Home

Gerechtshof Amsterdam, 09-05-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1763, 200.190.211/01

Gerechtshof Amsterdam, 09-05-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1763, 200.190.211/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
9 mei 2017
Datum publicatie
19 mei 2017
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:1763
Zaaknummer
200.190.211/01

Inhoudsindicatie

aanneming van werk met betrekking tot rieten dak van een boerderij. Inhoud van de overeenkomst (in afwijking van de ondertekende offerte). Redelijke prijs en belang van (door hof als overeengekomen aangenomen) betalingsregeling in dat verband. Opschortingsrecht.

Uitspraak

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer: 200.190.211/01

zaak-/rolnummer rechtbank Noord-Holland: 4125742\CV EXPL 15-3883

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 9 mei 2017

inzake

1 [appellant sub 1] ,

wonend te [woonplaats] , gemeente [gemeente 1] ,

appellant,

advocaat: mr. K.V. Witte te Alkmaar,

2. [appellante sub 2] ,

wonend te [woonplaats] , gemeente [gemeente 1] ,

appellante,

advocaat: mr. M.A. Mak te Alkmaar,

t e g e n

RIETDEKKERSBEDRIJF [X] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] , gemeente [gemeente 2] ,

geïntimeerde,

advocaat: mr. A. Glijnis te Alkmaar.

1 Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna (in enkelvoud) [appellant sub 1] en [X] genoemd.

[appellant sub 1] is bij dagvaarding van 22 april 2016 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar (verder: de kantonrechter), van 27 januari 2016, onder bovenvermeld zaak-/rolnummer gewezen tussen [X] als eiseres in conventie/verweerster in reconventie en [appellant sub 1] als gedaagde in conventie/eiser in reconventie.

Bij arrest van 17 mei 2016 is een comparitie van partijen van partijen gelast, welke op 6 juli 2016 heeft plaatsgevonden. Het proces-verbaal van die zitting en de bij die gelegenheid overgelegde producties bevinden zich onder de gedingstukken.

Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

-

memorie van grieven;

-

memorie van antwoord.

Partijen hebben ter terechtzitting van 14 februari 2017 hun zaak doen bepleiten, [appellant sub 1] (aan de hand van aan het hof overgelegde pleitnotities) door mr. Witte en [X] door mr. Glijnis, beiden voornoemd.

Ten slotte is arrest gevraagd.

[appellant sub 1] heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en – uitvoerbaar bij voorraad – de vorderingen van [X] alsnog zal afwijzen en die van [appellant sub 1] alsnog zal toewijzen, met beslissing over de proceskosten, met rente.

[X] heeft geconcludeerd dat het hof bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard arrest, kort gezegd, het bestreden vonnis zal bekrachtigen, met beslissing over de proceskosten, met nakosten en rente.

Partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2 Feiten

De kantonrechter heeft in de overwegingen 2.1 tot en met 2.10 van het bestreden vonnis een aantal feiten vastgesteld. Omdat deze feiten niet in geschil zijn, zal ook het hof deze tot uitgangspunt nemen.

3 Beoordeling

4 Beslissing