Home

Gerechtshof Den Haag, 11-07-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1929, 200.190.264/01

Gerechtshof Den Haag, 11-07-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1929, 200.190.264/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
11 juli 2017
Datum publicatie
11 juli 2017
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2017:1929
Formele relaties
Zaaknummer
200.190.264/01

Inhoudsindicatie

Vordering tot werkelijke proceskosten ogv het niet nakomen van een verplichting uit hoofde van een vaststellingsovereenkomst om elkaar niet aansprakelijk te stellen. Verweerder had getracht de vaststellingsovereenkomst te vernietigen op grond van bedrog.

Uitspraak

Zaaknummer : 200.190.264/01

Zaaknummers rechtbank : C/10/469896/ HA ZA15-168, C/10/471173/ HA ZA15-224

arrest van 11 juli 2017

inzake

1 D-Age B.V.,

gevestigd te Amersfoort,

2. Diavolezza B.V.,

gevestigd te Baarn,

3. [appellant sub 3],

wonende te [woonplaats],

4. [appellant sub 4],

wonende te [woonplaats],

appellanten,

hierna te noemen: D-Age (appellant 1) en Diavolezza c.s. (appellanten 2-4),

advocaat: mr. W.H.A.M. van den Muijsenbergh, te Rotterdam,

tegen

Nethave N.V.,

gevestigd te Utrecht,

geïntimeerde,

hierna te noemen: Nethave,

advocaat: mr. R.G.J. de Haan, te Amsterdam.

1 Het verloop van het geding

1.1

Bij exploot van 6 april 2016 zijn D-Age en Diavolezza c.s. in hoger beroep gekomen van het vonnis van 13 januari 2016 van de rechtbank Rotterdam, voor zover tussen partijen gewezen. Bij memorie van grieven hebben zij vijf grieven tegen dat vonnis aangevoerd en toegelicht en een productie overgelegd.

1.2

Bij memorie van antwoord heeft Nethave de grieven bestreden.

1.3

Vervolgens hebben partijen op 13 juni 2017 de zaak doen bepleiten, D-Age en Diavolezza c.s. door mr. van den Muijsenbergh en Nethave door mr. de Haan en mr. S.S.J.P. Roestenberg (advocaat te Amsterdam), aan de hand van overgelegde pleitnotities.

1.4

Ten slotte is arrest gevraagd op het voor het pleidooi ingediende kopiedossier.

2 Inleiding op het hoger beroep

2.1

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.18 een aantal feiten vastgesteld. Grief 1 komt op tegen deze feitenvaststelling. Het hof zal in het onderstaande rekening houden met hetgeen in die grief is betoogd. Voor zover de door de rechtbank vastgestelde feiten niet zijn bestreden, zal het ook het hof van die feiten uitgaan.

2.2

Het gaat in deze zaak om het volgende.

-

i) Tussen D-Age en Nethave is op enig moment een geschil ontstaan over de vraag of Nethave aan D-Age een co-investeringsrecht had toegekend. In een procedure bij de rechtbank Utrecht is D-Age (grotendeels) in het gelijk gesteld. Bij vonnis van 19 december 2007 is Nethave onder meer veroordeeld tot betaling van een bedrag van (ruim) 18 miljoen euro aan D-Age.

-

ii) D-Age en Nethave zijn vervolgens in onderhandeling getreden en hebben op 10 november 2008 een vaststellingsovereenkomst gesloten waarbij D-Age het omstreden co-investeringsrecht voor een bedrag van 30 miljoen euro aan Nethave heeft verkocht. De vaststellingsovereenkomst bevat – voor zover relevant – de volgende bedingen.

“Artikel 8

Deze Overeenkomst strekt ertoe de Procedure en alle onzekerheid en geschillen daarmee samenhangend definitief te beëindigen alsmede alle onzekerheid en geschillen omtrent hetgeen rechtens tussen Partijen geldt ten aanzien van de totstandkoming, het bestaan, de uitleg en de uitoefening van het Co-investeringsrecht, het Geschil en de in het kader daarvan over en weer gelegde conservatoire (derden)beslagen, en over en weer over elkaar gedane mededelingen, alsmede de al dan niet bestaande twijfel bij Partijen omtrent de juistheid en rechtmatigheid van de (wijze van totstandkoming van de) ter zake van het Geschil afgelegde verklaringen definitief te beëindigen en elke verdere onzekerheid of geschil ter zake al het hierboven sub 8 vermelde te voorkomen.

(…)

Artikel 12

Partijen zullen elkaar, noch elkaars directeur, nog enig aan elkaar of aan elkaars directeur, direct of indirect, gelieerde (rechts)persoon, in de ruimste zin des woords, daaronder mede verstaan elkaars aandeelhouders, (directe of indirecte) aandeelhouders van aandeelhouders en/of directie en leden van de raad van commissarissen en/of investeringscommissies, aansprakelijk stellen voor enige vorm van schade, inclusief gevolgschade, ter zake van waardevermindering van het door ieder der Partijen gehouden aandelenbelang in NEThave dan wel voor enigerlei schade welke direct of indirect het gevolg is van het Geschil en/of de Procedure en/of de over en weer gelegde conservatoire (derden)beslagen, en /of over en weer over elkaar gedane mededelingen en/of de ter zake van het Geschil afgelegde verklaringen. NEThave en D-Age trekken hierbij elke mogelijk aansprakelijkstelling zijdens elkander uit het verleden uitdrukkelijk in.

(…)

Artikel 14

Partijen doen over en weer uitdrukkelijk afstand van hun recht deze Overeenkomst geheel dan wel gedeeltelijk op grond van dwaling te (doen) vernietigen dan wel geheel dan wel gedeeltelijk te (doen) ontbinden op welke grond dan ook.”

-

iii) Bij brief van 4 juni 2009 aan D-Age heeft Nethave de vaststellingsovereenkomst vernietigd op grond van bedrog. Het standpunt van Nethave kwam erop neer dat D‑Age in de procedure die heeft geleid tot het vonnis van 19 december 2007 van de rechtbank Utrecht een belangrijke getuige ([naam getuige]) heeft omgekocht om een valse verklaring af te leggen in het nadeel van Nethave. Verder was volgens Nethave sprake van bedrog omdat D-Age had nagelaten bij de onderhandelingen over de vaststellingsovereenkomst te melden dat D-Age aan [naam getuige] een onkostenvergoeding voor het verstrekken van de getuigenverklaring had betaald en dat op de dag waarop de getuigenverklaring van [naam getuige] door de notaris is opgetekend aan een door [naam getuige] beheerste vennootschap een lening was verstrekt door Diavolezza B.V.

-

iv) Nethave heeft twee procedures jegens D-Age aanhangig gemaakt.

 In de eerste procedure heeft zij herroeping van het vonnis van 19 december 2007 gevorderd (de herroepingsprocedure);

 In de tweede procedure heeft zij betaling gevorderd van het door haar op grond van de vaststellingsovereenkomst aan D-Age betaalde bedrag van 30 miljoen euro, te vermeerderen met buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten (de terugbetalingsprocedure). Aan deze vordering heeft zij primair ten grondslag gelegd dat sprake was van bedrog en dat de rechtsgrond aan de betaling was komen te ontvallen. Nethave heeft ook (onder andere) Diavolezza c.s. in deze procedure betrokken. Diavolezza is (indirect) aandeelhouder van D-Age en [appellant sub 3] en [appellant sub 4] zijn (indirect) bestuurders van Diavolezza. Ook van Diavolezza c.s. is betaling van 30 miljoen euro gevorderd, aan welke vordering Nethave ten grondslag heeft gelegd dat Diavolezza c.s. hebben meegewerkt aan het door [naam getuige] gepleegde bedrog, alsmede aan het bedrog dat bij het aangaan van de vaststellingsovereenkomst is gepleegd.

-

v) Hierop heeft D-Age een vordering tegen Nethave aanhangig gemaakt, ertoe strekkend dat voor recht zou worden verklaard dat Nethave (nog steeds) gebonden was aan de vaststellingsovereenkomst (de verklaring voor recht procedure).

-

vi) De rechtbank Utrecht heeft D-Age in het gelijk gesteld. Bij vonnis van 21 december 2011 heeft zij voor recht verklaard dat de vaststellingsovereenkomst nog steeds geldig is. Bij separaat vonnis van 21 december 2011 heeft zij de vordering van Nethave tot betaling van 30 miljoen euro afgewezen. In de herroepingsprocedure is geen uitspraak gedaan. Deze zaak is op enig moment doorgehaald.

-

vii) Nethave is in hoger beroep gekomen tegen beide vonnissen van 21 december 2011. Het hof Arnhem-Leeuwarden heeft de vonnissen in één arrest van 7 mei 2013 bekrachtigd. Daartoe heeft het – samengevat en zakelijk weergegeven – het volgende overwogen:

 Gelet op de achtergrond van de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst moet artikel 12 daarvan aldus worden begrepen dat partijen jegens elkaar elke vorm van aansprakelijkheid hebben willen uitsluiten, inclusief een mogelijke aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad en/of bedrog (rov. 7.4).

 Artikel 12 doet in beginsel elke grond onder de vorderingen van Nethave jegens D-Age en Diavolezza c.s. ontvallen. Dat is slechts anders is indien een beroep op het bepaalde in artikel 12 van de vaststellingsovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is (rov. 7.5-7.6).

 Het voor Nethave verzwijgen door D-Age van het feit dat zij aan een vennootschap van [naam getuige] een lening heeft verstrekt en dat zij Mouthaans kosten van rechtsbijstand ter zake van het afleggen van een getuigenverklaring heeft betaald, rechtvaardigt geen beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid (rov 7.7-7.9).

 De vaststaande feiten en omstandigheden rechtvaardigen niet de conclusie dat [naam getuige] is omgekocht (rov. 7.10-7.13).

 Het beroep van D-Age en Diavolezza c.s. op artikel 8 is ook gegrond en vormt eveneens een grond voor afwijzing van de vorderingen van Nethave (rov. 7.14).

 Bovendien was Nethave zich ten tijde van het sluiten van de vaststellingsovereenkomst ervan bewust was dat de verklaringen van [naam getuige] mogelijk onbetrouwbaar waren en dat D-Age en Diavolezza c.s. daarin mogelijk een aandeel hadden. Ook om die reden is het beroep van D-Age en Diavolezza c.s. op artikel 12 en artikel 8 is niet naar maatstaven van redelijkheid onaanvaardbaar (rov. 7.15-7.18).

-

viii) D-Age heeft incidenteel hoger beroep tegen de beide vonnissen ingesteld. Zij heeft aangevoerd dat Nethave in de werkelijke proceskosten dient te worden veroordeeld. Het hof heeft het incidenteel appel verworpen. Daartoe heeft het overwogen dat niet is komen vast te staan dat Nethave de onjuistheid behoorde te kennen van de door haar gepresenteerde feiten en omstandigheden, dan wel dat zij op voorhand moest begrijpen dat haar stellingen geen kans van slagen hadden. Evenmin is komen vast te staan dat Nethave haar procesbevoegdheden met geen ander doel heeft aangewend dan om D-Age en/of Diavolezza c.s. te schaden, omdat zij wist, althans behoorde te weten dat zij niet was bedrogen (rov. 8.1 en 8.2)

-

ix) Het door Nethave ingestelde cassatieberoep is bij arrest van 5 mei 2014 door de Hoge Raad verworpen, met toepassing van artikel 81 RO.

2.2

In de onderhavige procedure hebben D-Age en Diavolezza c.s. zich erop beroepen dat Nethave toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de vaststellingsovereenkomst. Nethave heeft bij brief aan D-Age deze overeenkomst buitengerechtelijk vernietigd en dit heeft geleid tot een drietal gerechtelijke procedures. Uit de vaststellingsovereenkomst – in het bijzonder de artikelen 8 en 12 – volgt volgens D-Age en Diavolezza c.s. dat Nethave zich had verbonden om hen niet aan te spreken wegens het vermeende bedrog ter zake van de getuigenverklaring van [naam getuige].

2.3

D-Age heeft Nethave bij inleidende dagvaarding van 9 februari 2015 in rechte betrokken. Zij vorderde betaling van € 1.836.791,80, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 februari 2015. De vordering was als volgt gespecificeerd.

  1. De directe kosten van rechtsbijstand door advocaten in de drie procedures bedragen voor D-Age € 854.256,29, met wettelijke rente tot en met 18 februari 2015. (productie 8)

  2. D-Age heeft kosten voor juridische bijstand gemaakt die niet rechtstreeks maar wel indirect samenhangen met de procedures, te weten advieskosten van haar advocaat over de managementvergoeding die D-Age na 1 januari 2012 aan haar bestuurder diende te betalen. Het gaat om een bedrag van € 11.339,93, met wettelijke rente tot en met 18 februari 2015. (productie 9)

  3. Kosten voor juridisch advies voor de directie van D-Age, begroot op € 26.624,80, met wettelijke rente. (productie 10)

  4. Kosten voor managementtijd omdat haar indirect bestuurder, de heer [X], tijd heeft moeten besteden aan de door Nethave ingeroepen vernietiging en de daaruit voortvloeiende juridische procedures. Dit wordt begroot op € 450.292,50, met wettelijke rente tot en met 18 februari 2015. (productie 11)

  5. Kosten die zijn gemaakt omdat de heer [X] buiten zijn vaste tijden extra uren aan de procedures heeft moeten besteden. Deze schade begroot D-Age op € 254.550,- , met wettelijke rente tot en met 18 februari 2015. (productie 12)

  6. Overige kosten die zijn gemaakt vanwege het inschakelen van (financieel) adviseurs en een accountant. De schade – 50% van een aantal facturen over de periode eind 2009-2014) – bedraagt € 103.265,46, met wettelijke rente tot en met 18 februari 2015. (productie 13)

  7. Beslagschade ten bedrage van € 250,-.

  8. Hierop kan in mindering worden gebracht een bedrag van € 66.903,09, zijnde het bedrag dat Nethave als forfaitaire proceskosten aan D-Age heeft voldaan.

2.4

Diavolezza c.s. hebben (onder meer) Nethave bij inleidende dagvaarding van 24 februari 2015 in rechte betrokken. Zij hebben verklaringen voor recht gevorderd dat Nethave toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de vaststellingsovereenkomst en onrechtmatig jegens hen heeft gehandeld. Verder vorderden zij bij wijze van schadevergoeding betaling door Nethave van een bedrag van € 2.046.701,58 aan gemaakte kosten (inclusief wettelijke rente tot 1 december 2014). Daarnaast vorderen zij een bedrag van € 580.958,90 (inclusief wettelijke rente tot 1 december 2014) aan reputatieschade, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 december 2014. De vordering van € 2.046.701,58 is als volgt gespecificeerd.

  1. De directe kosten van rechtsbijstand door advocaten in de drie procedures bedragen voor Diavolezza c.s. € 898.207,96 (declaratie CMS Star Busmann N.V.), respectievelijk € 75.482,27 (declaratie Nauta Dutilh N.V.), in totaal (inclusief wettelijke rente tot 1 december 2014) een bedrag van € 1.064.414,25 (productie 6 en 7)

  2. Diavolezza c.s. hebben kosten voor juridische bijstand gemaakt die niet rechtstreeks maar wel indirect samenhangen met de procedures, te weten advieskosten van haar advocaat ter zake van meningsverschillen tussen Diavolezza c.s. en D-Age die zijn ontstaan als gevolg van de procedures uit 2009. Het gaat om een bedrag van € 106.207,50. (productie 6)

  3. Managementtijd van Diavolezza: VOF Corviglia Beheer (die het dagelijks management voor Diavolezza voert) heeft tijd moeten besteden aan de door Nethave ingeroepen vernietiging en de daaruit voortvloeiende juridische procedures. Dit wordt begroot op € 326.729,79, inclusief wettelijke rente tot 1 december 2014. (productie 8)

  4. Managementtijd van [appellant sub 3] en [appellant sub 4]: zij hebben tijd moeten besteden aan de procedures. Deze kosten worden begroot op € 655.557,54 inclusief wettelijke rente tot 1 december 2014.

2.5

Bij vonnis van 20 mei 2015 zijn de beide zaken gevoegd. In het bestreden vonnis heeft de rechtbank de vorderingen van D-Age en Diavolezza c.s. afgewezen.

3 Beoordeling van het hoger beroep

4 Beslissing