Onze Minister: Onze Minister van Justitie;
Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden
Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels vast te stellen omtrent de beginselen waarop de verpleging in inrichtingen voor verpleging van ter beschikking gestelden en de rechtspositie van verpleegden, in het bijzonder van de ter beschikking gestelden die in justitiële inrichtingen als bedoeld in artikel 90quinquies, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, worden verpleegd, berusten en in verband daarmee enige bepalingen van het Wetboek van Strafrecht en de Beginselenwet gevangeniswezen te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
HOOFDSTUK I. BEGRIPSBEPALINGEN
Artikel 1
In deze wet en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
- b.
inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden: een inrichting als bedoeld in artikel 37d, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht;
- c.
particuliere inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 90quinquies, eerste lid, in samenhang met artikel 37d, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht;
- d.
inrichting: een justitiële inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden als bedoeld in artikel 90quinquies, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht;
- e.
rijksinrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 90quinquies, tweede lid, in samenhang met artikel 37d, eerste lid, onder b, van het Wetboek van Strafrecht;
- f.
justitiële particuliere inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 90quinquies, tweede lid, in samenhang met artikel 37d, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht;
- g.
hoofd van de inrichting: het hoofd van de inrichting, waarin de verpleegde is opgenomen, alsmede diens vervanger als bedoeld in artikel 6, vierde lid;
- h.
hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden: het hoofd van de inrichting als bedoeld onder g of, ingeval een ter beschikking gestelde in een particuliere inrichting, niet zijnde een justitiële particuliere inrichting, is opgenomen, het hoofd van die inrichting alsmede de voor de behandeling van de ter beschikking gestelde verantwoordelijke persoon;
- i.
ter beschikking gestelde: een ter beschikking gestelde ten aanzien van wie een bevel tot verpleging van overheidswege als bedoeld in artikel 37b of 38c van het Wetboek van Strafrecht is gegeven;
- j.
verpleegde: een persoon die in een inrichting is opgenomen;
- k.
personeelslid of medewerker: een persoon, die een taak uitvoert in het kader van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsbenemende straf of maatregel in een inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden;
- l.
reclasseringswerker: een reclasseringswerker als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Reclasseringsregeling 1995;
- m.
rechtsbijstandverlener: de advocaat of de medewerker van de stichting, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Wet op de rechtsbijstand;
- n.
Raad: de Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming;
- o.
beroepscommissie: een commissie als bedoeld in artikel 67, tweede lid;
- p.
commissie van toezicht: een commissie als bedoeld in artikel 10;
- q.
uitspraak: een door een beklag- of beroepscommissie naar aanleiding van een door een ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde ingediend klaag- of beroepschrift genomen beslissing;
- r.
beklagcommissie: een commissie als bedoeld in artikel 59, eerste lid;
- s.
bestuur: het bestuur van de rechtspersoon die een justitiële particuliere inrichting beheert;
- t.
gevaar:
gevaar voor de verpleegde, die het veroorzaakt, hetgeen onder meer bestaat uit:
het gevaar dat de verpleegde zich van het leven zal beroven of zichzelf ernstig lichamelijk letsel zal toebrengen;
het gevaar dat de verpleegde maatschappelijk te gronde gaat;
het gevaar dat de verpleegde zichzelf in ernstige mate zal verwaarlozen;
het gevaar dat de verpleegde met hinderlijk gedrag agressie van anderen zal oproepen.
gevaar voor een of meer anderen, hetgeen onder meer bestaat uit:
het gevaar dat verpleegde een ander van het leven zal beroven of hem ernstig lichamelijk letsel zal toebrengen;
het gevaar voor de psychische gezondheid van een ander;
het gevaar dat de verpleegde een ander, die aan zijn zorg is toevertrouwd, zal verwaarlozen.
gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen;
- u.
verpleging: het samenstel van handelingen, gericht op:
- 1°.
de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de verpleegde voor de veiligheid van anderen dan de verpleegde of de algemene veiligheid van personen of goederen, en
- 2°.
de verzorging van de verpleegde tijdens de tenuitvoerlegging van de vrijheidsbenemende straf of maatregel, waaronder begrepen het doen van een aanbod aan de verpleegde tot en het bevorderen en vergemakkelijken van zijn behandeling;
- 1°.
- v.
behandeling: het samenstel van handelingen, gericht op een dusdanige vermindering van de uit de stoornis van de geestvermogens voortvloeiende gevaarlijkheid van de verpleegde voor de veiligheid van anderen dan de verpleegde of de algemene veiligheid van personen of goederen dat het doen terugkeren van de verpleegde in de maatschappij verantwoord is;
- w.
verplegings- en behandelingsplan: een plan als bedoeld in artikel 16, eerste lid, zoals dat ten aanzien van een verpleegde wordt toegepast;
- x.
verpleegdedossier: een dossier als bedoeld in artikel 19, eerste lid;
- y.
evaluatieverslag: een verslag als bedoeld in artikel 18, tweede lid;
- z.
persoonlijke verblijfsruimte: de verblijfsruimte als bedoeld in artikel 16, eerste lid;
- aa.
afzondering: het insluiten van een verpleegde in een gangbare woon- of verblijfsruimte, de persoonlijke verblijfsruimte daaronder begrepen, in afwijking van de in de inrichting geldende regels;
- bb.
separatie: het insluiten van een verpleegde in een speciale voor separatie bestemde verblijfsruimte;
- cc.
huisregels: regels als bedoeld in artikel 7, eerste lid.