Home

Gerechtshof Amsterdam, 13-06-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:2258, 200.203.722 en 200.203.495

Gerechtshof Amsterdam, 13-06-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:2258, 200.203.722 en 200.203.495

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
13 juni 2017
Datum publicatie
16 juni 2017
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:2258
Zaaknummer
200.203.722 en 200.203.495
Relevante informatie
Wet op het notarisambt [Tekst geldig vanaf 01-07-2023] art. 22

Inhoudsindicatie

Klager verwijt de notarissen kort gezegd het volgende.

i. De notarissen hebben hun geheimhoudingsplicht geschonden door in de door hen geëntameerde ontbindingsprocedure met betrekking tot de vader van klager het neurologische rapport van oma en de stakingsbalans van de onderneming van de grootouders van klager in het geding te brengen.

ii. Notaris sub 1 heeft zich verzet tegen het feit dat zij in de door klager ingestelde hoger beroepsprocedure als belanghebbende werd aangemerkt.

De kamer heeft klachtonderdeel i. gegrond en klachtonderdeel ii. ongegrond verklaard.

Het hof bevestigt de bestreden beslissingen.

Uitspraak

beslissing

___________________________________________________________________ _ _

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht

zaaknummers : 200.203.495/01 NOT en 200.203.722/01 NOT

nummers eerste aanleg : SHE/2016/27 en SHE/2016/26

beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 13 juni 2017

inzake zaaknummer 200.203.495/01 NOT

[naam] ,

notaris te [plaats] ,

appellante,

gemachtigde: mr. H.J. Rosens, advocaat te Veldhoven,

tegen

[naam] , in zijn hoedanigheid van mentor en bewindvoerder over de goederen van

[naam] ,

wonend te [plaats] ,

geïntimeerde,

en

inzake zaaknummer 200.203.722/01 NOT

[naam] ,

notaris te [plaats] ,

appellant,

gemachtigde: mr. H.J. Rosens, advocaat te Veldhoven,

tegen

[naam] , in zijn hoedanigheid van mentor en bewindvoerder over de goederen van

[naam] ,

wonend te [plaats] ,

geïntimeerde.

1 De gedingen in hoger beroep

1.1.

In deze zaken hebben appellanten (hierna afzonderlijk: notaris sub 1 en notaris sub 2 en tezamen: de notarissen) op 17 november 2016 een beroepschrift met bijlagen bij het hof ingediend tegen twee beslissingen van de kamer voor het notariaat in het ressort 's-Hertogenbosch (hierna: de kamer) van 17 oktober 2016 (ECLI:NL:TNORSHE:2016:36 en ECLI:NL:TNORSHE:2016:37). De kamer heeft in eerstbedoelde beslissing de klacht van geïntimeerde (hierna: klager) tegen notaris sub 1 op het punt van schending van de geheimhoudingsplicht gegrond verklaard, de klacht voor het overige ongegrond verklaard en aan notaris sub 1 de maatregel van waarschuwing opgelegd. De kamer heeft in de andere beslissing de tegen notaris sub 2 gerichte klacht gegrond verklaard en aan hem de maatregel van waarschuwing opgelegd.

1.2.

Klager heeft op 20 december 2016 een verweerschrift met bijlagen bij het hof ingediend.

1.3.

De zaken zijn gezamenlijk behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 30 maart 2017. De notarissen, vergezeld van hun gemachtigde, en klager zijn verschenen en hebben het woord gevoerd; de gemachtigde van de notarissen aan de hand van een aan het hof overgelegde pleitnota.

2 Stukken van het geding

Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken.

3 Feiten

3.1.

Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in de bestreden beslissingen heeft vastgesteld. De notarissen hebben tegen de vaststelling van die feiten op een punt bezwaar gemaakt. Het hof zal hiermee (voor zover relevant) bij de beoordeling rekening houden.

3.2.

Samengevat weergegeven gaat het in deze zaken om het volgende.

3.2.1.

De grootouders van klager hebben in 1998 een winkel/woonhuis met toebehoren (verder: het registergoed) in eigendom overgedragen aan de ouders van klager onder voorbehoud van het recht van gebruik en bewoning van het voormalige bakkerij-gedeelte van het registergoed. Het recht van gebruik en bewoning van de opa van klager is door diens overlijden geëindigd. De oma van klager, [naam] , (verder: oma) is in 2014 verhuisd naar een woonzorgcentrum. Op 23 december 2014 is het registergoed verkocht.

3.2.2.

Bij beschikkingen van 16 januari 2015 heeft de kantonrechter in de rechtbank Oost-Brabant, locatie Eindhoven, (verder: de kantonrechter) een bewind ingesteld over alle goederen die (zullen) toebehoren aan oma en een mentorschap over oma ingesteld. Klager is hierbij tot bewindvoerder en mentor benoemd.

3.2.3.

Klager heeft bij e-mail van 18 januari 2015 een verzoek tot het verkrijgen van een rechterlijke machtiging tot het doen van afstand van het recht van gebruik en bewoning om niet naar het zakelijk e-mailadres van zijn vader gezonden. De vader van klager (verder: vader) was toentertijd werkzaam als notarisklerk op het kantoor van de notarissen.

3.2.4.

Bij brief van 19 januari 2015 aan genoemde rechtbank heeft klager in zijn hoedanigheid van bewindvoerder een verzoek tot het verkrijgen van een rechterlijke machtiging tot het doen van afstand van het recht van gebruik en bewoning om niet ingediend. Als bijlage is bijgevoegd een brief van 15 januari 2015 waarin uit naam van notaris sub 1 hetzelfde verzoek werd gedaan.

3.2.5.

Bij beschikking van 26 januari 2015 heeft de kantonrechter de verzochte machtiging verleend onder toekenning van een financiële tegenprestatie van ongeveer € 24.000,-.

3.2.6.

Op 30 januari 2015 heeft [naam] , kandidaat-notaris op het kantoor van de notarissen, als plaatsvervanger van notaris sub 2 de akte houdende afstand van het recht van gebruik en bewoning verleden. In deze akte staat dat de kantonrechter akkoord is gegaan met de afstanddoening.

Op diezelfde datum heeft het notariskantoor de overdracht van het registergoed verzorgd.

3.2.7.

Tegen de hiervoor in 3.2.5. genoemde beschikking van 26 januari 2015 heeft klager hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch. In het beroepschrift staat notaris sub 1 als belanghebbende genoemd. Bij het beroepschrift zijn bijgevoegd een neurologisch rapport ten aanzien van oma en de stakingsbalans van de onderneming van de grootouders van klager.

3.2.8.

Bij brief van 22 juni 2015 heeft notaris sub 1 aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch laten weten dat zij op geen enkele wijze betrokken is bij het door klager ingediende beroepschrift en in de procedure in hoger beroep niet als belanghebbende wenst te worden aangemerkt.

3.2.9. Medio augustus 2015 heeft het notariskantoor een verzoek ingediend bij de kantonrechter strekkende tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van vader. In die procedure is door het notariskantoor onder meer aangevoerd dat vader zonder overleg met notaris sub 1 namens klager het verzoek tot het verkrijgen van een rechterlijke machtiging tot het doen van afstand van het recht van gebruik en bewoning om niet bij de kantonrechter had ingediend. Bij het verzoekschrift zijn onder meer als bijlagen overgelegd het neurologische rapport van oma en de stakingsbalans van de onderneming van de grootouders van klager.

4 Standpunt van klager

5 Standpunt van de notarissen

7 Beslissing