdvak heeft aangemeld voor de BPM. Ten slotte heeft de gemachtigde van belanghebbende, desgevraagd, verklaard dat enkele auto’s ex-huurauto’s zijn. Met huurauto’s wordt minder voorzichtig omgegaan dan met auto’s die in eigen bezit zijn, waardoor deze auto’s vaak meer beschadigingen vertonen en duurder zijn om rijklaar te maken.

3.5.

Belanghebbende concludeert, naar het Hof verstaat, primair tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank, subsidiair tot vermindering van de naheffingsaanslag tot een bedrag van € 3.116 en meer subsidiair tot vermindering van de naheffingsaanslag tot een bedrag van € 7.516. De Inspecteur concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en tot ongegrond verklaring van het tegen de uitspraken van de Inspecteur bij de Rechtbank ingestelde beroep.

4 Gronden

5 Beslissing