Home

Gerechtshof Den Haag, 22-05-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1459, 2200339516

Gerechtshof Den Haag, 22-05-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1459, 2200339516

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
22 mei 2017
Datum publicatie
23 mei 2017
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2017:1459
Zaaknummer
2200339516

Inhoudsindicatie

Artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

De verdachte heeft een vuurwapen met daarvoor geschikte munitie voorhanden gehad.

Het hof een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, met aftrek van voorarrest.

Uitspraak

Rolnummer: 22-003395-16

Parketnummer: 10-680621-15

Datum uitspraak: 22 mei 2017

TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 21 juli 2016 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag],

adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 8 mei 2017.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.

Procesgang

In eerste aanleg is de verdachte van het onder 1 en 2 ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 3 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met aftrek van het voorarrest.

Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.

Omvang van het hoger beroep

Het hoger beroep is, blijkens de akte rechtsmiddel, niet gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep genomen beslissingen ten aanzien van de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten.

Waar hierna wordt gesproken van “de zaak” of “het vonnis”, wordt daarmee bedoeld de zaak of het vonnis voor zover op grond van het vorenstaande aan het oordeel van dit hof onderworpen.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is – voor zover thans nog aan het oordeel van het hof is onderworpen - ten laste gelegd dat:

hij op of omstreeks 12 oktober 2015 te Oud-Beijerland en/of Mijnsheerenland (gemeente Binnenmaas) en/of 's-Gravendeel (gemeente Binnenmaas), tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1 van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool (merk: ASAI, model: ONE PRO .45, kaliber: .45 ACP),

en/of

(voor dit vuurwapen geschikte) munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2 lid 2 van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 10 kogelpatronen (kaliber: .45 AUTO, voorzien van bodemstempel S&B), voorhanden heeft gehad.

Vordering van de advocaat-generaal

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis zal worden bevestigd, behoudens ten aanzien van de in dat vonnis opgelegde straf en ten dien aanzien opnieuw rechtdoende, verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met aftrek van het voorarrest.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof is van oordeel, dat de eerste rechter op juiste gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist, zodat het vonnis, waarvan beroep, met overneming van gronden behoort te worden bevestigd, behalve voor wat betreft de opgelegde straf en de motivering daarvan.

Het vonnis moet op die onderdelen worden vernietigd en in zoverre moet opnieuw worden rechtgedaan.

Strafmotivering

Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

De verdachte heeft een vuurwapen met daarvoor geschikte munitie voorhanden gehad. Met de rechtbank is het hof van oordeel dat een feit als het onderhavige gevoelens van angst, onrust en onveiligheid veroorzaakt in de samenleving en dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is.

Het hof ziet noch in de omstandigheden van de onderhavige strafzaak, noch in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte aanleiding om af te wijken van de oriëntatiepunten Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS-oriëntatiepunten) inzake het vuurwapenbezit.

Daarbij heeft het hof acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 21 april 2017, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.

Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op artikel 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING