Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-05-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:3705, 200.185.888

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-05-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:3705, 200.185.888

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
2 mei 2017
Datum publicatie
28 juni 2017
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2017:3705
Formele relaties
Zaaknummer
200.185.888

Inhoudsindicatie

Hoger beroep van ECLI:NL:RBMNE:2015:8006; particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering; twee maanden termijn van artikel 7:929 lid 1 BW niet overschreden; schending van mededelingsplicht in gezondheidsverklaring (afscheuring voorste kruisband knie); opzet om de verzekeraar te misleiden? verzekeringnemer toegelaten tot tegenbewijs van zijn voorlopig afdoende bewezen bedoeling de verzekeraar ertoe te bewegen een overeenkomst aan te gaan die deze anders niet of niet op dezelfde voorwaarden zou hebben gesloten

Uitspraak

locatie Arnhem

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.185.888

(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, 384329)

arrest van 2 mei 2017

in de zaak van

de naamloze vennootschap

ASR Schadeverzekering N.V.,

gevestigd te Utrecht,

appellante in het principaal hoger beroep,

geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep,

in eerste aanleg: gedaagde in conventie tevens eiseres in reconventie,

hierna: ASR,

advocaat: mr. B. Holthuis,

tegen:

[geïntimeerde] ,

wonende te [plaatsnaam] , [gemeente] ,

geïntimeerde in het principaal hoger beroep,

appellant in het incidenteel hoger beroep,

in eerste aanleg: eiser in conventie tevens verweerder in reconventie,

hierna: [geïntimeerde] ,

advocaat: mr. P.T.H. Janssen.

1 Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van 11 maart 2015 (tussenvonnis tot comparitie) en van 11 november 2015 (deelvonnis) die de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, heeft gewezen. Het deelvonnis is gepubliceerd onder ECLI:NL:RBMNE:2015:8006.

2 Het geding in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 4 februari 2016,

- de memorie van grieven met producties,

- de memorie van antwoord in principaal appel tevens memorie van grieven in incidenteel appel,

- de memorie van antwoord in incidenteel appel.

2.2

Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

3 De vaststaande feiten

Het hof gaat in hoger beroep uit van de feiten zoals beschreven in rov. 2.1 tot en met 2.30 van het deelvonnis.

4 Het geschil en de beslissing in eerste aanleg

5 De beoordeling van de grieven en het gevorderde

6 De slotsom

7 De beslissing