Home

Gerechtshof Amsterdam, 07-12-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:5123, 23-003674-14

Gerechtshof Amsterdam, 07-12-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:5123, 23-003674-14

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
7 december 2015
Datum publicatie
29 juni 2017
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2015:5123
Formele relaties
Zaaknummer
23-003674-14

Inhoudsindicatie

Opzettelijk aanwezig hebben cocaïne en heroïne in woning

Uitspraak

Parketnummer: 23-003674-14

Datum uitspraak: 7 december 2015

TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 8 september 2014 in de strafzaak onder parketnummer 15-741163-13 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,

adres: [adres 1] .

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte is door rechtbank Noord-Holland vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 2 en 3 is ten laste gelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak.

Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van

14 januari 2015, 23 november 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat, voor zover thans nog aan het oordeel van het hof onderworpen:

1:hij op of omstreeks 04 september 2013 te Zandvoort opzettelijk aanwezig heeft gehad: - ongeveer 20,3 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine) en/of - ongeveer 26,44 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde (telkens) een middel(len) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Bespreking van een ter terechtzitting gevoerd verweer

Bewezenverklaring

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Strafbaarheid van de verdachte

Oplegging van straf

Toepasselijke wettelijke voorschriften

BESLISSING