Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13-06-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:4968, 200.150.371/01
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13-06-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:4968, 200.150.371/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 13 juni 2017
- Datum publicatie
- 15 juni 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2017:4968
- Zaaknummer
- 200.150.371/01
Inhoudsindicatie
Bestuurdersaansprakelijkheid: onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld voor aansprakelijkheid (indirect) bestuurder.
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.150.371/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 567496 / CV EXPL 12-12645)
arrest van 13 juni 2017
in de zaak van
1 Avezaat Staal B.V.,
gevestigd te Schiedam,
hierna: Avezaat,
2. Unicum Schiedam B.V.,
gevestigd te Schiedam,
hierna: Unicum,
appellanten in het principaal hoger beroep,
geïntimeerden in het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep,
in eerste aanleg: eisers,
hierna gezamenlijk te noemen: Avezaat c.s.,
advocaat: mr. E.J.L. Mulderink, kantoorhoudend te Breda,
tegen
1 Avodah Management B.V.,
gevestigd te Groningen,
hierna: Avodah,
2. [geïntimeerde2] ,
wonende te [A] ,
hierna: [geïntimeerde2],
geïntimeerden in het principaal hoger beroep,
appellanten in het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep,
in eerste aanleg: gedaagden,
hierna gezamenlijk te noemen: Avodah c.s.,
advocaat: mr. J.V. van Ophem, kantoorhoudend te Groningen.
1 Het geding in eerste aanleg
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van 21 augustus 2013, 19 februari 2014 en 18 juni 2014 (zijnde een herstelvonnis) die de kantonrechter te Groningen heeft gewezen.
2. Het geding in hoger beroep
Het verloop van de procedure is als volgt:
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 14 mei 2014,
- de memorie van grieven,
- de memorie van antwoord in principaal appel, tevens houdende memorie van grieven in voorwaardelijk incidenteel hoger beroep,
- de memorie van antwoord in voorwaardelijk incidenteel hoger beroep (met een productie),
Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.
Avezaat c.s. vorderen in het (principaal) hoger beroep - kort samengevat – vernietiging van de vonnissen van de rechtbank van 19 februari 2014 en 18 juni 2014 en alsnog toewijzing van hun vorderingen, met veroordeling van Avodah c.s. in de proceskosten in beide instanties.
Avodah c.s. vorderen in het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep - kort samengevat – vernietiging van het vonnis van 21 augustus 2013 en opnieuw afwijzing van de vorderingen van Avezaat c.s., met veroordeling van Avezaat in de kosten van beide instanties.