Home

Gerechtshof Amsterdam, 23-05-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1935, 200.198.186/01

Gerechtshof Amsterdam, 23-05-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1935, 200.198.186/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
23 mei 2017
Datum publicatie
30 mei 2017
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:1935
Zaaknummer
200.198.186/01

Inhoudsindicatie

Bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie van een jongmeerderjarige. Behoefte/behoeftigheid. WSF-norm niet van toepassing. Aansluiting wordt gezocht bij het Nibud-studentenonderzoek 2015, om te toetsten of de door de jongmeerderjarige aangevoerde uitgaven redelijk zijn.

Uitspraak

Afdeling civiel recht en belastingrecht

Team III (familie- en jeugdrecht)

zaaknummer: 200.198.186/01

rekest- en zaaknummer rechtbank: C/15/225646/FA RK 15-2521

beschikking van de meervoudige kamer van 23 mei 2017 inzake:

[de jongmeerderjarige] ,

wonende te [woonplaats 1] , gemeente [gemeente] ,

verzoeker in het principaal hoger beroep,

verweerder in het incidenteel hoger beroep,

verder te noemen: [de jongmeerderjarige] ,

advocaat: mr. P.P. Hoyng te Haarlem,

en

[de vader] ,

wonende te [woonplaats 2] ,

verweerder in het principaal hoger beroep,

verzoeker in het incidenteel hoger beroep,

verder te noemen: de vader,

advocaat: mr. H. Seton te Amersfoort.

1 Het verloop van het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 1 juni 2016 uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2 Het geding in hoger beroep

2.1

[de jongmeerderjarige] is op 31 augustus 2016 in hoger beroep gekomen van bovengenoemde beschikking van 1 juni 2016.

2.2

De vader heeft op 18 oktober 2016 een verweerschrift tevens houdende incidenteel hoger beroep ingediend.

2.3

[de jongmeerderjarige] heeft op 27 december 2016 een verweerschrift in het incidenteel hoger beroep ingediend.

2.4

Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:

- een journaalbericht van de zijde van [de jongmeerderjarige] van 26 oktober 2016 met bijlagen, ingekomen op 27 oktober 2016;

- een faxbericht van de zijde van de vader van 9 februari 2017 met bijlagen, ingekomen op 9 februari 2017.

2.5

De mondelinge behandeling heeft op 22 februari 2017 plaatsgevonden. Partijen zijn in persoon verschenen, bijgestaan door hun advocaten.

3 De feiten

3.1

De vader en mevrouw [de moeder] (verder te noemen: de moeder) zijn [in]

1988 met elkaar gehuwd. Dit huwelijk is op 25 mei 2010 ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van de rechtbank Noord-Holland van

23 december 2009 in de registers van de burgerlijke stand.

3.2

Uit dit huwelijk is onder meer geboren [de jongmeerderjarige] , [in] 1995, te [plaats] . [de jongmeerderjarige] is thans eenentwintig jaar.

3.3

Bij de onder 3.1 genoemde beschikking van 23 december 2009 is onder meer bepaald dat de vader aan de moeder een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de toen minderjarige [de jongmeerderjarige] van € 765,- per maand diende te voldoen. Deze bijdrage is van rechtswege omgezet in een door de vader aan [de jongmeerderjarige] te betalen bijdrage in de kosten van diens levensonderhoud en studie.

3.4

Bij beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 31 juli 2012 is het verzoek van de vader om de kinderbijdrage te verlagen, afgewezen. Deze beslissing is bekrachtigd bij beschikking van het gerechtshof Amsterdam van 14 mei 2013.

3.5

Ingevolge de wettelijke indexering bedraagt de bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie met ingang van 1 januari 2015 € 827,- per maand, met ingang van 1 januari 2016 € 838,- per maand .

3.6

Het hof heeft, voor zover hierna bedragen zijn genoemd, deze telkens afgerond, tenzij anders vermeld.

3.7

Ten aanzien van [de jongmeerderjarige] is het volgende gebleken:

[de jongmeerderjarige] woont bij zijn moeder.

Hij heeft in het studiejaar 2014/2015 bij het [naam school] de [naam opleiding] gevolgd. In het studiejaar 2015/2016 heeft hij de overstap gemaakt naar het [X] waar hij zijn opleiding voortzet. De kosten van deze studie bedragen € 4.232,- per jaar.

Hij komt niet in aanmerking voor studiefinanciering.

Hij werkt naast zijn studie sinds 1 december 2015 bij restaurant [S] in [plaats] als zelfstandig lerende kok. Blijkens de salarisspecificatie bedroeg zijn inkomen in de maanden maart en april 2016 € 615,19 netto en in de maand mei 2016 € 820,54 netto.

Aan zorgtoeslag ontving hij in 2016 € 78,- per maand.

3.8

Ten aanzien van de vader is het volgende gebleken:

Hij is geboren [in] 1960.

Hij is vanaf 1 augustus 2015 tot 1 augustus 2016 werkzaam geweest bij [P] B.V.

Sinds november 2016 is hij werkzaam bij [B] . Blijkens de jaaropgaaf 2016 bedroeg zijn inkomen in de maanden november en december 2016 € 8.289,-.

4 De omvang van het geschil

5 De motivering van de beslissing

6 De beslissing