Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 30-03-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:1420, 15/00998

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 30-03-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:1420, 15/00998

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
30 maart 2017
Datum publicatie
18 mei 2017
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2017:1420
Zaaknummer
15/00998

Inhoudsindicatie

Belanghebbendes bezwaar is terecht niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. In hetgeen belanghebbende heeft aangevoerd ziet het Hof geen aanleiding die termijnoverschrijding verschoonbaar te achten.

Uitspraak

Team belastingrecht

Enkelvoudige Belastingkamer

Kenmerk: 15/00998

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant (hierna: de Rechtbank) van 11 juni 2015, nummer SHE 14/4543, in het geding tussen

belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Meierijstad (voorheen: gemeente Veghel),

hierna: de Heffingsambtenaar,

betreffende na te noemen aanslag leges.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is met dagtekening 5 augustus 2014 een aanslag leges (hierna: de aanslag) opgelegd ten bedrage van € 22.046,95 in verband met een op 29 mei 2013 door belanghebbende ingediende aanvraag voor een omgevingsvergunning. Na het tegen de aanslag door belanghebbende gemaakte bezwaar heeft de Heffingsambtenaar bij uitspraak het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

1.2.

Belanghebbende is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 328. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.3.

Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof.

Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 123. De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.

De zitting heeft plaatsgehad op 3 maart 2017 te ‘s-Hertogenbosch.

Aldaar zijn toen verschenen en gehoord de heer [A] , verbonden aan [B] B.V., als gemachtigde van belanghebbende, alsmede, namens de Heffingsambtenaar, de heer [C] .

1.5.

De Heffingsambtenaar heeft te dezer zitting een machtiging overgelegd.

1.6.

Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan:

2.1.

Belanghebbende heeft op 29 mei 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De Heffingsambtenaar heeft belanghebbende bij besluit van 4 augustus 2014 laten weten dat voornoemde aanvraag niet (verder) in behandeling wordt genomen, omdat de door de Heffingsambtenaar gevraagde gegevens niet binnen de daarvoor gestelde termijn door belanghebbende zijn aangeleverd.

2.2.

Met dagtekening 5 augustus 2014 is ter zake van de onder 2.1 genoemde aanvraag de aanslag opgelegd. Namens belanghebbende is door ‘ [D] ’ een brief gedateerd 6 oktober 2014 aan de behandelend gemeenteambtenaar gezonden met vermelding onderwerp: ‘Afschrift “bezwaar leges’ voor de Inrichting [adres] 6 te [vestigingsplaats] ’. Als bijlage bij voormelde brief was gevoegd een brief gedateerd 9 september 2014 met onderwerp: ‘Bezwaar tegen leges’ gericht aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veghel. De Heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar van 18 november 2014 het bezwaar wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. De Heffingsambtenaar heeft gelijktijdig de aanslag ambtshalve verminderd tot een bedrag van € 16.949,40.

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de Heffingsambtenaar het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard wegens termijnoverschrijding.

Belanghebbende is van mening dat deze vraag ontkennend moet worden beantwoord. De Heffingsambtenaar is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.

3.2.

Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt.

Belanghebbende heeft hier ter zitting het volgende aan toegevoegd:

- Het maken van bezwaar is voor [D] een gebruikelijke handeling. Alleen al om die reden moet worden uitgegaan van tijdige verzending van het bezwaarschrift.

- [D] hanteert geen verzendadministratie.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en – naar het Hof begrijpt – terugwijzing naar de Heffingsambtenaar. De Heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing