Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 04-02-2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:448, 200.174.790/01

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 04-02-2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:448, 200.174.790/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
4 februari 2016
Datum publicatie
26 juni 2017
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2016:448
Zaaknummer
200.174.790/01

Inhoudsindicatie

gezag

Uitspraak

Afdeling civiel recht

Uitspraak: 4 februari 2016

Zaaknummer: 200.174.790/01

Zaaknummer eerste aanleg: C/01/271446 / FA RK 13-6322-2

in de zaak in hoger beroep van:

[appellante] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellante,

hierna te noemen: de moeder,

advocaat: mr. K. Steenbergen-van Straten,

tegen

[verweerder] ,

wonende te [woonplaats] ,

verweerder,

hierna te noemen: de vader,

advocaat: mr. J. Geuze.

In zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:

de Raad voor de Kinderbescherming, hierna te noemen: de raad.

1 Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 6 mei 2015.

2 Het geding in hoger beroep

2.1.

Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 4 augustus 2015, heeft de moeder verzocht voormelde beschikking te vernietigen en opnieuw beschikkende de vader in zijn inleidend verzoek tot beëindiging van het gezamenlijk gezag en het toekennen van het gezag enkel aan de vader niet-ontvankelijk te verklaren, althans hem dit te ontzeggen.

2.2.

Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie op 8 september 2015, heeft de vader verzocht de moeder in haar beroep niet-ontvankelijk te verklaren, althans haar dat als ongegrond en/of onbewezen te ontzeggen.

2.3.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 19 januari 2016. Bij die gelegenheid zijn gehoord:

- de moeder, bijgestaan door mr. Steenbergen-van Straten;

- de vader, bijgestaan door mr. Geuze;

- de raad, vertegenwoordigd door de heer [vertegenwoordiger van de raad] .

2.4.

Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:

- het V-formulier met bijlagen van de advocaat van de vader, ingekomen ter griffie op 25 november 2015;

- het V-formulier met bijlagen van de advocaat van de vader, ingekomen ter griffie op 17 december 2015;

- het V-formulier met bijlage van de advocaat van de moeder, ingekomen ter griffie op 24 december 2015;

- het V-formulier met bijlage van de advocaat van de vader, ingekomen ter griffie op 28 december 2015;

- het V-formulier met bijlage van de advocaat van de moeder, ingekomen ter griffie op 11 januari 2016.

3 De beoordeling

3.1.

Partijen zijn met elkaar gehuwd geweest.

Uit het huwelijk van partijen zijn geboren:

- [minderjarige 1] (hierna: [minderjarige 1] ), op [geboortedatum] 2004 te [geboorteplaats] ;

- [minderjarige 2] (hierna: [minderjarige 2] ), op [geboortedatum] 2008 te [geboorteplaats] .

3.2.

Bij beschikking van 8 april 2011 heeft de rechtbank ’s-Hertogenbosch tussen partijen onder meer de echtscheiding uitgesproken, welke beschikking op 16 juni 2011 is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

3.3.

Bij de bestreden – uitvoerbaar bij voorraad verklaarde – beschikking heeft de rechtbank, voor zover thans van belang, het gezamenlijk gezag van partijen over de kinderen beëindigd en bepaald dat het gezag over de kinderen voortaan alleen aan de vader toekomt.

3.4.

De moeder kon zich met deze beslissing niet verenigen en zij is hiervan in hoger beroep gekomen.

3.5.

Nu de vader ter zitting heeft toegezegd dat hij de moeder iedere twee maanden schriftelijk zal informeren omtrent aangelegenheden welke de kinderen betreffen, heeft de moeder het hof aan het einde van de mondelinge behandeling medegedeeld het beroep in te trekken. Het hof maakt hieruit op dat de moeder haar grieven in hoger beroep niet langer handhaaft. Dit brengt mee dat het hof het verzoek in hoger beroep zal afwijzen.

4 De beslissing