Gerechtshof Amsterdam, 17-05-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1815, 23-003147-16
Gerechtshof Amsterdam, 17-05-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1815, 23-003147-16
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 17 mei 2017
- Datum publicatie
- 18 mei 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2017:1815
- Zaaknummer
- 23-003147-16
Inhoudsindicatie
Diefstal van een fiets. Bevestiging vonnis, behalve ten aanzien van de strafoplegging.
Uitspraak
afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003147-16
datum uitspraak: 17 mei 2017
TEGENSPRAAK (raadsman gemachtigd)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 11 augustus 2016 in de strafzaak onder parketnummer 15-115637-16 tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1983,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 3 mei 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen behalve ten aanzien van strafoplegging. In zoverre zal het vonnis worden vernietigd. Ten aanzien van de strafoplegging overweegt het hof als volgt.
Oplegging van straf
De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 weken.
De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verzocht artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht van toepassing te verklaren, nu de verdachte een positieve wending aan zijn leven heeft gegeven en het doorkruisen hiervan met een straf niet wenselijk is.
Het hof overweegt als volgt.
Gelet op de ernst van het feit en op het strafblad van de verdachte is het hof van oordeel dat een straf op zijn plaats is en niet kan worden volstaan met toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van een fiets. Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 19 april 2017 is hij met regelmaat onherroepelijk veroordeeld ter zake van diefstal. Dit heeft hem niet weerhouden opnieuw een diefstal te plegen, hetgeen in zijn nadeel weegt.
De verdachte is ná het onderhavige feit veroordeeld tot een vrijheidsstraf. In het verlengde van het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht zal het hof hiermee rekening houden.
Het hof acht, alles afwegende, een taakstraf van na te melden duur passend en geboden.